• Titel: Men verheuge zich op de muziek
  • Artiest: Mark Boog & Poetry in Motion
  • Titel: Het eigen oor
  • Auteur: Mark Boog
  • ISBN: 9789059361713
  • Titel: Alle dagen zijn van liefde
  • Auteur: Mark Boog
  • ISBN: 9789059361805
  • Uitgever: Cossee
  • Datum bespreking: 28 Januari 2008

BOOG³


Poëzie en muziek gaan samen. Dat moge duidelijk zijn. De sprooksprekers begeleidden zichzelf op luit, Alan Ginsberg op harmonium en Mark Boog zit in een band. Misschien is dit een wat simplistische versie van de literatuurgeschiedenis, maar in 1000 jaar is er weinig veranderd. Nog steeds zijn er poëten die hun woorden extra kleur geven door het gevecht aan te gaan met de muzieknoten. En als dat goed gebeurt, werkt dat nog steeds zeer effectief. In dit artikel aandacht voor Boogs band-cd, zijn verzamelbundel en het bundeltje ter gelegenheid van de Dag van de Poëzie (31 januari).

Poetry in Motion is een band waar dichter Mark Boog deel van uitmaakt en waarvoor hij de meeste teksten aanlevert. Op de cd Men verheuge zich op de muziek staan enkel teksten die letterlijk uit Boogs bundels komen. Soms worden enkele zinnen uitgelicht en herhaald om een refrein te genereren of een achtergrondkoortje van een motief te voorzien. Verder hebben de mannen van Poetry in Motion geen drastische tekstwijzigingen verricht om de poëzie om te vormen tot liedjes. Zo blijft de poëzie poëzie en maakt de muziek van het geheel liedjes.

Oneliners:

Er rest ons streven naar herhaling

Klein huis, maar gooi er eens een bal doorheen en het wordt groot

Beweeg je niet, dat geeft maar kringen in de vijver van de stilte

Radiohead:

De tracks ‘Onze afwezigheid’ en ‘Maar het broeit’ zijn goede voorbeelden van de invloed van Radiohead op Poetry in motion. Vooral het ritme (onverwachte breaks of nerveuze tempi) en het instrumentgebruik (drums, gitaren en elektronica) verklappen deze beïnvloeding. Mooi gedaan.

Kift:

‘Lust’ komt uit de bundel Encyclopedie van de grote woorden en handelt logischerwijs over lust. Het handgeklap en kort afgematte gitaarspel doet Spaans aan. Boog dient droog zijn woorden op, terwijl de band in koor blijft herhalen ‘aaaaAAAH LUST’ en ‘Het vlees verlangt ‘t’ om te eindigen in een soort refrein: ‘VUL’. De rauwe tekst in combinatie met het losjes gezongen koor en het ritme: ze steken de Kift naar de kroon.

Droge Boog:

Mark Boog is misschien een hele goede zanger. Dat weet ik niet. Want van zingen komt het niet op deze cd. Hij heeft in ieder geval een goede donkere stem en gevoel voor ritme. Zijn dictie is er een van de droogheid en doet mij een beetje aan Spinvis denken. Let wel: enkel zijn manier van spreekzingen, niet zijn stem, want die van Spinvis kan ik niet aanhoren.

Prodigy & beyond:

‘Water, aspirine, jou’ begint met hoge fluittonen en militante elektrodrums alsof de Prodigy weer zijn wakker geworden. En de gitaren die de track volmaken zijn niet minder hard. Terwijl op een track als ‘Geluk’ de muzikale motieven eerder klassiek zijn te noemen. Twee grotere uitersten zijn er niet te vinden op Poetry in Motion.

Disco:

‘Tegenover het orgel’ is de laatste muzikale track van de cd. Boogs stem is door een vervormer gehaald en de discogeluiden zorgen voor een perfecte kandidaat voor een remix-versie waar dj’s mee aan de haal kunnen gaan: Men verheuge zich op de muziek.

Men verheuge zich op de muziek is een zeer diverse, muzikaal indrukwekkende cd. Na de 15 muzikale tracks volgen nog enkele gedichten die Boog voordraagt. En direct mis ik de muziek bij deze kale voordrachten. Maar een tweede luisterbeurt vallen mij al zinnen op waar ik de melodie van denk te kennen, er komt ritme in en ruik een refrein. Het effect van de muzikale versies van Boogs gedichten is dat ik muziek in zijn andere gedichten ga horen.

Best of: Het eigen oor

De Poetry in Motion-cd is los verkrijgbaar, maar ook te vinden achterin Boogs bloemlezing uit eigen werk. Het eigen oor geeft een selectie uit zijn vier eerdere bundels, aangevuld met eerder onuitgegeven gedichten. Ik ga lezen, op zoek naar oneliners en naar muziek.

Treinpoëzie over de liefde

Mark Boog heeft dit jaar het boekje geschreven ter gelegenheid van de Dag van de Poëzie (31/01/2008). Dit bundeltje lees ik in de trein en ik krijg zo’n vermoeden dat Boog het ook schreef in de trein, of met uitzicht op een trein. Of toch tenminste met een trein in zijn gedachten. Rijdend door het midden van zijn hoofd. Tien genummerde gedichten telt Alle dagen zijn van liefde. Nummer 1 begint met een station en een reis: ‘We reizen van ons vandaan, elke dag, zo ver / als we durven’. Nummer 10 eindigt met het thuiskomen en een laatste trein: ‘Steeds kom ik thuis en steeds vanzelfsprekender’ en ‘De volgende trein is de laatste. Niet deze.’ Tussendoor heeft Boog een spoor gelegd waarover zijn regels voorbijkomen rijden: ‘De trein is een lange regel’ (uit 4). De reis, de trein, het spoor. Nu ik hier tussen Rotterdam en Den Haag reis, is het letterlijk grijpbaar en vooral gewoon zeer praktisch. Maar voor Boog is het één grote metafoor voor het leven en de liefde en hoe beiden zich ontwikkelen. Misschien is het wat gemakkelijk om voor één zo’n beeldspraak te kiezen en deze in tien gedichten te gebruiken. Maar het werkt. Vooral omdat Boog de link naar de liefde en het leven legt op een wijze die verontrustend en tegelijk herkenbaar is. En de verontrusting komt niet enkel door de herkenbaarheid van het treurige van de liefde:

10. Je tilt me eruit op…

Je tilt me eruit op. Aan de eigen haren, alle dagen.

Steeds kom ik thuis en steeds vanzelfsprekender.

Het is nu heel waarschijnlijk geworden dat ik

niet meer wegga. Het einde kan gerust zijn,

hoeft zich niet te haasten. Hier ben ik en hier blijf ik.

Op ieder gewenst moment af te halen, vuilniszak

aan de kant van de weg op een doordeweekse morgen,

volmaakt op zijn onooglijke plaats, misschien gelukkig.

Liefde, duivels dilemma. Ze is bij opschudding gebaat en

bij stilstand, bij blijven en bij weggaan. Op zolder klinkt,

in eeuwig gevecht, het doffe kloppen van de opgeroepen

geesten. De volgende trein is de laatste. Niet deze.

Overigens is dit bundeltje gewoon een uitgave van uitgever Cossee en Poetry International en heeft de NS er geen geld ingestoken. Boog solliciteert met deze gedichten wel naar een prominente plaats op de stations en in de treinen. Zodat de reizigers weer weten waar de reis naar toe gaat…

Ricco van Nierop