• Titel: Bert van der Kamp
  • Auteur: Bono
  • Uitgever: Ambo/Anthos
  • Titel: Selmonosky's Droom
  • Auteur: Arnon Grunberg
  • Uitgever: B for Books
  • Titel: Calippo Cola
  • Auteur: Owen Donkers
  • Uitgever: Thomas Rap
  • Titel: 500 Verhalen van een zin
  • Auteur: Oscar Punt
  • Uitgever: De Harmonie
  • Titel: De uitputting voorbij
  • Auteur: Krijn Peter Hesselink
  • Uitgever: Nieuw Amsterdam
  • Datum bespreking: 17 Maart 2011


10 redenen om een (g)een boek te kopen (1)

‘het verrijkt je leven’, ‘je krijgt er een boekenweekgeschenk bij’, ‘je komt eindelijk eens los van dat (tv, ipod, ipad, laptop, pc)scherm’ ‘maar dat gratis boekje is wel van Kader Abdolah’ ‘en dat boek lees ik ook van een (e-reader)scherm’. Er zijn genoeg redenen te bedenken om (g)een boek te kopen. Bijvoorbeeld de komende tien dagen omdat het boekenweek is, waar een echte lezer zich natuurlijk niets van aantrekt. Een hele goede reden om geen boek te kopen is bijvoorbeeld je eigen boekenkast. Gemiddeld is tweederde van de daar aanwezige boeken ongelezen. Daarvan heb je natuurlijk het grootste deel terecht niet gelezen, zoals dat columnboekje van Andre Manuel en die vier dikke Hans Warren-dagboeken.

Lees ook de andere 5 redenen om (g)een boek te kopen: Gilles Leroy (over Zelda + F. Scott Fitzgerald), Finn Zetterholm, Eva Meijer, Kader Abdolah en A. L. Snijders.

1. Bert van der Kamp - Bono
Een reden om wel een boek te kopen zou bijvoorbeeld het thema van de boekenweek kunnen zijn: Het geschreven portret. Ik las namelijk het interview-boek van Bert van der Kamp over U2-zanger Bono. Behalve een enkel liedje heb ik weinig met de man en zijn band, maar al snel doemde een heel verborgen leven op achter de eeuwige zonnebril van de Unforgettable Fire-zanger met rugklachten. Een gezamenlijke jeugd met, de wel degelijk door mij gewaardeerde, Gavin Friday van de extravagante punkband Virgin Prunes. Een jeugd waarin gevochten werd, waarin de muziek een uitlaatklep was van het leven in het verscheurde Dublin. Natuurlijk, Bono blijft een blaaskaak die zijn simpelste songteksten nog met ingewikkelde filosofieën weet te verklaren. Maar door dit boek leer ik een andere Bono kennen – om het clichématig te zeggen: de mens achter de ster – een Bono die mij er zelfs toe aanzette om wat oude albums van de, door mij verafschuwde band terug te luisteren. Dat is op zich al een prestatie van popjournalist Van der Kamp.

2. Arnon Grunberg – Selmonosky’s Droom
Dat de meest productieve schrijver van Nederland misschien niet de beste columnist van Nederland is, nemen we voor lief. Maar Grunberg is wel degelijk een van de beste schrijvers van nu. Zijn nieuwste boek komt uit in de pocketreeks ‘Literaire Juweeltjes’ en verscheen eerder als kort verhaal in Hollands Diep. Selmonosky’s Droom gaat over Harry, die op een boksschool moet (de remedie tegen zijn hondenangst volgens zijn vader) maar eigenlijk journalistieke ambities heeft. Een grote rol is weggelegd voor de moeder van Harry, die vindt dat ze stinkt en daar niet goed mee om kan gaan. Ondanks de omvang (60 kleine pagina’s) is dit een echte Grunberg over verwrongen relaties van mensen die zich geen houding weten te geven en daardoor vreemde uitvluchten zoeken. Dankzij de omvang (diezelfde 60 kleine pagina’s) is dit een zeer goed behapbare Grunberg, een luchtige amuse gueule voordat je de volgende dikke Grunberg weer met huid en haar verslindt.
In de inleiding citeert de uitgever de volgende 50-jaar-oude reclameleus: ‘Wacht niet tot gij een been gebroken hebt, om een reden tot lezen te hebben.’ De echte goede reden is natuurlijk dat het boekje zo goedkoop is dat je er geen gratis Abdolah bij krijgt.

