• Evenement: The Music in my Head
  • Plaats: Paard, Den Haag
  • Data: 9 + 10 juni 2006
  • Datum bespreking: 12 Juni 2006

Petje af
want het is hot in de' Haag


Moeten we het hier echt over de kwaliteit van de muziek op het festival The Music in my Head gaan hebben? De organisatie heeft zich de afgelopen jaren bewezen en ondergetekende deed daarvan op deze plek verslag. Gedurfde programmering van nieuwe bands en singer-songwriters en dat al voor de vijfde keer. Laten we het eens ergens anders over hebben. Hoofddeksels bijvoorbeeld of pullovers. De klerepolitie is in de huis!

Vrijdag: Van pullover tot Komo-shirt

Het is nog licht buiten en goed warm. Je moet wel gek zijn om onder deze omstandigheden een donkere concertzaal binnen te treden. Het Haagse Music in my Head-festival (MIMH) heeft genoeg gekken gevonden, want twee dagen achtereen loopt het Paard van Troje vol. Ik geef m’n blouse af bij de lege garderobe en meng me onder de spijkerbroeken en zwarte T-shirts.

Op het podium tel ik twee pullovers met geruite overhemden eronder. Het archetypische uniform van de biologieleraar anno 1985. En natuurlijk van Engelse hippe bandjes. Neem daarbij opgeteld hun zeer dansbare snelle muziek (nog net niet zo geniaal als The La’s) en het is zeer logisch dat het viertal van Little Man Tate spastisch staat te dansen. Zou ik ook doen in zulke kleren. Het publiek moet even wennen, maar als de ogen dichtgaan, kan er ongestoord gehuppeld worden.

De kleding wordt al een stuk beter in het café, waar de Haagse band Doll House Drama een strakke set speelt. Indiegrungerock heet het volgens het programma, maar de zanger (type mooie jongen met halflang haar – hij kan zo in de Rolex-reclame) trekt zich er weinig van aan en zingt doodleuk Buckleyaans over de rock heen. De gitarist is duidelijk de trendsetter in de band; ik voorzie een stormloop op het vuilniszakkenshirt met Komo-logo na dit optreden. Tot het zover is, dragen de toeschouwers vooral bandshirts met een afdruk van een artistieke hond op voor- of achterpand.

Dankzij het XXL drumstel en de duistere lichtshow is van de kleding van de Secret Machines weinig te zien. Nu heeft uw klerepolitie zich ook snel uit de voeten gemaakt, omdat hij de kort-door-de-bocht-vergelijking met Pink Floyd wel vond kloppen; wat een moeilijkdoenerige suffe muziek!

My Latest Novel is een typische MIMH-band; wars van trends en modes. Oftewel; ze zien er niet uit, maar het kan ze niet bommen. De Schotten schreeuwen hun zeemansliedjes door de zaal, om plotsklaps stil te vallen en heel lief verder te gaan met een slaapliedje. Het optreden is wat rommelig, wat de zaal doet besluiten ook door de rustige liedjes hardop te rabarberen. Geen stijl! Terwijl de band juist zeer stijlvol hun eclectische folk brengt.

Geen rustige songs bij Editors, dus het meeschreeuwen vanuit de zaal verhoogt enkel de goede sfeer. De band geeft zonder twijfel het beste optreden op deze vijfde editie van MIMH. De in simpele effectieve zwarte blouses gestoken bandleden hebben duidelijk zin in Den Haag. De gitarist snijdt scherpe geluiden uit zijn gitaar om nogmaals te bewijzen dat hij de vroege U2-platen kent. En de zanger grijpt met beiden handen in het luchtledige om zijn teksten kracht bij te zetten. Het non-verbale spelletje, waarbij ook zijn microfoon een rol speelt, neigt naar een maniertje. Maar zodra je opgaat in de muziek, ga je bij Editors geheel op in de muziek.

