Dat was dit

dat komt dan gratis door die brievenbus van mij. terwijl ik ze die vijftien ballen heel best had gegund. wie ze? dit ze. welke dit hoe dit wat dit? dit dit. de band dit. met de ceedee dit. de ceedee die je op kunt zetten als er bezoek is en het bezoek vraagt: wie is dit? en jij zegt: dit is dit. en het bezoek vraagt: jamaar, wie is dit? en jij zegt: nou dit is dit. en zo voort en zo voort ad infinitum en in exelcis deo. voort en vuts tot de avond valt en het duister duistert en de ceedee al uren zwijgt.

de vraag is of je dit makkelijk op zou zetten als er bezoek komt. dat weet ik niet. ik ken jouw bezoek niet. er is bezoek denkbaar bij wie dit danig op de zenuwen zou werken. echter, zo onconventioneel als fret dit wil maken (door te smijten met termen als "defragmentatiebom", "alle muzikale houvast aan flarden", "zeldzaam veel eigenwijsheid" en "commerciële zelfmoord") is dit niet. vergeleken met enkele willekeurige andere ceedees uit mijn kast is dit zelfs nog eerder gewoon te noemen. vergeleken met enkele willekeurige ceedees uit de kast van jouw bezoek of het bezoek van jouw bezoek is dit misschien juist wel het bizarste van het bizarste. dat weet ik niet. ik ken de kasten van jouw bezoek niet. en de kasten van het bezoek van jouw bezoek nog minder.

oordeelt u zelf over de eigenwijsheid van dit: het is de eigenwijsheid van tom waits in een koperen ketel, met kurt weil erbij en ivor cutler en syd barett (je weet wel, die met z'n look in z'n eyes als black holes in de sky) to top it off en dat klinkt dan als dan geesin meets jennifer gentle meets they came from the stars (i saw them) meets aksak maboul. maar dan, u raadt het al, weer helemaal anders. gelijk ze elkaar helemaal niet meeten, of misschien niet in een koperen ketel. volgt u nog?

volgt u nog hoe de plaat vangt aan te vangen met Schäflied für Günters Tochter, inderdaad een duits slaapliedje, een duits slaapliedje van rond 1920 als je het mij vraagt, en de negermamma zingt een lied en de negertjes vallen in slaap, een negertje, twee negertjes, drie negertjes, vier kleine negertjes vallen in slaap. volgt u nog hoe men moet leren lopen op hoge hakken, zoals in Leren Lopen, een springerig nummer vol tempowisselingen, heftig soms, mysterieus soms, mooi soms, helaas der helazen af en toe ook een beetje te cabaretesk en te theatraal, met name in de zangstem. leren lopen. op hoge hakken. want vanavond is er feest. bij marieke dan nog. waar anders zou er feest zijn dan bij marieke. volgt u ook Sleepwalker nog, dat mooi is, dat droef is, dat herfstig is, dat mooi is met gitaar, dat mooi is met viool, dat mooi is met piano, dat mooi is met bekken (tsjing!), dat voorbij is voor je het in de gaten hebt, dat iets langer had mogen duren misschien. volgt u de repeterende riff van To Popa nog. een prachtriff. zeg nou zelf. een riff doorschoten nee doordesemt nee doorspekt met wilde percussie; abrupt beginnende en eindigende bluesy gitaarsoli; de pimthiemens-achtige zang van goran en de hysterische kreetjes van moira. progrock misschien, maar dan wel het soort progrock dat zich subiet thuis zou voelen op het cuneiform-label. en chris cutler ziet en chris cutler hoort en chris cutler weet dat het goed is (he's a nice man trouwens, chris cutler, geloof mij nou maar). volgt u nog de schots en scheve kermispolka Mr. Bleigh nog, dat ingeluid wordt door een ferme scheet (jawel, we zijn weer thuis) en zeer energieke, bijna punky tussenstukken kent. volgt u de zee nog, de zee, het af en aan rollen van de golven: woesj en splisj en splasj - het is te horen, bijna twaalf minuten lang, op Zet wat anders op en elkendeen zal moeten toegeven dat dat zeer mooi is. want hoe vaak stond je zelf niet te luisteren, aan het strand of op de rotsen; nu kan het in je eigenste huiskamer. de zee in je boxen. de zee in je oren. de zee in je huis. jammer alleen dat een of andere droplul er zonodig af en toe doorheen moet fluiten. volgt u het huis nog. niet het huis on the top of the world maar Amir's Huis in San Francisco. wat daar allemaal gebeurt in die tiep z'n kot is nogal prachtig als je het mij vraagt. er is een viool, er is gemompel, er zijn gitaren die een beetje klinken alsof fred frith en paolo angeli aan het jammen geslagen zijn, enfin, fred frith en paolo angeli van toen ze nog kinderkens waren en zopas hun eerste guitaren van sinterklaas hadden mogen krijgen. er wordt lustig lofi voortgetokkelt en het verveelt geen seconde, hypnotiseert nog eerder, de hypnose van een band als the no-neck blues band, de koortsige hypnose van een staat als louisiana. they are trying to wash us away, weet u nog wel? volgt u B6 nog, het rithme is weeral opgeschroefd en het gelijkt een beetje aan the dresden dolls. europese brechtpunk. wie zei dat ook alweer? volgt u de eigenlijk-iets-te-korte afsluiter Frühreif nog dat van frisch en lente-achtig al snel evolueert tot een broeierige zomer en dat naar meer doet verlangen. maar er is geen meer. de ceedee is af.

en dat is dus dit. een band met een opmerkelijke weerzin tegen britney spears. zowel op de ceedeehoes als op de website krijgt die arme britney er van langs. en dat is dus dit. de band die zegt dat hun ceedee het best klinkt in de morgen op een niet al te hoog volume. maar ik kan dit zeggen tegen dit: saavonts laat en knalhard klinkt dit ook best goed hoor (al denken mijn buren daar misschien anders over). en dat is dus dit. zij houden heel veel van dieren (zij hield heel veel van kleuters en van dieren. en van de vogels in het veld. zij vond dat je alles moest delen. en dat ik alleen maar leefde voor mijzelf). en dat is dus dit. een gedeelte van de opbrengst van hun plaat schenken zij weg aan het wereld natuurfonds. en dat is dus dit. een band met een ceedee met goede muziek erop. een band waarvan ik mij afvraag hoe die live klinkt. en dat is dus dit. die vijftien euro had ik hun, en het wereld natuurfonds, van harte gegund.

Tim Donker