print deze recensie

Lemon? Amandelen!



Titel: Vodka Lemon
Regisseur: Hiner Saleem
Hoofdrol(len): Roman Avinian, Lala Sarkissian, Armen Marutyan
Datum bespreking: 02-08-2004
 
Vodka Lime

Er was een moment in Vodka Lemon waarop ik vurig hoopte op de aftiteling. En niet omdat ik me verveelde. De film bevond zich op het scharniermoment, de scène waarin al het voorafgaande samenkomt in één tegelijk dramatisch en hoopvol moment.
Dat voorafgaande is een op lichte, soms hilarische toon verteld portret van armoede en uitzichtloosheid in Armenië. Een volslagen leeg sneeuwlandschap is het decor van de lotgevallen van een kleine Koerdische gemeenschap, die vanwege de ineenstorting van het Sovjetrijk bijna volledig bestaat uit werklozen.
Vodka Lemon won de San Marco Leeuw voor de beste film op het filmfestival van Venetië in 2003, en niet helemaal onterecht. De film kent een prachtige fotografie en het lege Armeense sneeuwlandschap is soms bijna mythisch. Maar het zijn vooral de vaak briljante dialogen die de film een genot maken om naar te kijken. Niet zelden dringt de film met een paar grappige zinnen door tot de gitzwarte kern van het Armeens-Koerdische bestaan:

"Heb je geen heimwee naar de Sojvet-tijd?"
"Nee, toen hadden we helemaal geen persoonlijke vrijheid."
"Maar we hadden wel al het andere!"

De hoofdfiguur is de weduwnaar Hamo. Hij heeft al net zo weinig geld als zijn dorpsgenoten, en wacht dus iedere dag met smart op een brief met geld van zijn zoon in Frankrijk, en verkoopt in hoge nood één voor één alle bezittingen van zijn dode vrouw. Onderwijl bezoekt hij dagelijks haar graf.
Dat doet ook een mooie weduwe. Haar dode man, net als Hamo’s vrouw een Sovjetveteraan, is nog niet zo lang geleden overleden. Haar mooie dochter zegt piano te spelen in een restaurant in de stad, maar zit in werkelijkheid in de prostitutie en brengt zo als één van de weinigen wat geld binnen. De vrouw zelf werkt in een vodkakraampje, dat uiteindelijk wordt opgeheven wegens gebrek aan klandizie. Dientengevolge kan ze de busrit naar het kerkhof nooit betalen en rijdt ze altijd op krediet mee.

 

Op een dag, als de buschauffeur weigert de weduwe nog langer mee te nemen, springt Hamo voor haar in de bres, Hij betaalt haar schuld, en vervolgens nemen de twee als enige passagiers, drie banken van elkaar verwijderd, plaats in de bus. Wat volgt is een hobbelige rit waarin het enige geluid het geronk van de bus is. Het landschap is nog steeds desolaat en wit. Het perspectief is nog steeds de ondergang. Maar Hamo en de weduwe glimlachen af en toe verlegen naar elkaar en stralen, ja stralen van geluk. Door het ellendige decor waarin dat plaatsvindt, en de manier waarop de kijker een klein uur lang is duidelijk gemaakt hoe ellendig dat wel niet is, krijgen deze kleine gebeurtenissen de dramatische kracht van een symfonie. De scène toont aan dat een glimlach soms van levensbelang is, dat dergelijk klein geluk een kwestie is van leven of dood..
En dan nu de aftiteling, dacht ik dus. Niets is mooier dan hier gewoon stoppen, en de kijker op te zadelen met niet meer dan een glimlach, en met de vraag of dat het dan was. Als antwoord op die vraag zou dan vanzelf volgen: ja, dat was het, en wát een schoonheid! Maar helaas, geen aftiteling op dat moment. Nee, de film draaide nog even door over de zich schuchter ontwikkelende romance tussen Hamo en zijn weduwe. En hoe gaat het verder met hoertje? En met dat andere meisje? En haar vriendje? En de vader van dat andere meisje? Voor je het weet zit je naar een komedie te kijken die je al zo vaak gezien hebt – die doet het met die, die heeft een hekel aan die, die probeert op malafide manier aan geld te komen – waarbij alleen de setting van het Armeense sneeuwlandschap anders is.
Als de aftiteling dan eindelijk komt, heeft regisseur Hiner Saleem een magisch realistische kunstgreep nodig gehad om Hamo en zijn nieuwe geliefde de verlossing te bieden waarnaar ze zo op zoek zijn. Maar geen verlossing zo goed als bestaanbare verlossing. En geen effect zo groot als dat gesorteerd met een minimum aan middelen. Eén glimlach die in één keer alle ellende van de Koerdisch-Armeense gemeenschap oproept, en tegelijkertijd Hamo uit die ellende optilt, dat is heel veel vertellen met heel weinig woorden – poëzie dus. In dat verband kunnen we over het dik halfuur film dat dan nog moet komen de Amerikaanse dichter Ezra Pound citeren: the rest is dross.
Vodka Lemon En dat maakt Vodka Lemon een film van het ergste soort dat er bestaat: best een goede film, maar eentje die veel beter had kunnen zijn, briljant zelfs. Bij het drankkraampje van de weduwe vraagt op een gegeven moment een klant: "Waarom heet het Vodka Lemon, terwijl het naar amandelen smaakt?" Het zou kunnen, gezien de verwachtingen die het eerste uur van de film schept, dat die vraag niet alleen over de flesseninhoud gaat, maar ook over de creatie van Hiner Saleem.
"Het is Armenië." antwoordt de vrouw, met een blik van snap dat dan.
Daar moeten we het dan maar mee doen.

Joost Baars


 
Niets van deze pagina's mag worden overgenomen zonder uitdrukkelijke toestemming van de auteur.
copyright © de Recensent 2000-2004