• Auteur: Stéphane Mallarmé
  • Titel: A roll of the Dice will never abolish Chance
  • Uitgever: Wave Books
  • Datum bespreking: 3 Mei 2015

Prismatiese subdivisies van de Idee


Of A. Roland Holst dan nog.

Of een scheepswrak ja, en een hand, en een worp van die hand.

En fuckin’ Hegel dan nog.

Het gaan & het wordende. Het muterende, en het transgressieve schrijven.

Of Rein Bloem dan nog.

En de these. En de antithese. En de synthese ook ja. En dan: de negasie van de synthese. (het schuim op de zee. het schuim in mijn glas. het schuim van de wereld) (dit is de tijd. en dit is de opname van de tijd)

Niets wordt voltrokken maar dat is op zichzelf natuurlijk al een voltrekking (het niets nietst ommers) (Heidegger zei het al) (vroeger dacht ik dat het was: het niets niest & ik dacht dat dat een absurd-poëtiese manier was van zeggen dat het niets zichzelve (de leegheid) voortbrengt (uit de neus spuit?) & langstwijle dacht ik aan een scène waarin Tita Tovenaar een aap niesde)

Zich ontbindende rejaliteiten (behalve in hoogte)

(en de dood is maar die ondiepe beek waarvan men kwaadspreekt)

(de zes organen. de zes orgels) (het toelaten)

Is het juist het zwijgen dat spreekt? Is het misschien het wit dat schrijft? Is het de ruimte rondom jou die jou bepaalt in jouw jouzijn?

De dood dat ondiepe beekje dus. (?). En toen ik geboren werd voor de zevende keer dacht ik Nu gaat alles weer vanvorenafaan loos.

Mallarmé. Mallarmé. Mallarmé.

Hoe gekend zou hij zijn in Nederland? Hoe gelèzen? Kent elke beetje belezen Neerlander hem, minstens bij naam? Of niet eens? Ik ken maar één Neerlandse vertaling van zijn werk: Graf voor Anatole (waarover later meer). Ten beste is hij hier ter lande een marzjienale figuur, kvrees. Een voetnoot. (maar A. Roland Holst wist zich door hem beïnvloed mensen, jaja, gaat dat lezen gaat dat zien)

Elders is hij zoveel meer.

Frans zijn, BIJvoorbeeld, fuckin’ J.-P. Richard zijn, en Mallarmékenner zijn (het geluid van het) - hoe is dat voor een professie? (leven?). Of ja, de Amnerikaners.

Want ook die kennen hem.

Henry Weinifield, of all people, kent Stéphane Mallarmé. Hij vertaalde een tweetal korte stukken van Mallarmé’s hand voor de fijne ZKV-verzamelaar Short. An International Anthology of Five Centuries of Short-short Stories, Prose Poems, Brief Essays and Other Short Prose Forms.

En Robert Bononno en Jeff Clark zetten Un coup de Dés jamais n’abolira le Hasard over in dit hier A roll of the Dice will never abolish Chance – een prachtig hardcover dicht/photoboek van Wave.

Te zeggen nee te onderstrepen – de godverdoemde amnerikaners dan nog. Ik weet dat nog wel. Achttien zijn en snotneuzig en oetlullig en vers terug uit Amnerika. Dat land heeft geen kultuur, zei ik tegen iedereen die het (niet) horen wilde. Dat mocht misschien waar ween; het heeft de Europäsche kultuur allicht een malenk beetje beter dan os Neerlanders.

Wijl toch Mallarmé voor hetzelfde geld (of een paar stuivers meer) als Hollandsch ween kondet als Unox (en dan niet alleen vanwege die A punt die Roland die Holst). Dit hier poëem – een bladzijdenlange kontemplasie over (nood)lot, auto-destruksie, determinisme & verdoemnis – is feitelijk geen poëem maar een Denkbild waarin wat waar is evengoed onwaar kan zijn.

U weet: sein ist sein und nicht-sein & wij weten niet wat ons overkomt en net dat is wat ons overkomt: dat wij niet weten… (maar ah! nee! ik ga mezelf niet toestaan José Ortega y Gasset tot lachvoorraad te maken) & tralala et cetera.

Onder de vroege avant-gardisten (zeg half negentiende tot en met 1ste kwart twintigste eeuw) treft men vele figuren aan die vanuit een intuïtief of i.e.g. anti-sciëntisties perspektief dachten en werkten; waar een diergelijke levenshouding nu haast lachwekkend banaal is (en is het niet triest je te bedenken dat dit dan misschien het enige was waarin de avant-gardisten daadwerkelijk AVANT garde gebleken zijn?).

