• Artiest: Katadreuffe
  • Titel: Malconfort
  • Label: Narrominded / Subroutine
  • Datum bespreking: 3 Februari 2014

een tafel zonder la


Katadreuffe . Waar kende ik ze ookalweer van, Katadreuffe? Niet van Karakter. Nooit gelezen. Want verfilmd, ooit. En toen geprezen. Door vervelende mensen. Het slag mensen dat denkt dat het intelligent is omdat het Karakter een goede film vindt. En niet Rambo III. Het slag dat overal bij is, en altijd op tijd. Het slag dat weet het slag dat kent het slag dat lacht om alles dat niet hets slag is. Het werpt het hoofd in de nek en het ziet louter sterren.

Katadreuffe waar kende ik ze ookalweer van Katadreuffe. Wacht. Stonden ze niet. Ooit. Op een Mind the Gap-seedee? Opstaan. Lopen naar de kast waar de Mind The Gaps staan. Pakken. Ze altemaal. Al die seedees. Al die Mind The Gaps. Ze altemaal pakken. Nemen. In de armen nemen en lopen. Teruglopen. Naar werktafel. Met armen vol. Mind The Gap-seedees.

&. Ze kwakken. Daar. Op tafel. Op schrijftafel. Schrijftafel zonder la. Op tafel, daar, ze kwakken. Al die Mind the Gap-seedees. Die daar liggen. Die daar liggen, nu.

Zoeken. Vorsen. Het soort van werkje waarbij een mens een loupe in de hand zou kunnen houden. De tracklists van al die Mind the Gap-seedees afspeuren & het is het soort van karweitje dat goed zou voelen dat beter zou voelen met een loupe in de rechterhand. Niet omdat die tracklists altemaal zo klein gedrukt zijn. Maar omdat het speurwerk is en bij speurwerk hoort loupe, toch?

Wacht. Niet alleen loupe hoort hierbij. Ook koffie. Opstaan. Naar de plaats lopen waar ik de perkulator bewaar. Perkulator pakken. Onderste deel losschroeven van bovenste deel. Water doen in onderste deel. Filter in onderste deel zetten. Koffie in filter doen. Bovenste deel er weer opschroeven. Gas aandrajen. Vuur ontsteken. Perkulator op stoof zetten. Wachten.

De perkulator perkulatort. Zegt plopplopplop & als altijd: achtmaandenoude zoon schrikt hiervan. Daarheen lopen, als altijd zeggen Het is de perkulator maar. Hem uit zijn boks nemen, op je arm. De rechter. De kant waarmee je de loupe, als. Keuken in lopen met achtmaandenoude zoon op arm, naar fornuis wijzen en Zie je zeggen. Zoon perkulatorschouwen en zien dat het goed is, en teruglopen naar boks, hem nederleggen, andermaal de keuken in lopen & drajen. Uit. Het gas.

Koffie inschenken. Met koffie teruglopen naar werktafel schrijftafel niet latafel. Gaan zitten. Beginnen aan. Zoeken. Speuren af. Mind the Gap-seedees. De een na de ander, en nee zeggen als niet gevonden, en de afgespeurde seedee terzijde leggen op een immer aanwassende stapel.

Maar daar. Ja. Daar. Je hebt het. Je wist het. Je wist het nog wel, en je hebt het, en daar dan: Mind the Gap 81. Track 04. Katadreuffe. En het nummer heetPorlock en het staat niet op deze seedee, maar DAAR kende je ze van – okee je kan weer ik worden & ik kan beginnen aan. Deez hier Malconfort. Fijn dat dat uit de weg is. Zodat ik kan beginnen aan –

Ofnee. Wacht. Eerst nog even dit. Over Rambo III, het is niet dat ik dat een goede film vind en dat ik iedereen die voorbijziend aan Hollywood naar het filmhuis stiefelt voor elitaire zeikerds hou; het is veeleer zo –ow en met deze mening ga ik geen vrienden maken jongens, met deze mening maak ik nooit vrienden- dat ik meen dat er tot op zekere hoogte geen werkelijk verschil is tussen filmhuis en Hollywood.

