• Evenement: Crossing Border
  • Data: 12-17/11/15
  • Zaterdag 14-11-15
  • Datum bespreking: 15 November 2015

Omarm het grote onbekende het zal je verrijken


Het is zeven uur, Crossing Border begint, maar de oordopjes kunnen nog even uitblijven. Menno Pot, presentator van de grote zaal, gaat het publiek voor in een minuut stilte – niet alleen Crossing Border, maar ook op andere festivals en bij andere poppodia in Nederland staan zaterdagavond stil bij de aanslagen in Parijs.

Folkzangeres Alela Diane trad vrijdagavond op in Parijs, wist zaterdag met haar gitarist en violiste de stad en het land uit te komen en refereert daar meermaals aan tussen de liedjes: ‘Thank you all for coming out, it’s not an easy time to come and see bands play. This next song is called Migration.’ Tijdens de intro doet Diane een ademhalingsoefening en laat overduidelijk bij het uitademen haar schouders zakken. De volle zaal is stil terwijl Diane met gitarist Francesconi hun gezamenlijke album bijna integraal spelen. Tussen de nieuwe songs door voegen ze enkele oudere songs uit haar repertoire. Diane stond in 2008 al op het festival en wist toen haar fabuleuze debuutplaat niet overtuigend live te brengen, maar is nu met gitarist en violiste overduidelijk gegroeid. Ze geven een krachtig en tegelijk fragiel optreden, in het teken van de dag ervoor. Ze sluiten af met ‘Roy’ met de regels: ‘Leave this place, follow the great unknown.’

We verlaten de zaal op zoek naar het onbekende. We laten Blackie & The Oohoos in Heaven zweven en zeefdrukken de trappen af, langs het Nirvana van Leon de Winter. We drinken met kompanen snel ons bier, want dat mag niet mee naar buiten - en verspillen is zonde. We trotseren de laat ingevallen herfst en zien op de schermen dat het podium voorafgaand aan Built to Spill in de Franse driekleur is verlicht en we nemen ons intrek in het Heartbeat Hotel. Daar voert Anne van Veen een vreemd toneelstukje op, ze doet een appèl op de liefde in verband met Parijs en meldt dan dat ze weer in de fictie van haar boek stapt. Ze doet een stap naar achteren en leest ons voor alsof we studenten aan de theateracademie zijn. Vervolgens lijkt ze zichzelf te interviewen over dat haar boek nadrukkelijk niet gaat over het misbruik van docenten op die academie en dat ze geen statement maar een comin’ of age-verhaal wilde maken. Ik mis een goede interviewer – sowieso een interviewer – om met deze talentvolle dame even tot de kern te komen, want dit werkt niet.

De boekpresentatie die volgt is het compleet tegenovergestelde. Een bijzondere boekpresentatie, in de eerste plaats omdat de schrijver er niet is – Ali Eskandarian werd 11 november 2013 vermoord. Niet lang daarvoor kreeg de Nederlandse uitgever Oscar van Gelderen zijn manuscript in handen. Nu is er het boek ‘Golden Years’ een beat-roman over de kunstenaars-scene in New York. Deels Amerikanen met Iraanse roots (zoals Eskandarian), deels vluchtelingen uit Iran, waaronder de band Yellow Dogs en grafisch kunstenaars Icy & Sot (die de prachtige poster van Crossing Border maakten dit jaar). Enkele sleutelfiguren uit die scene en veel familieleden zijn aanwezig en worden geïnterviewd. Hierdoor ontstaat er een mooie, maar bijna begrafenis-achtige sfeer, er wordt geklapt voor Ali, gehuild om Ali. Als een voorlezend familielid te emotioneel wordt, neemt een vriend het boek in handen en vervolgt. De fragmenten zijn indrukwekkend, vanwege het onderwerp – de originele titel was ‘American Immigrant’, maar ook vanwege de stijl, die refereert aan beatpoetry. Als dan tussendoor ook de schrijver zelf nog op archiefbeeld te zien is, maar dan als gepassioneerd muzikant is het verhaal compleet. Dit is, om met presentator Lee Brackstone te spreken precies waar Crossing Border goed in is: ‘the coming together of music & books.’ Het festival dat met deze mix een bijzonder programma-onderdeel neerzet, waarin een ode wordt gebracht aan een schrijver en muzikant die ik voorheen niet kende. Een verrijkende ervaring.

