• Artiest: Plan Kruutntoone
  • Titel: Als alles er af is
  • Label: Eigen beheer
  • Datum bespreking: 24 Februari 2014

wij waren elders


Maar dat gebeurde elders.

Het was een loodgrijze dag in een millennium dat blindelings op zijn eigen einde afstombelde, en we zaten daar. We dronken goedkope supermarktwijn (want we hadden het niet breed). We zaten daar. Overal gebeurden dingen, maar nooit gebeurden ze daar. Menigmaal werd er een uiting geuit. Ik zei iets over een vlieg op het plafond & hij zei iets dat ik niet verstond. Iemand had het Platokrantje meegenomen. Hij. Of ik. Of hij. Of ik. Ik nam een slok en las een paar regels voor uit een resensie van een seedee van een band die Plan Kruutntoone heette. Of was dat in een ander blad misschien.

Dat met die plankruutntooners gebeurde dan ergens in Groningen, of in Friesland, wie kende alles dat hoger dan Amersfoort lag nog uit elkaar eigenlijk? Sex Ettek bijvoorbeeld. Was dat niet Peter Sijbenga? Of was die van It Dockumer Lokaeltsje van Deinum schreef die niet een simfonie voor heipalen?, en had ene gast Solbakken er ook niet wat mee te maken gehad?

Skoorden ofnee wacht dat is een lelijk woord, vonden we daar geen seedees van ooit, van zulke bands? Sex Ettek, Solbakken? En wat vonden we ervan dan, of vonden we er niks van misschien? Wie hield er verder nog iets bij, wie sprak er, wie speelde er met het hoesje van een kassettebandje dat hij in een hoek gevonden had, wie boerde luid?, wie zei jaaaaa ik ga zo eens naar bed maar ging nooit?

Het gebeurde elders.

Het was een warmende dag in een millennium dat net had aangevangen aan te vangen. De sneeuw was al aan het smelten en wij zaten daar. We dronken inktzwarte ijzersterke loeihete koffie uit dat stomme koffiezetapparaat dat nog aan de buurvrouw van mijn moeder had toebehoord en ik had meegekregen toen ik op kamers ging. Iemand zei iets, iemand zweeg, een seedee speelde, een insekt vloog zichzelf met een verbazend harde tik te pletter tegen het raam. Iemand had iets gehoord van iemand die ergenswaar een band had zien spelen die Plan Kruutntoone heette. En dat dat goed was. De naam De Kift viel. Als altijd. Bij zulke bands. Dan was het onvermijdelijk dat vroeger of later een keer de naam De Kift viel.

Maar het gebeurde elders. In Groningen wist iemand nu heel zeker te vertellen.

We maakten. We maakten een blad dat Kraakpen heette. We hielden. We hielden van literatuur en muziek en wijn en kunst en gesprekken over het vrouwelijk geslachtsorgaan. We hielden ervan plat op de vloer te liggen (er is geen verder neer) en bleudzin te plauderen. We hielden van tejatur naja hij een beetje meer dan ik hij veel meer dan ik hij alleen en ik niet. Ik hield van voor het raam staan en denken dat ik daar heel in de verte Femke zag lopen.

Mijn haar begon al een beetje droog te worden. Plan Kruutntoone, zei je? Groningen, zei je? Misschien moeten we eens naar daar. Een Groningenspecial maken met Kraakpen of zoiets debiels. Of gewoon zomaar uit de losse pols vanuit de trein of in straten een video schieten en daar dan een beetje overheen wauwelen en muzieseren en dat Kraakpen nummer 5 noemen. Misschien één van die Plan Kruutntoone gasten voor de lens zien te krijgen. Die dan iets doet dat niks met Plan Kruutntoone te maken heeft. Tikveel. Een boodschappenlijsje voorlezen ofzo. En dan alleen wij en die paar kenners zullen weten dat dat die-en-die van Plan Kruutntoone is, en dat alle anderen zullen denken dat dat gewoon maar een vent is die een boodschappenlijsje voorleest.

Alles gebeurt altijd elders. We gingen niet. Elders is te ver, weet je dat niet? Elders is altijd te ver, en wij waren te bedonderd. En the magazine broke up, en alles ging naar de kloten, en later, later weer, ging hij nota bene naar Groningen wonen en ik bleef in Utrecht.

2014 & iedereen is in zijn eigen hoekje oud & verdomd & vergeten & alleen aan het worden & punk is dood en barelijk nee baartjens nee beerlijk leven wij nog. En ik ga door de straten de straten in een leven dat te mid loopt of ten einde, wie weet zulke dingen ooit op voorhand. Uiteindelijk heb je niets, zegt iemand. Nie aan de klomp zitte meheer, zegt iemand anders. Vraag het niet meer, denk ik, het is niet langer de vraag.

Je zult haar nooit meer zien lopen. Denk ik.