Het is veeleer zo –ow en met deze mening ga ik geen vrienden maken jongens, met deze mening maak ik nooit vrienden- dat ik meen dat film tot op zekere hoogte altijd rotzooi is.

Stanley Kubrick zei ooit iets in de geest als: een roman wordt door één man geschreven; een schilderij wordt door één man geschilderd en het lijkt me dat een film door één man gemaakt zou moeten worden en o hij sprak recht & niet krom. Maar tussen zou moeten en wòrdt ligt hier kilometers en kilometers aan onherbergzaam terrein: geen enkele film wordt werkelijk door één man gemaakt. Je kunt net zoon diktatoriale klootzak zijn als Kubrick was: uiteindelijk ben je niet skriptschrijver, regisseur, alle kameramannen en alle spelers tegelijk; om tot het eindprodukt te geraken zijn er vele, vele uitvoerenden nodig en die hebben lang niet altemaal de bezieling van de oorspronkelijke bedenker. Het is die wildgroei aan uitvoerenden die nodig is om te maken wat je maken wilt die er voor zorgt dat ik veel films al zo grenzeloos onverteerbaar ervaar (eenzelfde “bezwaar” heb ik tegen veel klassieke muziek).

Misschien mogelijkerwijs wellicht (bijwoorden van twijfel) als in een toekomst een film echt gemaakt zou kunnen worden door èèn man: gewoon een gast die de straat op gaat met een kamera op zijn schouder en het eindprodukt dan geen documentaire noemt maar film; en als dit school zou maken, filmschool, en er in een verdere doorontwikkeling van deze filmstijl mensen voor kamera worden toegelaten die min of meer op elkaar reagerende proza- en/of poëzieteksten aan elkaar voorlezen; misschien dan.

(akteren – ook al zoiets debiels. en hoe meer een akteur zich kan “inleven in zijn rol”; hoe belachelijker ik het vind)

Of peins een filmstijl zò dogmaties dat ge weg kunt doen met dekors en volstaan met op de grond getrokken vierkanten en rechthoeken en zo –deels- het kunstmatige van film tot onderwerp maken, ja misschien dan.

Maar geef me tot die tijd gewoon maar vier gastjes die raggen en met suh alluh iets maken & zo weinig mogelijk afstand tussen idee en uitvoering. Liever nog: geen enkel idee, slechts uitvoering. En ieder geval altemaal met hart, kloten, ziel & zweet erin.

Dit zou maar zo de werkwijze van Katadreuffe kunnen zijn, want Malconfort klinkt niet alsof er heel lang over nagedacht is en dat klinkt dan weer allicht bergen onvriendelijker dan ik het bedoel. Want “domme” muziek maakt het gezelschap alvast niet. Dat is ook niet mogelijk met het amalgaam van noiserock, mathcore, postrock en grunge dat hun meetjee is (meetjee. hoor mij bezig).

Een naam als Rodan ligt me op de lippen, of Slint, of Bitch Magnet, of Avec Aisence. Een geluidenbrei op eerste gehoor laat zich bij betere beluistering ontrafelen als punky riffjes, hoekige drums, een diepe bas en een sologuitaar die omheen alle instrumenten snelle verschijnende en verdwijnende lijntjes trekt.

Speesjale aandacht verdient de zang. Het is –als wel vaker in die zjanrûh- een soort mompelende praatzang (met dien verstande dat dit gemompel bij vlagen heel furieus en boos kan klinken) die tamelik achteraan in de miks zit. Teksten zijn kaum hoorbaar en wat je kùnt horen klinkt altijd maf, onpoppy, op de grens van absurdisties. Hoor ik dit nou goed, peins je. En je weet niet wat je hoort dus je weet niet of je het goed hoorde.

Denk ik te horen: “you can see / what i can see / what you can’t see / continiously / the casual / irony / the ironic / casualty”, en denk ik: ?, en denk ik dat dat klinkt als iets waarmede Henry Rollins had kunnen afkomen.

