• Titel: Boven is het stil
  • Auteur: Gerbrand Bakker
  • ISBN: 90-5936-106-7
  • Uitgever: Cossee
  • Datum bespreking: 19 April 2006

Het drama achter de gebeurtenissen


Dit is de recensie over een merkwaardig boek. Het is een boek waarin alles wordt beschreven zoals het is. Het speelt zich af op een doodnormale locatie. Er gebeurt slechts af en toe iets. Maar wat er werkelijk gebeurt, daar lezen we niets over. Dit is de recensie over een boek dat louter is opgebouwd uit suggestie.

Want dit is de recensie over Boven is het stil van Gerbrand Bakker (1962). Het woord `stil´ in de titel is juist gekozen. Stel je het uitgestrekte platteland in West-Friesland voor en een boerderij met wat schapen, wat koeien en wat ezels, een man op leeftijd en zijn vader en wat hoor je? Juist. Hooguit wat gestommel op de trap. Een blatend schaap ergens ver weg. Korte conversatie. Het omspoelen van een kopje. Maar wat we aan geluid missen, winnen we aan beeld. De boerderij stáát midden in het uitgestrekte platteland. De man op leeftijd spóelt het kopje om in de keuken van zijn boerderij. De boer mélkt zijn koeien. Deze alledaagse taferelen worden niet zomaar beschreven, maar ze worden vanzelfsprekend gemaakt; zoals niemand zich als hij naar een film kijkt afvraagt of hij inderdaad die boer wel ziet lopen op het land. Die boer loopt er.

Niet dat er niets gebeurt in het boek. Het relaas van de boer die eigenlijk geen boer wilde zijn (Helmer), maar dit noodgedwongen werd toen zijn tweelingbroer Henk overleed, is niet van dramatiek gespeend. De hardvochtigheid waarmee hij zijn oude vader behandeld, zodra die hulpbehoevend en hulpeloos is geworden, laat niets te twijfelen over. De vader, een stugge boer, heeft het leven van zijn enig overgebleven zoon grondig verpest door deze te sommeren het boerenbedrijf over te nemen. Helmer heeft zijn studie niet af kunnen maken. Heeft nooit een vriendin gehad. Heeft niets van de wereld gezien. Verlangt naar Denemarken sinds hij heeft gehoord dat een collega daar naartoe is verhuisd. Maar komt niet verder dan het uit zijn hoofd leren van de plaatsnamen.

Verder is het allemaal zeer alledaags. Maar door de voortdurende opsomming, en eindeloze herhaling, van al deze alledaagse gebeurtenissen, krijgt de lezer wel heel sterk de indruk dat het wat te betekenen heeft. Maar wat? Wat betekent het, dat zijn buurvrouw hem met de verrekijker bespiedt? Wat lopen zijn buurjongetjes als een soort Peppi en Kokki over zijn erf? Waarom lezen we zo nauwgezet over de praktische bezigheden van Helmer? En, nu we toch vragen aan het stellen zijn, ís het allemaal wel zo alledaags wat hier gebeurd? Wat doet die ekster in de boom voor het raam van de oude, stervende vader? Wat heeft het te betekenen dat Riet, het vriendinnetje van de overleden tweelingbroer (die dus eigenlijk de boerin van de boerderij zou worden) hem weer opzoekt? Waarom brengt ze haar zoon, die ook Henk heet, bij Helmer onder? En wat is dat voor relatie met de oude knecht van zijn vader, de enige persoon die Helmer ooit op zijn mond heeft gezoend?

De zon gaat onder in dit boek en de volgende dag weer op. Maar de lezer wordt naarmate de tijd verstrijkt steeds ongemakkelijker. Hij heeft het gevoel getuige te zijn van een onuitsprekelijk drama. Een drama dat zich achter de gebeurtenissen, als achter de gesloten deuren van de boerderij, afspeelt. De vader sterft. Helmer doekt de boerderij op en vertrekt naar Denemarken. De slotzin van het boek, uitgesproken door Helmer, klinkt zowel bevrijdend als beklemmend: “Ik ben alleen.” Boven is het stil is het verhaal van een leven dat zinloos is. Het is geen ongewoon leven.

U heeft zojuist de recensie gelezen van een merkwaardig boek. Het is een traag boek, langdradig bijna, dat echter meeslepend is en spannend. U zult met dit boek niet weten hoe u het heeft.

Edwin Fagel