3. Owen Donkers – Calippo Cola
Tijdschrift Hollands Diep kwam met een lijst jonge schrijvers, waarbij de bovengrens heel strategisch op 40 jaar was gesteld. Persoonlijk vind ik 39 niet echt jong, maar goed – met deze bovengrens werd de lijst niet overschaduwd door de net 40 geworden Grunberg. Owen Donkers had met gemak mee kunnen doen met zijn 33 jaar en zijn tweede boek.

Dit keer geen roman (Julien), maar een novelle, die middels de sticker op de voorkant ‘het mooiste liefdesverhaal van het jaar’ genoemd wordt. Een Calippo Cola is een ijsje waar je lippen en tong zwart van gaan zien, maar zolang je likt en de zon schijnt is het leven goed (en heel zoet). Donkers’ novelle met dezelfde naam is bijna net zo zomers, maar niet enkel zoet. Het gaat over een tiener die droomt van een honkbalcarrière, champignonbakjes stapelt bij een tuinder en verliefd wordt op het mooiste meisje van de school. Een zoete tienerdroom, die zonder ironie of Hollandse nuchterheid in stand blijft. Donkers’ stijl is licht en soms heel gedetailleerd. Zo weet je na het lezen precies wie het hoogste slaggemiddelde ooit haalde in de Amerikaanse honkballeague en hoe je champignonbakjes stapelt en schoonmaakt, maar weet je niet precies waarom het mooiste meisje niet meer zijn meisje is. Owen Donkers hoort zonder twijfel tot de meest veelbelovende schrijvers onder de 34 jaar.

4. Oscar Punt – 500 Verhalen van één zin
Met Punt weet je waar je aan toe bent; de titel zegt al genoeg, hij geeft je 500 verhalen voor de prijs van een roman, ook weer in zijn tweede bundeling met de ondertitel ‘Egberts adem sloeg alleen Jos niet op de keel’ en wederom slaat Oscar Punt toe met een echte pageturner waarvoor je de pagina’s niet eens om hoeft te slaan om weer acht verhalen te lezen, om weer de humor, de spitsvondigheid, de absurditeit, maar ook de micro-plotwendingen en spanningsboogjes en karakterontwikkelingetjes door te maken zoals we die gewend zijn van Punt, lees bijvoorbeeld eens de volgende twee verhalen om in de stemming te komen: ‘Het kostte Jopie drie werkdagen, maar toen zat ook echt alles onder de Bulgaarse yoghurt’ en ‘De 50 euro die Frits aan zijn 6-jarige nichtje had gegeven om de Holocaust te ontkennen, hadden, naar later bleek, niet beter besteed kunnen worden.’ In het boek vind je nog 498 redenen om Punt te lezen.

5. Krijn Peter Hesselink – De uitputting voorbij
Dit is de derde bundel van de dichter Hesselink, wel te verwarren met de essayist Hesselink en de vertaler Hesselink – want Hesselink combineert deze drie ambten gewoon in één persoon. Hesselink zit in zijn blauwe periode, zijn teksten hebben de blues. Ze verhalen over een relatie die niet meer is, over hoe dat ging en over hoe de wereld weer gewoon of ongewoon doorgaat. Hesselink raakt vooral met zinnen die zo uit de kale realiteit gestapt zijn: ‘De slaapbank paste niet meer in de wagen’ of ‘het sein staat nog op rood, zo meldt een stem’. Zinnen die hij plaatst in scènes die de werkelijkheid juist net een slag kantelen. Een scene in een stilstaande trein waarin niet alleen de ‘zij’ verdwijnt, maar ook het licht uitvalt en vervolgens een baby traag van de ruit afzakt. Ondanks de verkeerde benen waarop Hesselink zijn lezers zet, zorgt hij ervoor dat je aan het einde toch weer op beide voeten eindigt. In de tussentijd heeft Hesselink je voorstellingsvermogen opgerekt en weet je dat de reiger nu nog een lotgenoot in je ziet, maar straks misschien een kikker.

Ricco van Nierop