• Titel: Perenbomen bloeien wit
  • Auteur: Gerbrand Bakker
  • ISBN: 978-90-5936-063-1
  • Uitgever: Cossee
  • Datum bespreking: 20 Maart 2007

Zwart spelen


Gerbrand Bakker gooide hoge ogen met zijn debuut Boven is het stil, en terecht. Het boek is een indrukwekkend relaas van een eenzame boer die nooit boer had willen zijn maar dat wel werd omdat zijn broer, de beoogde opvolger van hun vader, bij een auto-ongeluk om het leven kwam. Hoewel de roman geldt als zijn debuut, klopt dat strikt genomen niet: eerder publiceerde Bakker al de jeugdroman Perenbomen bloeien wit. Hij bewerkte dit boek tot een roman voor volwassenen en het resultaat ligt nu in de winkels. Weer gaat het over de relatie tussen broers, en weer speelt een auto-ongeluk een centrale rol.

Het verhaal draait om een gezin met drie kinderen: de tweeling Kees en Klaas en hun drie jaar jongere broertje Gerson. De moeder van het gezin is naar haar minnaar in Italië vertrokken en niemand weet waar ze uithangt: ze stuurt elke verjaardag een kaartje met een onleesbare poststempel. Het favoriete spelletje van de jongens heet Zwart: er wordt een voorwerp genoemd en dat moeten ze met hun ogen dicht weten te vinden. Een vooruitwijzing naar het ongeluk, waarbij Gerson blind wordt.

Eigenlijk laat Perenbomen bloeien wit goed zien hoe goed Boven is het stil was. Want deze ‘opvolger’ bevat alle elementen die het ‘debuut’ zo indrukwekkend maakten, maar nu maken ze minder indruk. Ook dit boek bevat knappe sfeerbeschrijvingen van het platteland; verholen homoseksuele beschrijvingen; alledaagse, maar mysterieuze elementen. Ook dit boek heeft een geraffineerde opbouw, waaronder verrassende perspectiefwisselingen, slimme verwijzingen en een luchtige toon waar de zwaarte onder sluimert:

We ontdekten dat het verdomd moeilijk is iets te zeggen zonder een toespeling te maken op zien. En bovendien, als iets niet mag, als je ergens om moet denken, ontglipt het je juist des te gemakkelijker. We vonden dat we nergens nog een oogje op konden houden. We mochten ons zeker niet langer blindstaren op bepaalde dingen. Niemand kroop meer door het oog van de naald. Als we iets begrepen, waren de werkwoorden inzien of doorzien taboe.

(p. 69)

Waarom stelt Perenbomen bloeien wit dan toch teleur? Bakker wijst ons iets te veel op zijn slimmigheden. De vondst van het kinderspelletje en de op handen zijnde blindheid van Gerson wordt al snel geëxpliciteerd. En als bijvoorbeeld het perspectief verschuift naar dat van de hond, maakt hij ons dat al direct ondubbelzinnig duidelijk: “Maar ja, ik ben een brave hond” (p. 129). Al iets storender is de toon die Bakker hanteert, zijn jeugdige personages zijn wat vroegwijs en verder nogal oppervlakkig, en zijn verteltrant is een beetje tuttig. Maar het meest vervelend is toch dat het noodlottige einde zo weinig wordt gemotiveerd dat het geen enkele indruk maakt. Dat het boek moet eindigen is begrijpelijk, maar om de lezer op deze manier met een kluitje in het riet te sturen is niet erg aardig.

Hier wreekt zich wellicht dat de roman oorspronkelijk is geschreven voor een jeugdig publiek. Daar is het af en toe nodig om wat niet te missen aanwijzingen te geven en daar kan het ook geen kwaad af en toe een eindje los te laten hangen en het boek op deze manier af te ronden. Commercieel gezien is het natuurlijk wel slim om zo snel na het succes van Boven is het stil met een nieuwe titel van Gerbrand Bakker te komen. De die hard liefhebber van zijn werk zal ook zeker plezier beleven aan Perenbomen bloeien wit. Maar de neutrale toeschouwer doet er beter aan nog even geduld te oefenen tot Bakker de échte opvolger van zijn debuutroman af heeft.

Edwin Fagel

Verder lezen op de Recensent:
Gerbrand Bakker - Boven is het stil