(en is het ook hierom, mensen, (en wel hierom), dat van latere mistiesie misschien mogelijkerwijs allicht –bijwoorden van twijfel- alleen Tony Rombouts

-u weet wel die tiep die de tijd verveeld patience liet spelen met dagen als kaarten-

(o leest altemaal Rombouts’ eenvoudig als niets) ((en wel nu!)) (((ik wil u niet meer zien voordat u dat boek integraal heeft gelezen okee?)))

Marcel van Maele (niet toevalligerwijze beide vlaming?)

en in mindere mate LeRoi Jones nog oavertuugen?)

Deezdag betekent een Open Geest ommers vooral: Spiritueel zijn (braak!) & “spiritueel” is het kapotgebruikte eufemisme voor goeroeïsme, Loesje-achtige kretologie & pseudo-oosterse scheurkalenderwijsheden.

En altemaal mediteren bij dezelfde wierrookstokjes, en altemaal één met dezelfde natuur, en altemaal Gaan zoals de Dingen Gaan.

(langs de andere kant: het is de hebbelijkheid van dit onbespoten volk om niet in te zien hoe gemakkelijk zij tot massaïsties getinte dystopieën inspireren (om een gedacht van Ferdinand Mount te lenen) – zeer integendeel!;

dit hier bunt de zichzelf als zeer krities beschouwende kleinburger! --- in de zweer van The Underground Media Don’t Lie!; ZE willen niet dat WIJ weten (o! maar we weten!); ZE doen; ZE tappen af; ZE blokkeren de sienjalen; ZE stoppen de zalm vol gif en niemand die dat weet dan WIJ; ZE willen ons ziek; ZE moeten aan ons verdienen; het is altemaal een komplot van DE apothekers en DE zorgverzekeraars (o maar WIJ! WIJ weten!) & de peruaanse kalenders bunt er nog en de graansirkels en de ufo’s en de doofpotaffaires en o! de regering en o! de het gootkapitaal en o! De Indrustrrrie! –

(from the littlest baby to the biggest VIP, we are all tools of the conspiracy-y-y-y-y) ----)

Maar ook voor dit (oerhollandsche?) gat is Mallermé natuurlijk niet te vangen.

Hegeliaan onder de hegelianen.

Zijn denken, waarin al het volgende de negasie is van al het vorige, is er niet om één of andere Grote Waarheid te dekonstrueren – het is vooral een op zichzelf geworpen denken.

Topzwaar van referensies (ik dacht er nog even aan hem te zien als verre voorloper van de New Narrative-beweging, maar dan weer: men moet zijn eigen preokkupasies ook wellerus een nachtje gerust kunnen laten!) opent zijn denken vensters op een ander denken, dat vensters opent op een ander denken, dat vensters opent op een ander denken…

Als al dekonstruksie –

(ow vergeef me een terzijde maar waarom bunt hollanders zo tuk op het ontmantelen van mietes en het omverwerpen van hajliege huuskes? zuur sprenkelen over (eeuwige) liefde, lachen om de kleuren in de lucht, badinerend doen over wat een hart bruikt om te (kunnen) zien – waarom geeft dat de hollanderman (en –vrouw) zo belachelijk veel vreugde? als men niet kan bouwen, dan maar in volle oavertuuging afbreken – is het zoiets?)

(ook de afbreker bouwt op)

als al dekonstruksie hier, dan de dekonstruksie van het Al. Dekonstruksie van het ja dekonstruksie van het nee dekonstruksie van de dekonstruksie dekonstruksie van de vorm, de grammatika en en de taal &

daarmee

heb ik u waar ik u hebben wil (ja ik wil u best hebben ergens).

Want meer dan dit nog, meer dan alles nog is A roll of the Dice will never abolish Chance een pre-wittgensteinsiaanse “meditasie” (sorry ik liet me gaan) over taal – als misschien haast wel alles dat Mallarmé schreef (ja wàt nou hegeliaans) (i’m sorry).

(en dus L=A=N=G=U=A=G=E en dan zijn we nog maar kleinstteentje ver van New Narrative ---- nee, nee nee, koest nu)

Tiepografies uiteengetrokken? Taalkundig en grammatikaal uiteen getrokken alzo. Logies en taalkundig bezien is het soms wat inwisselbaar, BIJvoorbeeld, om dit per pagina te lezen of overheen overliggende pagina’s.

