• Evenement: International Film Festival Rotterdam
  • Editie: 45, 2016
  • Datum bespreking: 16 Februari 2016

Engagement en moed:
de nieuwe Italiaanse film


Gezien op het 45e International Film Festival Rotterdam

Door Arthur Crucq

De hoogtijdagen van de Italiaanse cinema worden vaak gesitueerd in de jaren zestig van de twintigste eeuw; de tijd van politiek links geëngageerde regisseurs als Bertolucci, Fellini, Scola, Pasolini en Visconti; regisseurs die tegelijkertijd ook werkten tegen de achtergrond van een groeiend verlangen naar vrijheid en vrije liefde; La Dolce Vita!

In de jaren zeventig valt net als in veel andere westerse landen een donkere schaduw over het idealisme. Dit wordt misschien nog wel het meest duidelijk gemarkeerd door Pier Paolo Pasolini’s beklemmende en gruwelijke film Salò o le 120 giornate di Sodoma die hij maakt in 1975, kort voordat hij op het strand van Ostia wordt vermoord. Deze film is vaak uitgelegd als een cynische afrekening met de naoorlogse door consumptie gedreven jeugd die hulpeloos, verstoken van enig besef van politieke ideologie, zich onmiddellijk in elke nieuwe val van verleiding van de dictatuur zou laten lopen, om vervolgens letterlijk en figuurlijk door haar misbruikt te worden. Of het uiteindelijk zo erg werd, valt te bezien maar feit is dat de Italianen zich de afgelopen decennia massaal lieten verleiden tot de opportunistische en egocentrische politiek van populisten als Berlusconi.

In de Groene Amsterdammer van 27 januari jl., portretteert Anne Branbergen de op 19 januari in Rome overleden regisseur Ettore Scola (84) als de laatste grote regisseur van die naoorlogse bloeiperiode. Behalve de grote regisseurs en hun mooie, vaak spraakmakende films, liet deze tijd ons ook legendarische acteurs na, zoals de iconische Sophia Loren en de charmante Marcello Mastroianni. Wie kent hem niet als Marcello Rubini, uit Fellini’s La Dolce Vita, waarin hij samen met Sylvia (gespeeld door de Zweedse Anita Ekberg) schittert in de beroemde liefdesscène in de Trevifontein.

Ondanks dat Berlusconi de macht niet meer heeft, lezen we in Branbergens stuk dat Scola bepaald niet milder oordeelde over de huidige Italiaanse premier Matteo Renzi wiens Partito Democratico zich weliswaar erfgenaam van de voormalige communistische partij mag noemen maar toch evengoed van een ideologische leegheid getuigt die nog het meest neerkomt op politiek als management. We kennen het in Nederland van de kabinetten Rutte, met de regering als dagelijks bestuur van iets dat volgens de heren en dames idealiter dient te functioneren als een winstmakend bedrijf in plaats van een overheid die zich om de noden van haar burgers bekommert.

Tegen de achtergrond van dit klimaat, dat Europa nog steeds in haar greep heeft, vroeg ik mij dan ook af hoe het met de huidige generatie filmmakers uit Italië gesteld is nu de laatste grote regisseur er niet meer is. Het afgelopen filmfestival van Rotterdam greep ik aan om een aantal recente producties afkomstig van het schiereiland te bekijken. Wat is er nog over van de vonk die de ideologische bevlogenheid van een eerdere generatie deed ontbranden? Kan zij nog opvlammen nu mensen murw geslagen lijken als gevolg van jarenlang populisme en vriendjespolitiek tussen staat, kerk, bedrijfsleven, media en maffia, waarmee maar moeizaam afgerekend lijkt te kunnen worden?

