print deze recensie

Ga op vakantie met Sedaris
en je krijgt zijn familie er gratis bij



Auteur: David Sedaris
Titel: Steek je familie in de kleren (Inclusief cd: Live at Carnegie Hall)
ISBN: 9050005942
Uitgeverij: Vassallucci
Datum bespreking: 25-10-2004
 

Kerst 2002 leer ik Sedaris kennen, dankzij zijn hilarische verhalenbundel Holidays on ice. Nog voor het eind van het jaar haal ik zijn andere bundels, Barrel fever, Ik ooit mooi praten en Naakt in huis. En wat blijkt: Sedaris is de garantie voor een zeer vrolijke leesvakantie.

De lezers mogen blij zijn dat David Sedaris geen eenzame wees is. Zijn vader, moeder, drie zussen, broer, schoonzus, enkele honden, een papegaai en zijn vriend leveren in al zijn verhalen levendige personages op. Vandaar dat hij voor dit boek zijn familie nog maar eens in de kleren steekt. 22 korte verhalen lang.

Steek je familie in de kleren

Steek je familie in de kleren is de titel van Sedaris jongste bundel. Niet voor niets krijgt zijn familie een prominente rol in deze titel. Voor het gemak noem ik het zijn familie, officieel gaat het natuurlijk om fictie. Sedaris zelf doet, in interviews, overigens geen moeite om het autobiografische gehalte van zijn werk geheim te houden. Zijn ouders draven op als huisjesmelkers op latere leeftijd, zijn broertje Paul gaat trouwen, zijn vriend Hugh ruziet graag met hem in gezelschap, zijn zus heeft een puinzooi gemaakt van haar huis en zijn andere zussen hangen voortdurend aan de telefoon. Zo opgesomd, klinkt het erg saai. Maar Sedaris heeft een gave om ook bij de normaalste situaties in te zoomen op de idiote kant van de zaak. En juist de idiote situaties bekijkt hij vanuit een droge invalshoek.

Hilarisch over-the-top, zoals in Holidays on ice, wordt het nergens; de verhalen zijn realistischer en zijn stijl is meer beschouwend geestig. Sedaris is een scherp observator en pikt er de juiste zaken uit. Zaken waar de betreffende personen zich over zouden schamen, maar die wel zo herkenbaar en humoristisch zijn. De rol van de ik in de verhalen is meestal die van sullige anti-held, die alles maar over zich heen laat komen. Zoals de hete koffie die hij een jongetje helpt dragen in een hotel. Met de priesterpedofielen overal in het nieuws, voelt hij zich al in de beklaagdenbank staan als hij zwetend de lift in stapt met het jongetje:

Als er een veiligheidscamera in de hal was, zou die het volgende te zien hebben gegeven: een jongen van zo’n een meter veertig, vijfenveertig, staat het liftknopje in te smeren met chocolademelk en gaat er vervolgens op staan beuken. Naast hem staat een man, misschien een centimeter of dertig langer, in een overhemd en stropdas, een beker met een dekseltje erop in beide handen. Regent het buiten? Zoniet, dan komt hij misschien net onder de douche vandaan en heeft hij zijn kleren aangetrokken zonder zich af te drogen.

(Uit: De kip op het spek)

Uiteindelijk krijgt hij van de vader van de jongen een dollar fooi in zijn hand geduwd, alsof hij een medewerker van het hotel is. Hij laat het over zich heen komen en is blij van de situatie af te zijn. Een typisch voorbeeld van de angsten en neuroses die David Sedaris parten spelen en die hij deelt met zijn lezers. Door middel van zijn humor relativeert hij de wel degelijk reële angsten en neurosen. De vergelijking met de betere Amerikaanse comedyseries is voor de hand liggend. Net als deze zogenaamde sitcoms, zijn de verhalen situatie-komedies met een grote grapdichtheid. Toch wordt het nergens slapstick of hilarisch. Sedaris verliest de realiteit niet uit het oog. Een realiteit die zelfs de verteller kan verbazen:


 

Toen ik Tiffany over die man op het het toilet vertelde, had ik een zekere mate van verontwaardiging verwacht. Ik had een verklaring verwacht, maar in plaats daarvan zei ze alleen: ‘Ik geloof niet in mobieltjes.’
‘Maar je gelooft wel in bellen terwijl je op de wc zit?’
‘Nou ja, geloven is een groot woord,’ zei ze. ‘Maar ja, tuurlijk.’
Ik dacht weer aan het herentoilet op La Guardia. ‘Maar weten mensen dan niet meteen wat er aan de hand is? Hoe verklaar je die geluiden?’
Mijn zus hield een denkbeeldige telefoon aan haar oor. Toen trok ze een gezicht, zette ze haar tanden op elkaar en begon ze te praten met zo’n verwrongen, gebroken stem die in het algemeen wordt geassocieerd met het tillen van zware voorwerpen. ‘Dan zeg ik: “Let even niet op mij. Ik probeer …dit deksel…van die pot te krijgen.”’
Tiffany liet zich weer achteroverzakken en ik dacht aan al die keren dat ik daarin was gestonken, al die keren dat ik mij haar hulpeloos in haar keuken had voorgesteld. ‘Klop eens met dat deksel op het aanrecht,’ had ik gezegd, of: ‘Hou hem even onder de hete kraan, dat wil ook nog wel eens helpen.’
Uiteindelijk slaakte ze, na enige worsteling, steevast een zucht van verlichting. ‘Ja, daar gaat ie… Ja, daar zul je ‘m hebben.’ En dan bedankte ze me en voelde ik me even heel sterk, in de overtuiging dat ik de enige man ter wereld was die telefonisch een pot open kon krijgen.

(Uit: Potje worstelen)

David Sedaris

David Sedaris’ familieleden zijn zeer geschikte personages, maar dit is vooral te danken aan hoe de schrijver observeert en met fantasie en humor situaties neerzet. Zo worden zijn familie en vrienden ook een beetje die van de lezers. Voor de luie lezers, heeft de uitgever de voorlees-cd*, Live at Carnegie Hall, aan het boek toegevoegd. Hierop is te horen dat Sedaris zijn komische schrijftalent met gemak overbrengt naar het podium. Dankzij Steek je familie in de kleren, werd het weer een vrolijke Sedarisvakantie. Op naar de volgende. 

Ricco van Nierop

* David Sedaris leest al jaren voor op National Public Radio in de VS: Via deze website zijn diverse audiofragmenten en complete verhalen te beluisteren. Kies voor Hear his work in de linkerkolom.


 
Niets van deze pagina's mag worden overgenomen zonder uitdrukkelijke toestemming van de auteur.
copyright © de Recensent 2000-2004