Zaterdag: Van korte broek tot anti-Leco-coup

Dat het Paard een achtertuin heeft, weten de MIMH-bezoekers pas sinds zaterdagmiddag 10 juni. Een zonovergoten tuin, met BBQ, bier en balen stro om op te zitten. En niet te vergeten met muziek van Ron Sexsmith, Marisa Yeaman en Johan. Vooral Johan overtuigt met een akoestische set met songs van hun voortreffelijke album THNX. Teleurstellend aan hun optreden was natuurlijk het ontbreken van korte broeken. Jongens, kom op nou, het is echt geen spijkerbroekenweer! Dan heeft het publiek – met topjes en kniebroeken – zich beter voorbereid op dit Music in my Backyard-programma. Met dank aan de zon is de middag een aanwinst voor het festival.

Een zangeres met een zwart-roze gestreepte broek, één zeer zware nepwimper, Animal van The Muppets achter de drums en een gitarist met een zeer fout gekleurde blouse (dat kan dan wel een verwijzing zijn naar de jaren 70-kleuren en naar de Hawaii-blouses, maar de combi doet pijn aan de ogen). De drie opvallende figuren vormen de punkrockband Noisettes uit Londen. De uitbundigheid in kleding vertaalt zich ook naar de act; ze spelen hun punk zeer gedreven en uitzinnig. Zonder de kleding en de act, zouden de Noissettes echter niet overeind blijven. De Dresden Dolls hoeven zich qua concurrentie dus nog geen zorgen te maken.

Ed Harcourt dient zich wel zorgen te maken. Dat hij de dag ervoor zijn Engelse tour afsloot, niet geslapen heeft en nog steeds dronken is, is tot daaraan toe, maar vanwaar dat verstoppertje spelen? Geen kwaad woord over zijn rode blouse, maar waarom krijgen we enkel de achterkant ervan te zien als hij achter de piano zit? Zijn dronkenschap maakt de set rommelig, maar ´Born in the 70s´ wordt er juist leuker door als het publiek op zijn voorstel hem toezingt: ‘We don’t really give a fuck about you’.

Voor je in de grote zaal naar John Cale kunt gaan kijken, moet je door rookwolk heen op de gang. In de zaal zelf mag van Cale niet gerookt of geflitst worden. Links naast Cale staat een man met zijn armen over elkaar streng naar elke fotograaf te kijken. Cale heeft er lol in en speelt met zijn jonge band stevige rock en af en toe een pianodingetje. Het gevolg van de verboden is dat het optreden in de andere zaal vergeven is van de rooklucht en de leden van de Australische band Howling Bells haast niet te zien zijn. Als de rook om onze hoofden enigszins is verdwenen, wordt ook de muziek steeds minder vaag. De mannen van de band dragen dandy-achtige sjaaltjes en de dame heeft ravenzwarte lange haren. Hun muziek bewandelt de weg tussen PJ Harvey en Tracy Bonham; rock met een aangename rafelrand.

Gelukkig blijft de vergelijking met Pink Floyd beperkt tot het DarkSideMoon-shirt van zanger
Paul Smith van Maxïmo Park. De muziek is namelijk verre van suf. De band kan zich qua populariteit en qua energie meten aan Editors. Smith had zelfs nog zoveel energie dat hij direct vanaf het podium de andere zaal inliep om te chillen bij Ron Sexsmith. Totdat hij natuurlijk ontdekt werd door die drie clevere meiden die ook de overstap van de grote feestzaal naar de kleine stemmige zaal hadden gemaakt en nu in hun strakke topjes de zanger staan te wangen. Had hij die elegante hoed maar af moeten doen, die hem zo herkenbaar maakt. Ondertussen zingt Sexsmith zijn songs tussen neus en lippen de zaal in. Suffe muziek, nasale stem, tegen het valse aan soms, een anti-Leco-coup en een stille begeleider in een Clash-T-shirt. Allemaal waar, maar wat een prachtige melodieën produceert die man!

De vijfde editie van MIMH is een geslaagde zeer stijlvolle editie gebleken, waarbij – zeer terecht – de muziek het met gemak wint van de aankleding. Tot zover de berichtgeving van de klerepolitie (allstars, halflange dumpbroek, zwart shirt en huidkleurige oordoppen).

Tekst: Ricco “stijlguru” van Nierop Foto’s: Edwin Bergeman

Lees verder op de Recensent: