Jennie Erdal / Altijd een ander
print deze recensie

Uit de schaduw



Auteur: Jennie Erdal
Titel: Altijd een ander
ISBN: 9059360532
Uitgeverij: Cossee
Datum bespreking: 01-11-2004
 
Altijd een ander

Altijd een ander is het eerste boek dat onder haar eigen naam verschijnt.’ Aldus de achterflap van het boek van Jennie Erdal. Een achterflapregel die zelfs de meest doorgewinterde achterflaplezer opvalt. Hoe zit dat dan? Onder welke naam schreef Erdal hiervoor? En wat voor boeken?

Jennie Erdal was 15 jaar lang werkzaam voor de excentrieke Engelse uitgever Naim Attalah. Naast regulier vertaalwerk, ging haar redactiewerk zo ver dat ze als ghostwriter optrad voor haar baas. Boeken vol interviews met beroemde vrouwen, columns over seks in de krant en twee romans verschenen onder zijn naam, terwijl zij het schrijfwerk verrichtte. Doodnormaal in de boekenbusiness. Maar Jennie Erdal kon er na 15 jaar niet meer tegen. Ze stapte op en schreef haar memoires.

De oorspronkelijke titel luidt: Ghosting, A memoir en geeft meer weg dan de Nederlandse titel. Uitgeverij Cossee heeft het boek niet van een ondertitel voorzien, maar het simpelweg betiteld als ‘roman’. Begrijpelijk, als je bedenkt dat de Nederlandse lezer liever een roman leest dan de memoires van een onbekende Engelse schrijfster over een onbekende excentrieke Engelse uitgever.

Altijd een ander is een aansprekende titel die precies het gevoel weergeeft dat bij de hoofdpersoon aanwezig is. De beginnende redactrice weet niet wat haar overkomt als ze bij haar nieuwe baas binnenkomt. Enkel jonge dames werken er op het kantoor, die – in tegenstelling tot de tijdsgeest (rond 1980) – zich gedienstig opstellen jegens hun baas. De uitgever, steevast Tijger genoemd, heeft zo zijn nukken en die zijn de hoofdpersoon allemaal bij gebleven. Hij wenst op zijn wenken bedient te worden, is extreem lichtgeraakt, maakt zelfs van de middagwandeling een tot in de puntjes geregeld uitje en kan niet tegen menstruerende vrouwen, al wordt er maar naar hen verwezen. De lijst is nog veel langer, zeker als je de nutteloze herhalingen erbij optelt die Erdal nodig vindt. Het sfeertje van de uitgever, zijn medewerksters, het kantoor en de resterende boekenwereld is mooi neergezet. Na een bladzij of 150 gaat dat echter vervelen; gelukkig begint dan wel het ontwakingsproces van de schrijfster.


 

Als Tijger het nodig vindt om na de interviewboeken een roman te schrijven, komt de redactrice meerdere problemen tegen. Hoe schrijft ze als een man en hoe houdt ze het vol alleen maar de ideeën van een ander uit te werken? De kernvraag staat los van haar - creatief gezien - complexe houding; hoe te schrijven. Waar die eerste twee problemen vooral humoristische dialogen tussen haar en Tijger opleveren, komt bij de kernvraag pas het echte interessante werk naar voren. In feite zijn de gedeeltes hierover op te vatten als tips voor de beginnende schrijver. Wat moet je niet doen in een seksscène en wat wel? Hoe schrijf je een eerste zin? Wat te doen als je niets te vertellen hebt? Kortom; hoe schrijf je een roman (met daarbij de complicatie dat de flaptekst al klaar is en de deadline niet ver weg)? Doordat Erdal veel voorbeelden geeft van hoe het moet en vooral van hoe het niet moet, levert ze met deze passages haar beste werk af.

De spanning in dit boek is ver te zoeken. Ik vraag me geen moment af wanneer en hoe de bom bij de redactrice zal barsten. Dat ze met dit boek ondertussen wraak neemt op haar oude werkgever, is het spannendste gegeven, maar dat staat logischerwijze niet in het boek. Voorlopig is de lezer daarvoor aangewezen op de Engelse pers (o.a. dit interview). Misschien is het een onderwerp voor haar volgende boek. Dan wel graag als roman bedoeld. Want ze toont met dit boek aan veel verstand van schrijven te hebben.

Ricco van Nierop
 
Niets van deze pagina's mag worden overgenomen zonder uitdrukkelijke toestemming van de auteur.
copyright © de Recensent 2000-2004