• Artiest: broeder Dieleman
  • Titel: Gloria
  • Label: Snowstar Records
  • Datum bespreking: 3 September 2014

41 Jaren Met Mij Verbracht


(De Otterna De Telefoon Voor De 80miljoenste Keer Niet Werd Opgenomen Bloewwz)

& als de telefoon voor de tachtigmiljoenste keer niet wordt opgenomen en ik het ding maar weer opberg in mijn borstzakje
& lopen ga altijd maar dat lopen hier
doorheen natte straten
& de telefoon die voor de tachtigmiljoenste keer niet werd opgenomen
& het grootste gedeelte van mijn liefde voor haar afbreekt
& valt
op natte straten
& ik denk
als ik dat daar laat liggen vind ik het nooit meer terug
in natte straten
in inwisselbare natte straten
& als de telefoon voor de tachtigmiljoenste keer niet wordt opgenomen
& ik denk
ik heb éénenveertig jaar met mij verbracht
& de vermoejenis
& de treurnis
van dit spesifieke éénenveertigiste jaar
van één teveel
of misschien wel veertig teveel
wie zal het zeggen
het smaakt naar geronnen bloed
naar heel oud brood
naar niets dan dood
naar regen op natte straten
& ik denk
na een eindeloos voorspel in bad
duurt zomaar verzuipen maar even
& de telefoon die voor de tachtigmiljoenste keer niet werd opgenomen
& het lopen
& later het fietsen
& éénenveertig jaren met mij verbracht
& je staat nee loopt nee fietst met niets
dan een telefoon die voor de tachtigmiljoenste keer niet werd opgenomen
& met dit fietsen dit fietsen in het fietsen dit fietsen langsheen huizen
alle huizen
& ik denk aan huizen
alle huizen
waarin ik zat of sliep of lag
naar het plafond staarde
of zat
of sliep
het huis van mijn jeugd
saai als alle jeugden in buurten
met onliteraire namen
of het huis waarin ik sliep met iris in mijn armen heel de nacht sliep met iris in mijn armen
& de ochtend van wakker allebei en nog even blijven liggen allebei en het licht dat door de gordijnen viel tot het verstrikt raakte in haar haar
& ik dacht
o hoe hou ik van dat licht
op de eerste ochtend voor altijd
(& toen was dat nog een altijd
van nog maar achttien jaren met mij verbracht)
(en iris getrouwd nu en kinder nu en dat alles met een man die ik niet ben)
of het huis waar ana op het balkon stond
(ana met het badpak. ana met de tetjens)
of het huis waar sabine wilde dat ik mijn hand op haar buik zou leggen
(of alle andere huizen die tot stof vergingen of tegen de vlakte gingen of nooit meer betreden werden)
& er is geen uitgesproken thermodynamische tijdpijl meer
& we met a.long years ago and i remember that one of your sisters is
& je moet verliefd op hen worden. Anders zijn ze onuitstaanbaar
& altijd maar verder
& dit is niet mijn halte
& jij bent niet mijn enige droom
& altijd maar verder
tot ik ook ooit
bij zoiets aankom
dat huis heet en een bouwsel is en belendende bouwsels zijn daar en buren zijn daar en zij heten serge of martijn en zij organiseren dan wel ondergaan buurtbarbekjoes en ik hou van het idiotenfeest werkelijk waar aber hier leben? nein danke
& nog voor ik goed en wel één voet over de dorpel zetten kan (de andere voet komt na) is daar mijn vrouw en mijn vrouw vraagt en mijn vrouw stuurt
me om een boodschap
& tis weeral lopen voor mij
& als ik voorbij het keukenraam loop gaat dat open en mijn vrouw steekt haar hoofd naar buiten en zegt ga je ook nog even naar het kruidvat voor
maar ik hoor het al niet meer want ik loop door en door en steek mijn handen diep in de zakken van mijn houthakkersjas
& loop door
altijd maar door
altijd maar lopen
& de telefoon werd voor de tachtigmiljoenste keer niet opgenomen
& éénenveertig jaar met mij verbracht
& altijd maar lopen
& een wilsdaad veroorzaakt beweging in onze ledematen of brengt onze verbeelding op een nieuw idee
& hoe snel het licht valt
maar van zon naar libel honderdvijftig miljoen kilometer lichtloos tot het op de vleugels uiteenspat
& hoe
uit talloos vele avondwandelingen het model van een zonsondergang tevoorschijn komt als een postkaart
& hoe hou ik van dat licht
& altijd maar lopen
de duivel en ik liepen over de rijswijkseweg er was niemand op straat
&
het tintelen en zweven van het laatste licht
& dan is dat licht weg want dan wordt dat opgedronken door het winkelsentrum waar zelfs natuurlicht kunstmatig lijkt en het lege licht en het naakte jaar dit jaar het éénenveertigste jaar want zovele heb ik er reeds met mij verbracht
& nobody died that year. Nobody prospered. There were no births or marriages. Seventeen reverent satires were written – disrupting a cliché and, presumably, creating a genre
(zoon leeggevreten jaar. zoon jaar dat zichzelf leegeet tot het doorschijnend is en je al je andere jaren erdoorheen ziet schemeren)
(we met a.long years ago and I remember that one of your sisters is)
& die door de zeegroene diepte van de aarde heen alles zag

