Herfsttuinen


Je ontkomt er gewoon niet aan. November, de eerste, en vlak daarop Allerzielen. Ik had me nog zo voorgenomen nou eens géén afgezaagd herfststukje te schrijven, omdat het ‘toevallig’ november was. Dat gebeurt toch al zoveel.

Onderweg naar huis. Fietsend tussen de bladeren, door het bos en langs, jawel, Huis ten Bosch. Hier en daar ligt nog een plasje water, en het bospad is vochtig, dus opletten waar ik fiets. Tegenliggers zijn er ook, en wandelaars. Maar rechts passeer ik de pauwen.

Ik kijk graag naar ze, ook al zitten ze achter een hek. Schitterende beesten waar ik van kan genieten, hoewel het moment zelf natuurlijk vluchtig is. De allure die die vogels hebben, en tegelijkertijd lijken ze zich helemaal nergens bewust van. Ze wandelen lekker met hun pootjes over het bedauwde slash natte gras, en dat zonder erbij na te denken. Daar kunnen wij mensen nog wat van leren. Alhoewel. In de Paleistuin in het centrum van Den Haag staat een bord: ‘Verboden het gazon te betreden’, maar niemand die zich daar aan stoort. En de Marechaussee staat erbij en kijkt ernaar.

Ik zag om naar de pauwen, en dacht: zo hoort het. Vervolgens nam de fantasie het heel even over en ik droomde, alweer, over een eigen landhuis - een paleis is toch wat groot voor mij alleen -, en een gazon, met pauwen erop.

Verder fietsend begonnen zich zinnen te vormen en voor ik het wist had ik wat stof voor de eerste, het stukje van de maand. Snel naar huis, laptop aan, maar ik had ook nog afgesproken met een vriend die koffie kwam doen. Vriend kwam, en hij lustte ook wel wat eten. Dan snel maar wat zinnen neerpennen, terwijl hij vanuit de keuken praktische zaken probeerde te bespreken. ‘Ik kom zo! Ik moet dit effe neerschrijven!’ Je weet tenslotte maar nooit wat er nog meer tussen kan komen.

Samen wat boterhammen gegeten en over van alles gesproken. Nou ja. Van alles. Het ging natuurlijk allemaal weer over de liefde. Uurtje later kon ik eindelijk verder waar ik gebleven was. Ik pakte de draad dus op en bedacht me zus en zo en schreef het stukje af.

Maar niets was minder waar. Ik dacht aan het beeld van de pauwen. Maar die waren er helemaal niet! Zouden ze binnen zijn gehaald, voor de komende kou of de regen, of scharrelden ze om het hoekje? En dan nog het ergste van het hele verhaal. Ik dacht de ‘huistuin’ van de Koningin te gaan beschrijven, gewoon, om de melancholie stiekem toch een beetje aan te scherpen. Maar die woont er niet meer...

Tim Mathot (november 2014)


Lees hier de voorgaande columns van Tim Mathot:
Bij de kapper (oktober 2014)
Ernstig Spel (juni 2014)
Ouwe Koeien (mei 2014)
Uitbundigheid (april 2014)