De film Bella e Perduta van regisseur Pietro Marcello draait om het leegstaande jachtpaleis van Carditello, ooit eigendom van de leden van de voormalige Bourbon monarchie die de heerschappij over het koninkrijk der beide Siciliën bezat. Het gebouw is ernstig in verval en het omliggende terrein wordt door de maffia gebruikt om illegaal afval te dumpen. We maken kennis met Tommasso die uit liefde voor het gebouw als vrijwilliger het paleis probeert te redden van de ondergang. Zo goed en kwaad als het kan ruimt hij het afval en probeert hier en daar het gebouw wat op te kalefateren. Op een dag vindt hij in een nabijgelegen weiland een achtergelaten mannetjesbuffel die hij Sarchiapone noemt. Tommasso besluit zich over het dier te ontfermen maar aan zijn inspanningen voor het dier en het paleis komt een einde wanneer Tommasso op kerstavond aan een hartaanval bezwijkt. Kort daarna verschijnt Pulcinella ten tonele; de dwaze figuur uit de Italiaanse Commedia dell’Arte. Hij neemt de zorg van de buffel over en vertrekt met het dier voor een reis door het prachtige landschap van Campania. Een landschap dat ondanks haar schoonheid te lijden heeft onder de vele illegale vuilverbrandingen van de maffia.

Als kijker beleven we de reis deels door de ogen van Sarchiapone die met het verstrijken van de tijd weet dat het moment naderbij komt waarop hij in het slachthuis zal eindigen omdat hij als mannetje nu eenmaal geen melk geeft en dus niet nuttig is voor de productie van de beroemde mozzarella kaas. Ik kan mij geen films herinneren die deels ook vanuit het perspectief van een dier worden verteld maar het maakt de gang van Sarchiapone naar de veewagen nog aangrijpender.

Bella e perduta is een film waarin zoals de titel al verraad dat schoonheid en verval hand in hand gaan. Het paleis staat in deze film symbool voor de vergane glorie en dus Italië. Het wordt uiteindelijk in 2014 alsnog aangekocht door het Ministerie van Cultuur en krijgt net als het land een tweede kans als monument en toeristische trekpleister. Tegelijkertijd laat de film zien hoe zich dankzij de praktijken van de maffia op de achtergrond van dat land een ecologische ramp voltrekt van ongekende proporties.

Per Amor Vostro van Giuseppe Gaudino speelt zich ook af in Campania en wel in haar meest beroemde stad Napels. We maken kennis met Anna die zojuist een baantje als souffleur heeft gekregen bij een televisiestudio. Haar echtgenoot Gigi Scaglione spendeert zijn dagen zonder betaalde arbeid. Ondanks dat Anna uiteindelijk een baantje voor hem weet te regelen lijkt hem dat maar weinig te interesseren. Anna komt er dan ook langzaam achter dat haar echtgenoot op veel slinksere wijze aan zijn centen komt. De situatie wordt er niet gemakkelijker op als ze op haar werk ondertussen verliefd wordt op de acteur Michele Migliacco die met zijn charmante verschijning diep onder de indruk van haar blijkt te zijn. Ze gaat er ten slotte in mee omdat de romance ten minste voor even de aandacht van haar moeizame bestaan weet af te leiden. Totdat blijkt dat ook deze Migliacco niet van het zuivere soort is.

Een film, voornamelijk geschoten in prachtig zwart-wit, over een vrouw die heen en weer wordt geslingerd tussen twee kenmerkende foute mannen; de agressieve macho in de gedaante van haar echtgenoot en de licht melancholische Michele achter wiens charmante façade de nodige financiële problemen blijken schuil te gaan. Uiteindelijk rest Anna dan ook niet anders om de moedige beslissing te nemen tegen haar man op te staan hoewel dat aanvankelijk door dochterlief niet in dank wordt afgenomen.

Het thema van de misdaad lijkt in de Italiaanse film altijd wel ergens aanwezig. In Non essere Cattivo van Claudio Caligari maken we kennis met twee boezemvrienden op het verkeerde pad. Het is 1995 en we zijn in de Romeinse badplaats Ostia. De heroïne heeft plaats gemaakt voor de pillen, de coke en de housemuziek. Cesare en Vittorio slijten hun dagen met druggerelateerde handeltjes en hangen tussendoor rond in de plaatselijke bar. ’s Nachts worden ze gretige gebruikers en verzeilen van het ene duistere feestje in het andere. Nadat Vittorio een angstaanjagende trip meemaakt besluit hij een punt te zetten achter zijn druggebruik en trekt in bij zijn nieuwe vriendin Linda die samen met haar tienerzoon een eenvoudig appartement bewoont. Vittorio aanvaart een baantje op een bouwproject en probeert afscheid te nemen van zijn oude levensstijl. Boezemvriend Cesare blijft echter stevig op het slechte pad tot groot verdriet van Vittorio die zijn vriend ondanks alles trouw wil blijven. Een ontroerende film waarin maar weer eens duidelijk wordt dat het niet meevalt een deugdzaam bestaan op te bouwen. Zeker niet wanneer men zich bedenkt dat een handeltje in drugs meer en sneller geld oplevert dan een ondergewaardeerde baan als bouwvakker. Caligari kiest er uiteindelijk voor zijn film hoopvol te laten eindigen maar zonder dat het te sentimenteel wordt.