maar dit is het supermarktjaar
dit is
éénenveertig jaar met mij verbracht en een telefoon die
tachtigmiljoen keer niet werd opgenomen
& breekt af
& erogene weefsels worden minder gevoelig
(buik geeft al de liefde)
& het water stroomt verder, en we kunnen alleen maar volgen
& sta ik afgerekend aan de kassa en sta ik voor mijn huis and the dust blows forward and the dust blows back als een quickwindje op steekt (wat een onzin allemaal) sta ik binnen met maar half de boodschappen waar ik om gezonden werd en er is eten en er is geur en er is post
&
het is de broeder
ik ris de enveloppe open en het is Dieleman
ja. het is de dielebroeder
mildly tipsy en aardig baardig
& ik leg dat daar neer
ik leg dat daar neer want ik zal nog minstens één avond met mij verbrengen
& de duisternis zal volkomen zijn als ik dit luister
& ik zal mildly tipsy zijn als ik dit luister
& de gloria zal glorieus zijn als ik dit luister
(luister eens. de glorieuze duisternis)
& het duister zal donker zijn als ik dit luister
& waartoe zullen wij uit al deze duisterheden anders besluiten dan tot onze onwaardigheid
& dan is het tijd
& de wijn in mijn glas, en dan is het tijd, en de seedeespeler zingt gloria (en baltazar krull’s hart zingt maneschyn), en het niks in mijn zakken, en in de gloria, en saavonts slapen met de ramen open en je hoofd dicht tegen de muur, en de piano, en de banjo, en de zang, en je zou dit (freak)folk kunnen noemen en je zou dit gospel kunnen noemen en je zou dit country kunnen noemen en Will Oldham zou je kunnen zeggen en Sixteen Horsepower of Woven Hand zou je kunnen zeggen en de latere Smog op een manige nacht in een park in Nijmegen zou je kunnen zeggen en The Dad Horse Experience zou je kunnen zeggen (u weet wel, diene mens die uit t leavûh gevallen waart), en er is licht in die muzik en er is lucht in die muziek en er is adem in die muziek en er is ruimte in die muziek
“…een zeer bedachtzaam geluid…”
& licht uit de snaren of tussen de noten
& soms nog een tsjello ook
& de geur van strijkhars, en alles wat dit opriep
& soms nog een troostende vrouwenzang ook
(she’s a little girl eating a violin. can you hear the strings as she chews on the frets?)
& alle vogels bidden hun vleugels droog
& zo voltrekt zich de wraak van de krachten der aarde, die losbarsten in kettingexplosies van windhozen en tyfoons. Dan vermenigvuldigen zich de vogels waarvan men dacht dat ze uitgestorven waren, en ze vliegen in zwermen omlaag vanuit de vier windstreken met een oorverdovend gekrijs. Wanneer de mensheid, weggevlucht in holen onder de grond, het hoofd naar buiten probeert te steken, ziet zij hoe de hemel verduisterd is door een dichte deken van vleugels
& er is ook verstikking in deze muziek
& er is ook duister in deze muziek
(rechtop het donker tegemoet)
maar het is hoe dit helpt troosten
(luister eens. de glorieuze duisternis)
hoe het helpt troosten met deepsounding guitaar en piano en violijn en zang
(het maakt niet uit wat ze zeggen. bijvoorbeeld dat. je niet zingen kan. zing er alleen maar. harder van. en fuck de haters)
& het water komt ons niet meer halen. het gaat vuur zijn deze keer
& dan
komt
Adriana
(mijn tante heet Adriana)
(echt waar)
dan komt Adriana, en alles heel erg luid, en alles steeds kresjendo, en alles heel erg woest, en kippenvel overheen heel mijn oud kapot lijf van éénenveertig jaar met mij verbracht en tranen in mijn dodevissen-ogen die reeds tachtigmiljoen keer de telefoon zagen in al zijn domme plastieken onbeantwoordheid
ik heb nog nooit het licht gezien. buiten altijd maar t buitenste duisternis
& brown water turning into light. There now. There now. That just was life. And now. What? My name is gone
& de dag van diepe treurnis om de telefoon die voor de tachtigmiljoenste keer niet werd opgenomen en de eindeloze vermoejenis om éénenveertig jaar met mij verbracht eindigt in bruin water dat in licht verandert
& de zwaarte en de last van het zelf in een een vrije naamloosheid
& de stank van verrotting van alles éénenveertig jaar lang keer na keer tot godverdomme zien worden in
“…een totale geurstilte…”

(tim donker)