Denk ik te horen: “I will strip myself of my surplus in flesh / and slap you in the face with it”, en daar moet ik een beetje mee smeetsen, komaan hoe zegt men dat, iets dat nog voor voluit lachen zit maar het grijzen al voorbij is.

Denk ik te horen: “don’t you dare / and think / i don’t know / that i’m supposed / to do / without you”, en denk ik: ?, en wat zègt die vent nu eigenlijk?, en is dit nu een lovesong of een hatesong of een indifferentsong?

Of iets anders misschien –

In deze licht-verbaasde stemming weet Katadreuffe mij niet het ganse plaatje lang te houden. Ook dat is gebruikelijk bij bandz lijk deez: dat de nummers wat aan de gelijkvormige kant zijn. Men zou zelfs kunnen stellen dat de plaat niet elf nummers telt, maar slechts één lange track bevat met wat tempo-, kleur- en zweerwisselingen. Dat is niet per se erg; het is net zo erg of niet erg dat erg geen la in mijn tafel zit of geen kelder onder mijn huis. De plaat als skulptuur die in zijn geheel staat te zijn wat het in zijn geheel is.

Plaat ja . Want Malconfort is een elpee, had ik dat gezegd?, zoon heel ouwerwetse, op vinyl enzo (naja mijn resensie-eksemplaar is dan weer gewoon een seedee’erretje, dus was weet ik er eigenlijk van). Een studie van als. Wat als platen nooit weg waren geweest, wat als de seedee nooit was uitgevonden. Dan had het geen speesjale betekenis gehad dat Malconfort op elpee was uitgebracht. Maar nu wel. Vanwege het artwork, dat op mijn seedee’erretje al mooi is maar int groot, op de hele echte elpee hoogstwaarschijnlijk nog mojer.

En vanwege de licht altmodiese muziekstijl van Katadreuffe. Het raakt aan bands van enige tijd her, zij het wel bands die hun glorietijd ook al in het seedeetijdperk hadden. De jaren negentig, wie kent ze nog. Ik ken ze nog. Ik was gelukkig voor een maand of drie in de jaren negentig, wat zou ik de jaren negentig ooit vergeten?

Want aan de eerdergenoemde bands kun je ook maar zo June of 44 toevoegen, of Don Caballero, of Paul Newman (dat was een band ja. een band die voor zover ik weet nooit met Friend of Dean Martin-achtig gezeik te maken heeft gehad. in ieder geval werd geen plaat ooit uitgebracht als Paul Newmanez), of The Shipping News, of Bastro, of A Minor Forest, of Colossamite/Dazzling Killmen – ik noem maar wat sla maar wat uit mijn botten nu. Ik kon ook opstaan, weeral opstaan, en naar mijn seedeekast lopen en zoeken onder inmiddels wat vergeten seedees naar nog meer bandnamen om te noemen maar u begreep bij hier reeds in welke hoek u Katadreuffe zoeken moet.

Malconfort is eerder een daad dan iets anders. Het staat plaat te ween, en het staat twintig jaar terug in de tijd te ween, en het staat skulptuur te ween, en het staat een tafel zonder la te ween, en het staat een beetje te gelijkvormig te ween. Mutatis Mutandis en Universal zijn de afwijkendste nummers van de plaat en gelijk de beste. En ook dat heeft dat zweertje van vroeger: dat wat-vind-jij-het-beste-nummer-van-de-plaat zweertje (wat dan weer totaal afwijkt van de idee dat deze plaat uit één lange track bestaat).

Geen geniale Moethebt, deez. Meer een Kuntwelnetzogoedhebt. Als je van de genoemde muziekstijlen, en genoemde bands houdt. En als je in Mutatis Mutandis en Universal de mooiste nummers van een Neerlandse band van de voorbije tien jaar in huis wil hebben. En je zou om minder toch. Wie zou niet om minder?

Jij zou niet om minder.

tim donker