• Titel: Focus
  • Auteur: Bernard Wesseling
  • ISBN: 9046800466
  • Uitgever: Nieuw Amsterdam
  • Datum bespreking: 5 December 2006

Een avond met Wesseling


Op mijn lijstje don’ts in poëzie staat het gebruik van Engelse woorden hoog. Het geeft het gedicht dikwijls een vervelend soort hipheid, men duikelt ermee vanuit de poëziebundel direct een Amerikaanse B-film in. Op datzelfde lijstje scoort de verhalende poëzie goed, van die gedichten waarbij de dichter naast je op een krukje gaat zitten en oeverloos begint te ouwehoeren. Voor geklets hebben we Radio 3FM, daar ga ik niet voor onder mijn leeslamp zitten. En ook heb ik het niet zo op geluidsnabootsing, daar ben ik heel ouderwets in.

Met zijn veelvuldig gebruik van het Engels (‘Mail-order me vandaag een schuilkelder ingericht op comfort’), zijn klanken (‘Sshhht!’, ‘hnnng!’, ‘Zzzip!’) en zijn af en toe wat babbelende toon (‘het betreft een verre achterneef van me te Sydney, Australië, die/vanuit een rolstoel – verlamd vanaf de geboorte/de taille naar beneden'- etc.) laadt debutant Bernard Wesseling (1978) de verdenking op zich zo’n vervelende hipperik te zijn. Iemand die voortdurend knipoogt terwijl hij praat. Waarbij je je dus voortdurend afvraagt hoe serieus je diens opmerkingen moet nemen, en zo ja, in hoeverre die opmerkingen de moeite waard zijn:

Vandaag een sfeermens
staar ik het landschap in
Een windstoot drijft de traan uit mijn oog
bij de aanblik van een dreksloot onder zomerkroos
zon schijnt groen op het gras, het geheel ligt
weiland te wezen
heel vredig en sereen en zonder teken
Ik meen er stil van te worden

(Uit: ‘(Onnadrukkelijke) plattelandshunkering’, p. 39)

Men moet dus het een en ander overwinnen alvorens zich rustig naast deze dichter neer te zetten en een avond met hem door te brengen. Men concentrere zich hiertoe eerst op de fraaie aspecten van de poëzie van Wesseling. Veel titels in de bundel zijn bijvoorbeeld briljant: ‘Het belang van de oprechte verontschuldiging of: waarom de vergevene niet mag vergeten’, ‘Op een bedrand tussen twee afgronden’, ‘Gabba Gabba Hey’, ‘Het b-b-bidden kan aanvangen’. Bedenk dan: dit soort titels zijn ook een indicatie dat er onder die wat al te lollige toon een meer ernstige, zelfs filosofische lading schuil gaat. Deze gedachte zien we bevestigd in meer diepzinnige regels als:

De vergevene herhaalt zich, biedt aan wat onvoldoende is
omdat hij er geen blijk van geeft zich te herinneren
De vergever moet opnieuw beleven; niet alleen het vergrijp
maar ook het vergeven zelf, dat overtuiging miste
wat hij zich aanrekent
en als ze het beste met elkaar voor hebben, wacht hij
op wat hem toekomt en hem bevrijdt van schuld

(Uit: ‘Het belang van de oprechte verontschuldiging’, p. 8)

We observeren de dichter verder. Wesseling speelt in de geslaagde gedichten vervreemdende spelletjes met de werkelijkheid. ‘Het is niet dat ik de werkelijkheid probeer te ontvluchten maar/ hem niet te verwerpen’, heet het in ‘5:02’. Zo wordt in ‘Wake’ knap een nachtmerrieachtige droom met rake, angstaanjagende regels tot leven gewekt, en wordt elders het gevoel van wanhoop prachtig verwoord:

Dit is de deur van mijn privélab
dit is de deur waarachter ik me realiseer
iets zelfwerkzaams, een mechaniek
dat elke behoefte opheft die mij wordt opgelegd

(Uit: ‘Op een bedrand tussen twee afgronden’, p. 15)

Focus bevat meer van dergelijke gloedvolle strofen, en vrijwel elk gedicht bevat wel een of meerdere regels die de aandacht trekken, vanwege de treffende, eigenzinnige manier van formuleren.

We resumeren. We hebben hier een bundel die helaas wordt ontsierd door een reeks ‘popi’ effecten; effecten die de lading van de bundel niet zozeer versterken maar eerder camoufleren. Naast de Engelse termen, de klanknabootsingen en de babbeltoon hebben we ook de woordspelingen (‘Sambal maakt meer heet dan je lief’), de studentikoze humor (‘Wie de naam van deze vogel kan opdreunen verklaar ik nuchter’) en de geforceerde onverschilligheid (‘Wat een junk met succes moet weet ik ook niet’). Daar staat een reeks meer geslaagde effecten tegenover (‘We zitten nu op de juiste golflengte en Calimero/ ging nog wat vragen / toch Calimero?’) en een aantal mooie gedichten vol regels die het goed doen om eens langs de neus weg te citeren (‘Het is de lauwe koffie die de meeste indruk maakt’).

We besluiten de dichter op de schouders te slaan en hem nog een biertje aan te bieden.

Edwin Fagel