Je zult haar nooit meer zien gaan. Denk ik.

Daar valt die naam weer, dan. Geen Platokrantjes meer, wie komt er nog in Plato? Plato is nu zèlf een elders geworden, en te ver, en wat je zoekt is er meestal toch niet te vinden. Alles gebeurt op die stomme kompjoetur nou, want daar is alles te vinden. Daar vallen de namen. Tegenwoordig vallen de namen op feesboek, het grootste mondiale virtuele dorpskaffee ooit. Men spreekt weer. Plan Kruutntoone. Men spreekt die naam weer uit. Die naam die ik in de tussenliggende jaren een beetje vergeten was, als ik eerlijk ben (de mannen maakten ook niet alteveel seedees, kan ik tot mijn verdediging aanvoeren).

En dan de laatste drank besteld, en de laatste hoop aan diggelen, en alles het raam uit.

En dan de laatste seedee besteld, en welaan de voorlaatste dan ook meteen maar (en ineens heb je ongeveer de halve Plan Kruutntoone-diskografie in huis, wie had kunnen denken, bel Antonio). En alles gebeurt maar digitaal, behalve de analoge post. Die komt heel echtwaar nog allervieziekst doorheen mijn brievenbus zeilen, die brievenbus daar in die voordeur van mij.

Het was een heel pak mensen, het was een heel pak op een dode zaterdag ergens in februari in dat van de gele hond gescheten jaar 2014. Dat het een heel pak was, kwam voornamelijk door Een mooi pak. Dat was die voorlaatste.

Iets met een reis naar Oost-Europa ofzo, konsepten van konseptseedees gaan altoos n beetje langs me heen. Een rijk instrumentarium: bas drum trombone klarinet, welja; trompet tuba akkordeon guitaar welja; stemmen meer stemmen meer guitaren kornet welja.

Een rijke literatuur waar uit geput wordt. De werken en het leven van Jan Yoors, welja.

Een los seedeetje in, in een kartonnen hoesje waarop twee mannen en 1 stel benen soep eten & een derde man lachend met een stoel loopt te zeulen. Een los oblong-achtig seedeeboekje in met teksten in en informaasie en foto’s. Losse zooi in: een stropdas (echtwaar), een armbandje, en wat lui gemaakt kindertekeningetjes op een vierkanten kladpapiertje van het soort dat je in een blokje bij de telefoon legt (om het telefoonnummer van Ans op te noteren, of de tijd van de afspraak bij de tandarts, of zomaar wat op te droedelen, ach wie telefoneert er tegenwoordig nog eigenlijk?, dat gebeurt altemaal met wats ep of hoe heet dat).

Tejatraal ja, en literair ja, en hier kon ik die naam wel bij plaatsen. Die eeuwige naam. De Kift. Ik kon plaatsen hier. Ik kon. Ik deed. Ik vond mooi, niet alles, wel t meeste. Dit was dus. Dit was dan eindelijk dus. Plan Kruutntoone.

Later. Twee dagen drie dagen wie weet wie kijkt er op zijn almanack?, wie houdt die dingen bij? Een dode dinsdag. De doodste dinsdag. Ryan Bradley sprak recht en niet krom toen hij de doem uitsprak over dinsdagen. Ik haatte deze dinsdag in al zijn vezels en ik geloof ook dat deze dinsdag mij haatte. Deze dinsdag stak zijn dinsdaghand in mijn lichaam of in mijn kop want waar zit het?: mijn ziel werd uitgerukt, en opgevreten door deze harteloze lul van een dinsdag. En saavonts was ik dood.

Ik zat. In zetel. Men sliep. In bedden. Boven mijn hoofd. En ik zat, in zetel, en luisterde. Luisterde de volgende. De nieuwste. Plan Kruutntoone. Als alles er af is. Luisterde ik. In zetel. Met hoofdtelefoon op kop, of koptelefoon op hoofd, hangt af van standpunt geloof ik. In klauw alkool veel alkool, want alles moest dood dat nog niet dood was.

Wel. En daar. Daar hebt we’t. Xit daar. Dood. Met alkool. Bloedende bloedziel. Alles dood alles dood. Niets dat nog beweegt. Niets dat nog iets in beweging zet. Zelfs niet de Onbewogen Beweger. Wat is the punt van alles. Wat is the punt van ooit nog naar muziek luisteren als ik niet. Wat is the punt van ooit nog een dichtbundel lezen als ik niet. Niets dat ooit nog. Alles in mij is dood.

En daar.

Daar hoor.

Daar hoor ik het allermooiste nummer dat ik ooit heb gehoord en voor even stromen de dingen weer. Dan vallen wij op onze knieën en dan danken wij God. Opgesloten in heet het nummer en Locked in is een heel slecht nummer van Judas Priest denk ik vluchtig, denk ik lachend. Ik wil sms’en ofnee laat maar.

