• Artiest: Month of Sundays
  • Titel: s/t
  • Label: Wire Globe
  • Datum bespreking: 23 September 2015

ik heb de jazz al op de kachel gezet


Het was zondag. Dronken vrouwen. Op de kermis. Een kale hond. Die jankte. Als mijn broertje. Toen die klein was.

Het was zondag, en dus ging je iets LEUKS doen. Schaken in het park bijvoorbeeld, of naar Apeldoorn met je schoonmoeder. Of de godverse duinen in met die klotehond. En de wind in je haren, en het zout op je gezicht, en aan een kraam is er gefrituurde vis.

Het was zondag, en dus bleef je tuis. De snelheid waarmee je dromen vervliegen als je zit op bed, en zit, en zit, en zit. Al wat een wereld kan doen, is verschijnen. Wat gezien is, is gedroomd. We denken onszelf hier.

Het was zondag. De zondag des levens.

Het was zondag, en misschien moest je werken. Een taksi vol Vlamingen. Je wilde hen vragen of koeterwaals iets met Walen te maken had, maar je deed het niet. Ze moesten misschien nog ergens geraken vandaag. Het was zondag ommers.

Het was zondag. Zomaar zoon loodgrijze kutzondag. Los domingos son muy aburridos. Een maand vol zondag, en een kouwe dag in de hel.

Het was zondag, en dus zat het je daar de hele dag te spijten dat het geen vrijdag meer was.

Het was zondag. Onze laarzen ritselden doorheen de herfstbla’ren. Onze vingers verstrengeld. Verderop een cabin in ze woods, en daar wachtte ons een port. We waren int algemeen vrij gelukkig in die phantazie.

Het was zondag, en dus zwom je in leeg en betekenisloos daglicht.

Het was zondag. Zelfs de lucht bewoog trager dan normaal. Je sprak alleen maar zaterdagavondwoorden. En zeggen: Op sjoek geweest in uw purperen kleedje en boots... voelde me er bijna een prinsesje in. En smile-emoticon zeggen. En Ik hoop tot zeggen, en bye. Zeggen Nu wil ik u wel in die outfit zièn vaneigens nog zoveel méér redenen om dra terug af te spreken. Grin-emoticon zeggen, en kiss-emoticon zeggen, en nog meer zeggen, de hele kamervloer vol woorden zeggen.

Het was zondag en ik zat aan mijn werktafel en ik vroeg me af. Vroeg af. Aan werktafel gezeten, vroeg ik me af. Heeft zondag een kleur?

Toen ik kind was, waren al mijn zondagen donkergeel. Tegen het oker aan.

Heeft zondag een geluid? Iets snerpends misschien als een zaagmasjien ofnee heel de zondag klinkt het naar grasmajen hier.

Hoe smaakt zondag? Zondag smaakt naar cappuccino, croissant en eieren. Naar prosecco (prosecco! god betere het!). Naar stof naar roest naar geschifte boter naar putwater zure melk heel oud brood niets dan dood in de moederschoot.

Als zondag een man was, droeg hij op zeker een slecht zittend pak. Roos op zijn schouders. Een grijnzen dat nooit lachen wordt.

Ik was veel vaker wel dan niet de beste vrienden met zondag. Dan nog liever die verrekte maandag maar. Die hakte gewoon je kloten eraf en zei We hebben geen tijd voor kater, oetlul. Die stond daar niet zo zijig mee te glanzen in des zaterdags glorieuze licht.

Heeft zondag een soundtrack.

Ja.

De muziek van zondag.

Ja.

Vroeger al. De zondagochtendplaten van mijn pa. Arc of a diver van Steve Winwood. Breakfast in America van Supertramp. Wish you were here van Pink Floyd. Goat’s head soup van Rolling Stones. Dat waren zondagen die er goed in waren van zich te laten horen.