Voorwaar, het is niet tè idioot een taalkundige onderzoeking te vermoeden in deze bladzijden: wat zegt wat nog als je wat tegelijkertijd totaal anders zegt? (Mallarmé was er niemaals vies van de mogelijkheid tot een Totaal Ander Verstaan open te houden).

De taal moet geslagen worden tot het het intuïtieve past – de demarkasielijn tussen de trotse rede van de mens en het instinkt van het “brute kreatuur” waar Edgar Allan Poe van plaudeert (Mallarmé moet hem haast wel gelezen hebben) wordt onophoudelijk heen en dan weer terug overschreden;

van “totaal onredelijk” naar n propvol referensies zittend “intellektualisme” (dat alleen nog maar uit denken bestaat?) (waar is monsieur Teste als je hem nodig hebt?) (de lijn Mallarmé – Valéry; ploos iemand die reeds na?) –

en dan nog

altijd

de lege gaten openhouden.

DE LEGE GATEN OPENHOUDEN.

Het reeds genoemde Graf voor Anatole bestaat zoon beetje uit lege gaten & sommige dingen moet je niet weten. Wat je niet moet weten (en lees het komende dus liever niet): op 16 julij 1871 wordt Stéphane’s zoon Anatole Mallarmé geboren. Gans zijn leven ziekelijk stierf hij op 6 oktober 1879 & Stéphane dacht hem te eren / te herdenken met (in?) een boeklang poëem.

Een projekt dat natuurlijk gedoemd was in te storten onder zijn eigen gewicht. Het bleef bij vele vele kladjes; niet voor publikasie geschikte aantekensels. En dan werd het tòch gebublieseerd en zelfs vertaald, i.i.g in het Neerlands, en wel door Rein Bloem. Als Rasterboek uitgegeven door De Bezige Bij (zo zijn ze wel).

Eigenlijk moet je het verhaal niet weten niet weten van de kladjes niet weten van het onaffe niet weten van die werkelijke hele echte dood van die werkelijke hele echte zoon niet weten dat het nooit in Mallarmé’s bedoeling gelegen heeft het zò gepublieseerd te zien –

want weet je dit alles niet dat kan je de gaten dan kan je het wit dan kan je de onaffe zin dan kan je de wilde grammatika van dat daar Graf voor Anatole gewoon uitleggen als de uiterste konsekwensie van een “zoekende” schrijfstijl; het is nog geen steenworp verwijderd van wat hij doet, BIJvoorbeeld, in dit hier A roll of the Dice will never abolish Chance.

De tiepografiese uiteengetrokkenheid lijkt mij dan ook bedoeld te zijn om “de ruimte van het volledig leven te bestrijken” (en ja, dan komen er gaten in ja)

(prismatiese subdiviezies van de Idee)

(denkt iemand anders nu ook aan Huun-Huur-Tu?).

Zegt Mallarmé:

“NOTHING // of the memorable crisis / or if it were / the event fullfilled in light of all voided outcomes / human // WILL HAVE TAKEN PLACE / an ordinary elevation pours absence // BUT THE PLACE / some inferior splashing as if to disperse the empty act / abruptly which otherwise / by its lie / would have justified / the loss // in these regions / of the uncertainty / in which all reality is dissolved // EXCEPT / at the altitude / PERHAPS / so distant that a place merges with the beyond // beyond the interest / shown to it / in general / by some obliquity by such declivity / of fires // toward / these must be / the Seven Stars the North as well // A CONSTELLATION // cold because forgotten and disused / not to the extent / that is falls to enumer- / ate / om some vacant and superior surface / the successive shock / starlike / of a complete accounting still unformed // watchful / doubtful / rolling / brilliant and contemplative // before stopping / at some final place of consecration // All Thought is a Roll of the Dice”

-

denk ik: dood of levend, af of onaf, onbegrijpelijk of slechts invoelbaar ---

de regionen van onzekerheid waar elke realiteit oplost
een allerlaatste plek van heiliging
zo ver een plaats dat het samensmelt met het achterliggende
wakend twijfelend wentelend briljant en kontemplatief

kunnen zo maar zo wat ingrediënten zijn waarvan poëzij gemaakt is. Denk ik. Is een gedacht mijn. Als elk gedacht, een worp met de dobbelsteen.

(tim donker)