Alsof Alela Diane en Ali Eskandarian nog niet genoeg zijn, gaat de avond nog even door. Wordt er nog nadrukkelijk gerefereerd aan Parijs bij de meeste optredens, van Ilja Leonard Pfeiffer, via Eska (wat een talent!) en Duke Garwood tot Cinematic Orchestra aan toe. De ontlading komt ook, via het feest der vervreemding van de excentrieke Bianca Casady en de vrolijke skiffle & roll van familieband Kitty, Daisy & Lewis. Zie voor beiden hiernaast.

Ricco van Nierop

en boven het podium van de grote zaal zweeft nog steeds de beschermengel van Icy & Sot

Kitty is net zo goed op de drums als Daisy, en Lewis kan net zo goed zingen als Kitty, en Daisy is net zo goed op de gitaar als Lewis en Kitty speelt net zo goed keyboard als Daisy en Lewis. Het verschil in persoonlijkheid is het duidelijkst zichtbaar achter de drums: broer Lewis (26) is de oudste, hij zit semi-cool achter de drumkit, met een grote, duistere grijns op zijn gezicht. Zus Daisy (24) heeft lang, donkerblond haar waar tijdens het drummen haar hele gezicht achter verdwijnt, omdat ze met heel haar lichaam drumt: net zo gepassioneerd als haar broer, maar op een bepaalde manier sierlijk. De jongste, Kitty, zit gebogen als een soort beest achter de drums, en ze kijkt ook als een beest dat net een prooi heeft gevangen, ze slaat op de drums alsof ze het de hersens wil inslaan. Alle drie hebben ze een karakteristieke brede mond met een spleetje tussen de voortanden. Hun ouders staan aan de zijkanten van het podium dienstbaar, maar niet minder badass mee te spelen.

Ze brengen de bruisende, energieke liedjes van hun nieuwste (derde) cd The third nog veel bruisender en energieker dan ze al waren. Normaal gesproken ben ik niet zo’n danser tijdens concerten maar dit keer kon ik het niet helpen en kwamen dance moves in me naar boven waarvan ik dacht dat ik ze vergeten was. Rechtstreeks uit de jaren vijftig waarschijnlijk.

Van een heel andere orde was het optreden van Bianca Casady, één van de twee Coco Rosies. Het concert was vreemd op de meest indrukwekkende manier. Het was een totaalervaring. De muziek hield het midden tussen soundscapes, Björk-achtige melodieën en experimentele zang (al is ‘midden’ niet echt het woord). Op de achtergrond werd een film vertoond, een collage vreemde, nachtmerrie-achtige beelden, wat in het centrum van het podium werd voortgezet door de (nogal virtuoze) dans/performance van een man. Zijn vervreemdende kostuums, maskerades en bewegingen waren prachtig in overeenstemming met de muziek en de filmbeelden. Het resulteerde in een, hoewel naargeestig, prachtig spel van klank en beeld rond de thema’s leven en dood, mens en dier, man en vrouw.

Ik had de indruk dat deze editie van Crossing Border aanmerkelijk minder goed is bezocht dan het gemiddelde tijdens eerdere edities. Waar dat aan ligt? Geen idee. Misschien had het te maken met het slechte weer. Misschien met het tijdsgewricht waar we in leven. Misschien ook met de programmering: er waren dit jaar veel minder bekende namen geprogrammeerd. Degenen die om die reden hebben besloten dit jaar over te slaan moet ik even bestraffend toespreken. Crossing Border is juist het festival bij uitstek om bijzondere artiesten te leren kennen, artiesten die misschien nog wel méér de moeite waard zijn dan de artiesten waar je in een andere concertzaal toch al naartoe zou zijn gegaan. Het festival heeft in de loop der jaren bewezen dat je het kaartje bij wijze van spreken blind kunt kopen. Het wordt hoe dan ook mooi. Dit jaar was daar geen uitzondering op.

Edwin Fagel