Ondanks alle moeilijkheden volhardt Vittorio in zijn wens een normaal leven te leiden, vrij van drugs en criminaliteit. Zelfs de verzuchtingen van zijn vriendin over de altijd tekortschietende financiële middelen pareert Vittorio door te bekennen best tevreden te zijn met de weinige en moeizaam verworven middelen die zij wel hebben. In die opmerking schuilt wellicht een kritiek op de materialistische en hedonistische levensinstelling waarin niets ooit genoeg is en tegelijkertijd een liefdesverklaring aan het eenvoudige arbeidersbestaan en de onvoorwaardelijke vriendschap.

Non essere cattivo was Caligari’s laatste film. De regisseur, geboren in 1948 en tot op zekere hoogte dus niet behorend tot de nieuwe generatie overleed in 2015. Caligari had slechts drie films op zijn naam. Volgens de introductie van de programmeur van festival had dit vooral te maken met het feit dat Caligari gemarginaliseerd werd door de gevestigde Italiaanse filmindustrie. Non essere cattivo laat zien dat deze marginalisering volkomen onterecht was.

En dan zag ik de film Arianna van Carlo Lavagna. Evenals Bella e Perduta prachtig gesitueerd in het Italiaanse landschap; dit keer bij het meer van Bracciano. Een film die onderdeel was van een programma waaronder het filmfestival Rotterdam dit jaar een selectie films vertoonde rondom gender en identiteit.

Tijdens een zomer in het buitenverblijf van haar ouders komt de negentienjarige Arianna achter een pijnlijke waarheid. Het wordt ons duidelijk dat ze dan al enige tijd worstelt met haar identiteit en haar seksualiteit. In tegenstelling tot de borsten van haar mooie nichtje Celeste willen die van Arianna slechts moeizaam groeien. Ze heeft nog nooit gemenstrueerd en het lukt haar maar niet om tot een orgasme te komen. Op advies van haar gynaecologe plakt Arianna hormoonpleisters die echter weinig lijken te helpen.

In de zwoele warmte van de zomer komt het uiteindelijk dan toch tot een romance met een jongen. Helaas loopt deze uit op een schrijnende teleurstelling. Deze geeft haar ten slotte de aanleiding op zoek te gaan naar wat er nu werkelijk met haar aan de hand is. Arianna komt er vervolgens langzaam achter dat haar ouders een allesbepalende rol hebben gespeeld wat betreft haar geslacht en seksualiteit. Want, wat te doen als je kind niet als jongen maar ook niet als meisje is geboren?

Deze vier recente Italiaanse films getuigen niet meer van de hoogdravende ideologische bevlogenheid van de generatie uit de jaren zestig maar tegelijkertijd weten ze door middel van prachtige verhalen invoelbaar te maken hoe hun personages worstelen met het leven en zichzelf. Want uiteindelijk blijken die ondanks alles toch telkens in staat om de buitenwereld en de daarin werkzame machten, of het nu gaat om de maffia, de kleine misdaad, de medische wereld, de overheid of de kerk, op hun manier te trotseren en met zichzelf in het reine te komen. Het paleis van Carditello wordt gered, Anna weet moedig te zijn, evenals Vittorio en Arianna. Zij durven de waarheid onder ogen te zien en er ten slotte naar te handelen. Als we hierin iets van een mensbeeld mogen herkennen waarmee de huidige Italiaanse cinema zich engageert dan staat het er wellicht nog lang zo slecht niet voor met die mensheid.

Arthur Crucq (een ingekorte versie van deze tekst was te horen in Het Woordenrijk, radioprogramma op Den Haag FM).