De banjo is droefgeestig de trompet is mooi de zang is ingetogen en geluiden op de achtergrond zijn krakend en piepend. “Opgesloten in angst en oordeel / en veel te veel boosheid” wordt daar gezongen en kristu jesu, dat kende ik wel!

Het is het mooiste nummer ter wereld. Het is het mooiste nummer ooit. Het is het eerste nummer op Als alles er af is en geheel momenteelderlijk baadt mijn huiskamer in een prachtig kleurrijk licht.

En het gaat verder want O GELUKACHTIG! (als Zlotz zou zeggen) (Zlotz is cool), deze seedee bestaat uit meer dan één nummer.

Het twede nummer heet Stel je voor.

Het kent al wat meer Krang al wat meer Waits al wat meer kracht al wat meer jazz al wat meer drums als wat meer spraak al wat meer tempo al wat meer woorden al wat meer guitaar al wat meer laweit al wat meer marinus (marinus marinus du warst es nicht es war könig feurio) al wat meer kentering al wat meer deining & de boekhouder is dood want hij heeft zichzelf opgehangen.

En misschien ware het niet direkt de bedoeling ervan maar ik vond de tekst zo ongelooflijk grappig dat ik luidop lachte. Onder koptelefoon. Op hoofd. In een verder lege kamer. Luidop lachen in een lege kamer het had de naam van een ongetwijfeld slecht boek kunnen zijn.

Zingt die tiep:

Stel je voor
dat we naar een ander land toe gaan
met een andere taal en andere,… gevoelens
en dat we daar dan heen rijden
zestien, zeventien uur lang
en dat we daar dan wonen en werken
en dat we op de vierde avond van de tweede week
zo’n ruzie krijgen dat we elkaar voor de kop stompen
en het halve huis kapot
[…]
stel je voor
dat we terug gestuurd
zestien, zeventien uur daarvandaan
hier met precies hetzelfde verder gaan

En ik lachte. Keihard, in een verder lege kamer. En daar ga je dan met je pannenkoekenhuisje in Zweden dacht ik vluchtig en lachte. Luid. In een verder lege kamer. En verder en voort en vuts gaat de tekst, tamelik fragementaries als u het mij vraagt (u vraagt het mij niet) maar dat is goed, en mooi, en grappig, maar zo luid lachen als na dat eerste koeplet deed ik niet meer (want ineens was ik n weinig beschaamd van zo luid te lachen in zoon lege kamer).

Zo gaat verder.

Zo gaat voort.

Zo gaat vuts.

Op de doodste dinsdag allertijden, in een verder lege kamer.

Met de mooiste seedee van 2014 (al werd hij geloof ik nog geworpen in 13 maar ksmokkel graag even met wat data om een punt te maken). Een seedee die een heel stuk kaler is dan Een mooi pak. Het hoesje is al kaler. Het komt met niks, alleen seedee en hoes. Geen teksten geen titel geen bandnaam. Een tracklist kunnen we krijgen en welaan op de achterkant geeft het dan toch: “plan kruutntoone 2013” (in 2013 al de mooiste seedee van 2014 maken, het is niet niks het is wat het is alles) .

Veel wit, en op de voorkant een heel klein simpel tekeningetje van. Van ja wattist presies ja? Een steiger met rietpluimen rond? Of een hekje met wat onduidelijke bloemekees achter?

Het instrumentarium is kaal. Het geeft bas en guitaar/banjo en slagtuig, en hier en daar wat samples of n verdwaald blaasinstrument misschien. Plan Kruutntoone is weder een trio!, ze zijn er zelf ook blij mee.

De zweer is kaal. Grijzig, grauwig, alle kracht zit in de suggestie. Het heftigst is nog Trekker, geschreven voor trekker elektrieke guitaar bas en donder, over fietsen achter een trekker, hoe dreigend dat kan zijn?, luister! luister! luister godverdomme.

Ruis, omgevingsgeluiden. In alle nummers. Nummers die lang duren veelal, met als hoogtepunt (in lengte that is) Als alles er af is, dat inkl. het op een gedicht van de geniale William Carlos Williams geïnspireerde Icarus geheten uitloopje overheen de twaalf minuten klokt.

Teksten waaruit je veeleer flarden ontvangt dan gehelen.

Zweren van modder, van klei, van regen, van grauw.

Het gebeurt niet meer elders nu. 42 minuten en 15 sekonden lang gebeurt het altemaal in mijn kot. Dit. Is. Bloedmooi. Dit. Is. Plan Kruutntoone. Ga. Luisteren. Jullie. Altemaal

glad voor hun denken
mis ik je het meest
als alles eraf is

heet het in het titelnummer. In als alles er af is is alles eraf. En nu pas voel ik hoe mooi Plan Kruutntoone kan zijn, feitelijk.

tim donker