Maar het kon ook klassiek zijn. Iets barokkigs, peinsde ik. Al was ik bepaaldelijk geen klassiekkenner als kind, of als puber, of nog. Iets ervan gaf me hoofdpijn. De kombinasie denk ik. Het licht, de zondag, de kamer, de muziek. Ik hield niet van klassiek op zondag. De droefnis lag over de dingen als een laag gestold vet op een pan soep. Het leek me dat klassiek te koud was om door die laag heen te smelten.

& jaren later, in andere steden, in andere huizen heb ik bij vlagen wel gedacht dat alleen een warmige jazz dat kon. (vrienden, ik heb de jazz al op de kachel gezet. dan blijft ze lekker warm)

Niet de kaos-jazz van Albert Ayler

noch de anarko-jazz van Mostly Other People Do The Killing

of de hypno-jazz van durlaiks als Sun Ra of Philip Cohran

er zijn dagen geschikter voor hen dan de zondag. Dagen van kaos, dagen van anarkie, dagen van hiepnoze. Dinsdag ofzo.

(u weet wel, die dinsdag waar het zjûh-nie, voorwaar zjûh-nie zeg ik roep ik brul ik, dus het zjûn-nie Macedonio Fernández plaudeert als hij zegt een zondagregentje viel per abuis want het was dinsdag)

Op donderdag was het dan nog wel eens de abstrakte jazz van Spontaneous Music Ensemble geweest. Dat was in de tijd dat niemand je huis mocht verlaten zonder The only geezer an American soldier shot was Anton Webern gehoord te hebben.

Maar de zondagse jazz moest van andere snit & kleur zijn.

Misschien kon Karin Krog het truukje doen. Al is zij dan allicht weer kleinstpakje tè loungy (wees easy, wees iezzzie op het lisssstenen menSEN).

Maar daar op de resenseertafel ligt het debuut van de europesche jazzband Month of Sundays dus laten we dat dan maar eens proberen.

Spreek jazz uit, en Uijoropa vlak daarvoor of erachter en dan hebt gij feitelijk Portugal gezegd (Portugal zeggen. En dus Adriana Sá zeggen) (is dit nog wel jazzzz?). Maar Month of Sundays is van Oostenrijk her. Ja. Oostenrijk. Zuig daar maar eens op, een wijle.

Er zit geen jazz in Heidi.

Er zit geen jazz in de Weense wals.

Er zit geen jazz in Fritattensuppe.

& dan ist misschien vandaag dat Month of Sundays hun jazz aanlengt met minimal & postrock & komaan ook een mespuntje kraut toch. Zonder daarmede evenwel tot de konkluzie te komen waartoe The fucking Claudia Quintet op gelijkaardige gronden kwam (The Claudia Quintet! ik ben ooit nog es naar daar gegaan om die achterlijke marimba van ze uit het raam te gojen ofnee wacht ik wist ze niet wonen).

Beter zoek je ze, deze Oostenrijkers, deze Month of Sundays-gasten in de hoek waar ook iemand als Jeff Burch wel vertoeft.

Of denk Tied + Tickled trio.

Of beter nog, The Necks. Ja. The Necks ja. Of dat moje elegante Necks-zijprojectje Pedal.

Je zou ook Kang Tae Hwan kunnen noemen, of alleen maar noemen dat je hem noemt (de tekst? ettert).

Ik dacht een enkele keer aan La La La Ressonance (Portugal zeggen en dus Bor Land zeggen) (ook zij nu dood) (Bor Land zeggen en dus The Unplayable Sofa Guitar zeggen), en één keer zelfs aan Calexico, een band waaraan ik verdermeer eigenlijk zelden denk.

De toetertjes zijn vol jazz ja, maar het is een plattige jazz. De jazz ligt. De jazz slaapt. Nee. De jazz sluimert. (het niets nietst, zegt Heidegger) (de tekst? ettert, zegt Casimiro de Brito) (portugal zeggen en dus Casimiro de Brito zeggen).

En o als ik de drums hoor aanvangen op ergens een vroege mid-dag (en waarom sta ik hier & nu ineens te denken aan John Wieners? dat is hoe de woorden binnenkomen!) (o casimiro de brito) (de tekst? ettert), en o als ik de wijn op mijn tong voel op ergens een late laatavond, en aw DAN.

ja dan.

