• Auteur: Fenton Bresler
  • Titel: De moord op John Lennon
  • Uitgeverij: St. Martin's Press, 1989
  • -
  • Dagboek van een lezer is een
  • maandelijkse reeks van Edwin Fagel,  
  • zoals voorgelezen in poëzieradioprogramma
  • Het Woordenrijk: dinsdag 21:00-22:00
  • Stadsradio Den Haag FM (92.0 FM)
  • Datum bespreking: 9 December 2014


De moord op John Lennon

Werd John Lennon door de CIA vermoord? En was dus de man die al ruim 30 jaar vast zit voor de moord, Mark David Chapman, niet meer dan een instrument, die tot de moord werd ‘geprogrammeerd’? De theorie is niet nieuw, het boek van de Engelse jurist Fenton Besler waarin hij de theorie onderbouwt, De moord op John Lennon, verscheen al in 1989. Ik had er dan ook wel over gehoord, en het leek me altijd onzin. Tegenwoordig gebeurt er niets meer zonder dat het een complot is.

De afgelopen dagen las ik het boek en er is wel wat voor de theorie te zeggen. Bresler haalt veel details over de moord en de moordenaar naar boven en hij onderbouwt de theorie slim. Maar op cruciale onderdelen laat hij het afweten, zodat we er uiteindelijk weinig mee opschieten.

Bresler overtuigt als hij de (nog steeds) gangbare theorieën over de moordenaar ontkracht. Mark Chapman was geen eenling, identificeerde zich niet met John Lennon, vond Lennon geen hypocriete miljonair en was niet op zoek naar roem en aandacht. Wel was hij volgens Bentler een aardige, niet erg intelligente jongen met depressieve neigingen, en een fundamentalistische christen die met zijn seksualiteit overhoop lag. Dit maakte hem volgens Bentler geschikt om te dienen als instrument van de CIA.

Hij laat zien dat de Amerikaanse geheime diensten Lennon al vanaf zijn komst naar de Verenigde Staten in 1972 scherp in de gaten hielden vanwege zijn politieke activiteiten (dit is inmiddels algemeen bekend, zie ook de documentaire The US vs John Lennon) en dat men zeer paranoïde was als het Lennon betrof. Dit schaduwen en afluisteren heeft in ieder geval tot diep in de jaren ’70 geduurd. Lennons comeback in 1980 viel samen met de verkiezing van Ronald Reagan. Verschil met begin jaren ’70 was ook dat Lennon inmiddels een verblijfsvergunning voor de Verenigde Staten had verworven. Men wilde Lennon, aldus Bentler, uitschakelen voordat hij ook weer politiek actief zou worden. Dus: voordat het publiek zou kunnen vermoeden dat hij om politieke redenen was vermoord. Om deze reden werd ook niet gekozen voor bijvoorbeeld een sluipmoordenaar, maar voor een ‘gestoorde fan’.

In zijn feitenrelaas laat hij tal van eigenaardigheden zien, die inderdaad kunnen duiden op inmenging van buitenaf. Zo leest Chapman de cruciale boeken The Catcher in the rye en de Lennon-biografie One day at a time pas nadat Lennon bekend had gemaakt voor het eerst sinds vijf jaar weer bezig te zijn met een plaat (augustus 1980). Maar ook na het lezen van de biografie heeft hij nooit blijk gegeven van een bijzondere belangstelling voor John Lennon. Hij neemt een ongebruikelijke, en dure vlucht naar New York en er is onduidelijkheid over de reisdata: verbleef hij misschien op weg naar New York drie dagen in Chicago? En waarom? Na de moord vluchtte Chapman niet, maar bleef hij rustig wachten tot de politie hem zou arresteren (lezend in The Catcher in the rye). De New Yorkse politie beschouwde met de arrestatie van Chapman de zaak als opgelost en daarom werden tal van details niet onderzocht. Enzovoorts.


Volgens Bresler fungeerde The Catcher in the rye als de ‘trigger’ waarmee Chapman op scherp werd gezet. Het hele boek lang verwachtte ik dat nog zou worden uitgelegd hoe een dergelijke hypnose, of hersenspoeling, of wat het ook is, in zijn werk zou gaan. Hoe de CIA juist deze volstrekt onopvallende jongeman voor de klus had weten te strikken. Waarom men er niet voor had gezorgd dat Lennon bijvoorbeeld een fataal ongeluk zou krijgen, in plaats van de muzikant op een zo spectaculaire, en vooral ingewikkelde en riskante manier om te brengen.

Deze vragen blijven echter onbeantwoord. Dat maakt zijn betoog er niet sterker op. Met het uitgebreide relaas van Chapmans gedrag tijdens de rechtszaak in 1981 versterkt hij integendeel de indruk dat het inderdaad om een gek gaat - die evenwel bedrieglijk helder overkomt. Een dergelijk troebele man die, kennelijk zonder te zijn bedreigd, door iemand anders kan worden bewogen een dergelijke moord te plegen en de rest van zijn leven te zwijgen over zijn beweegredenen - zo iemand kan ook zomaar zelf op het idee komen Lennon te vermoorden.

Als Bresler gelijk heeft, was de moord op John Lennon de spreekwoordelijke perfecte moord. Maar ik ben bang dat deze moord eerder stompzinnig dan perfect was.

Edwin Fagel


Het Woordenrijk op denhaagfm.nl (di 21u-22u). Het radioprogramma is een productie van het Haags dichtersgilde o.l.v. Harry Zevenbergen. Elke twee weken is deRecensent te gast, de ene maal Edwin Fagel met een Dagboek-deel en de andere maal Ricco van Nierop met een poëzierecensie.

Terugluisteren kan via deze link Voer datum & tijd (9-12-15, 21:00) in en hoor naast bovenstaande bijdrage van Edwin Fagel, ook Arthur Cruq over Constantijn Huijgens en Hofwijk.