• Auteur: Guus Kuijer
  • Titel: Polleke
  • Uitgeverij: Querido
  • ISBN: 9789045109800
  • Datum bespreking: 25 Augustus 2009

Helemaal wiebel van Polleke


“Kinderboeken schrijven is het mooiste wat er is, maar ik vind het moeilijk. Omdat ik eigenlijk met pensioen ben, sta ik mezelf toe voor volwassenen te schrijven, want dat is een stuk eenvoudiger.” Het zijn de woorden van Guus Kuijer tijdens een interview met Annemiek Neefjes in de Standaard der Letteren op 13 augustus. Het interview kwam er niet naar aanleiding van zijn kinderboeken, maar na de publicatie van zijn nieuwe essaybundel Hoe word ik gelukkig?

Zelfhulpboeken zijn niet meteen aan mij besteed, dus heb ik de essaybundel (nog) niet gelezen. Maar waar ik alvast diepgelukkig van werd, is de heruitgave van Kuijers Polleke, alle vijf schitterende boeken in één band. De boeken behaalden eerder al een Gouden Griffel, een Zilveren Griffel en de Woutertje Pieterse Prijs, en werden succesvol verfilmd. Polleke is een uitgave om duimen en vingers bij af te likken.

Voor altijd samen, amen

Er zijn geloof ik maar weinig mensen die Polleke niet kennen. Voor wie toch tot dat zeldzame ras behoort: zwijg stil, schaam u diep, lees een zelfhulpboek of drie en rep u daarna ijlings naar de dichtstbijzijnde bibliotheek of boekhandel.

Polleke is een elfjarige dichteres met een drugverslaafde vader op de dool en een vriendje uit een andere cultuur en geloof. Ondanks haar diepgelovige grootouders, is ze zelf ‘niets van haar geloof’, en dat maakt het er niet makkelijker op. Ook haar moeder is een vrij excentriek personage met een licht explosief karakter en alsof dat allemaal nog niet genoeg is, begint die moeder een relatie met Pollekes meester en willen ze gaan trouwen. Materiaal genoeg om een doorsnee jeugdauteur een handvol zwaarmoedige jeugdromans vol kommer en kwel te laten schrijven. Maar niets van dat bij Guus en Polleke. Het hoofdpersonage is een mooi, lief, grappig en af en toe prettig gestoord meisje, met ups en downs en een ongelofelijke flexibiliteit waardoor ze er altijd in slaagt om de dingen van hun beste kant te bekijken. Geen probleemboek dus, maar evenmin een zoetig happy endverhaal.

Polleke is een van die zeldzame karakters in kinderboeken die al na een paar pagina’s je hart hebben gestolen en waarvan je alleen maar hoopt dat de boeken eindeloos blijven doorgaan. Ze is zo levensecht, dat je zou zweren dat je haar kende. Echt waar, ze woont gewoon een blok of twee verderop in de straat. Ze is dat leuke kind, met wie je kan lachen en huilen tegelijkertijd, en haar gedichten zijn absoluut fantastisch. De ene keer heel gevoelig en raak, de andere keer hilarisch absurd en grappig. Of een combinatie van de twee:

Het gevoel van wiebel
is het tegendeel van iebel
van wiebel word je bliepig
van iebel eerder ziepig.
Bliepig werd ik van zijn ogen,
ziepig toen ze mij bedrogen.

Een mens zou er zowaar zelf een beetje wiebel van worden.

Filosofie voor kinderen

In de loop van de vijf boeken komt Polleke in aanraking met een aantal fundamenteel existentiële en maatschappelijke kwesties. Zo is er het probleem van haar relatie met Mimoen, die volgens zijn ouders met een Marokkaans meisje moet trouwen, de drugverslaving van haar vader, de trouwplannen van haar moeder met de meester, haar kennismaking met Consuelo, een politieke vluchtelinge uit Mexico en de dood van haar opa. Van het verhaal van Consuelo krijgen we bij tijden flarden te lezen. Volwassenen kunnen daaruit allicht de hele vreselijke waarheid reconstrueren, terwijl kinderen er enkel datgene uit zullen oppikken waar ze op dat moment aan toe zijn.

Best zware thema’s eigenlijk, in een boek voor kinderen uit de basisschool. En dat is net de charme van de Polleke-boeken: Guus Kuijer slaagt er schijnbaar moeiteloos in om deze zaken voor jonge kinderen bespreekbaar te maken, zonder er al te licht over te gaan. En er hoeft ook niet meteen een oplossing uit de bus te komen, zoals we wel vaker zien in boeken over dezelfde thema’s. Geforceerde, irrealistische uitkomsten van dergelijke problemen leiden meestal tot banalisering van het onderwerp en werken een hypocriete houding in de hand. Kinderen zijn heus wel toe aan een realistische benadering, zolang ze die maar kunnen kaderen in hun leefwereld. Sommige dingen, zoals de pijn van Consuelo en het verdriet om een overleden grootvader, hebben nu eenmaal niet meteen een oplossing. Ze zijn er gewoon.

Gelukkig zitten er ook minder zwaarwichtige onderwerpen in de boeken. Polleke is verliefd, krijgt ruzie met haar vriendin, adopteert een koe, wordt net niet ontvoerd en krijgt de kriebels in haar buik van een jongen van wie ze helemaal niets wil weten. Allemaal zaken die minstens even belangrijk zijn als pakweg wereldvrede en gearrangeerde huwelijken. En zo is het maar net.

Tine Mortier