Wat het alles niet vermag te smelten dan ja.

Als guitaren meanderen, en ik zelfs een jazzy Arvo Pärt opdromen kan. En if behoort tot het mooiste dat ik hoorde dit jaar.

En o de verstilling en o het filmiese, het is de filmiese zondag, de film van een zondag, het is de zondag die filmt, het is het licht dat valt (het licht en het licht omheen dat licht), het is het duister dat deemstert, het is de jazz die bluest, het is de sax die zich leegblaast, het is het guitaartje dat je jeukplekken krabt, het is de melankolie die troost.

En hoe het huisjes om je heen bouwt waar alles stilstaat, en het dan ineens meer rock, meer duister, meer dreiging geeft. Hoe het dan ineens een sent meer free in de miks gooit (je verzuipt je falderie in je alaaf – ook dat is zondag). Hoe het dan ineens voor minuten staat te schudden, en hoe prachtig dat ook is.

En het is zondag, en ik heb het over.

Ik heb het over niet meer weten hoe ver alles van elkaar verwijderd is. Ik heb het over crescendo, nee ik heb het over de ene voet voor de andere zetten. Ik heb het over een band gaan zien in het houten kaffee. Ik heb het over iets moois.

Ik heb het over stille, delikate aktiviteiten onee dat was Robert Musil.

Ik heb het over de maan.

Ik heb het over de zon.

Ik heb het over een klok ophangen, een brief schrijven, bier drinken.

Ik heb het over een idee dat het kleinste zo groot kan maken dat het nauwelijks nog in het universum past (Spanje zeggen en dus Juan Ramón Jiménez zeggen. Puerto Rico zeggen en dus Juan Ramón Jiménez zeggen).

Ik heb het over de these.

Ik heb het over de antithese.

Ik heb over syn.

Ik heb over de dag na de andere dag. Ik heb het over de dag dat ik dacht Je stikt maar in dat kutharnas van je, en liep, en ging, en mijn hoofd was zo licht dat ik dacht dat ik zou opstijgen.

Ik heb het over alles weder open, over einde nieuw, ik heb het over rechtstaan en zeggen het gaat beginnen, kinders, het staat op het punt te beginnen. alles totnutoe was maar een flauwekulletje (Brazilië zeggen en dus Moacyr Scliar zeggen)

Ik heb het over uit ogen, en kisten vol. Ik heb het over de trappen, wat je je ervan herinnert. Ik heb het over een bronzen engel. Ik heb het over steentjes in het water. Ik heb het over jeuk op onbereikbare plekken. Ik heb het over niets.

Ik heb het over de dag tot een hoedje vouwen en op je hoofd dragen als een hoedje van papier, een hoedje van dag. Afnemen voor elke schaduw op de muur. En zitten daar, en kunnen zeggen Vandaag was een goede dag, en het menen ook.

Ik heb het over de tijd na het baden (mijn haar begon al een beetje droger te worden), en dan iets van een whisky misschien en denken en peinzen wie was het weer die zei als je een e in je whisky gooit kijk je door het whisk-ey(e?) (en moesten dat dan geen twee e’s zijn dan?).

Ik heb het over jou, en natuurlijk over kussen. De mond is het soort fruit dat met huid en haar gegeten moeten worden. Kussen die je moet pellen vallen zwaar (Mauritius zeggen, en dus Malcolm de Chazal zeggen).

Ik heb het over de woestijn en wees de kaktus naast mij nee ik heb het niet over de woestijn en wees de kaktus naast mij.

Ik heb het over konstellaasies.

Ik heb het over mossels, ik heb het over witwijn, ik heb het nog maar eens over jou, ik heb het over die zachtheid, ik heb het over hoe de lamp in de hoek daar schijnt, ik heb het over mjoeziek, ik heb het over poëzie, ik heb het over jazz,

ik heb het over zondag,

ik heb het over Month of Sundays.

(tim donker)

(met een beetje hulp van Sabine en Eva)