• Auteur: Krijn Peter Hesselink
  • Titel: Als niemand vangt
  • Uitgeverij: Podium
  • ISBN:
  • -
  • -
  • -
  • Het Woordenrijk: dinsdag 21:00-22:00
  • Stadsradio Den Haag FM (92.0 FM)
  • Presentatie: Harry Zevenbergen
  • Terugluisteren via: denhaagfm.com
  • Datum bespreking: 28 Januari 2014


Alle bijvoeglijk naamwoorden verzamelen

(uitgesproken in Het Woordenrijk 28-01-2014)

Als niemand vangt van Krijn Peter Hesselink bestaat uit drie delen die ook thematisch een onderverdeling weer lijkt te geven. Deel 1 heet ‘De regels van het spel’, hierin spelen gezinsleden een rol. Wat neem je over van je ouders, wat laat je links liggen? Het forse tweede deel van de bundel is getiteld ‘Verkenningen’ en handelt over liefde en relaties in allerlei fases. Vallen en opstaan. Voor elkaar vallen en de volgende morgen weer nuchter opstaan. In het slotdeel, ‘Hoor ik daar mijn naam’ laat Hesselink de dagelijkse realiteit achter zich en duikt de droomwereld in. In dit deel worden de scènes vager en lopen in elkaar over.

Ik zal uit elk deel een gedicht bespreken. Uit het eerste deel:

Quod Erat Demonstrandum

Nooit worden waterplassen weer zo groot
als toen mijn vader in de achtertuin
uitlegde waar al die regen toch vandaan kwam

het bootje dat hij me die dag liet vouwen
zoog zich langzaam vol tot niets het vaartuig
nog onderscheidde van de plas waarin het wegzonk

mijn vader heeft zijn punt gemaakt, zijn hoofd
steekt maar net boven de natte grond uit
grassprietjes kietelen zijn neus, hij niest

en als hij woorden zoekt om op te kauwen
hapt hij naar aarde, bij een mondhoek zie ik
de modder kalmpjes aan naar binnen sijpelen.

Hesselink begint met een vredig vader-zoon tafereel. De vader legt uit, met praktijkvoorbeelden erbij – tuin, plas, bootje - de zoon begrijpt. Maar dan slaat de dichter het oude fotoalbum dicht en pleegt hij een soort van vadermoord, een langzame, bijna onwerkelijke. Vooral door de laconieke beschrijving van het wegzakken van de vader in de modder, krijgt het iets onwerkelijks. Het gedicht intrigeert en dat komt niet alleen door de complexe verhouding tussen zoon en vader die eruit spreekt, vooral ook door de beelden die Hesselink gebruikt.

Uit het tweede deel:

Liefdesklacht

ik weet niet wat het is, zeg je, er drommen
kabouters rond ons bed wanneer ik aan
je oorlel knabbel en vergeet dat we op weg zijn

maar zijn we wel op weg, zeg je, ik weet
alleen dat heel het bed begint
te schokken, dat heel de kamer davert van

honderden kleine voeten, dravend, dravend
honderden kleine stemmen, lachend gaan ze
met ons aan de haal, zeg je, en dat ik

geen flauw benul van de bestemming heb
is nog tot daaraantoe, maar dat ik zelfs
vergeten ben waar we ooit zijn vertrokken

dat gaat te ver, zeg je, onze kleren liggen
nog na te hijgen op de vloer, dat gaat
te ver, herhaal je, dat gaat echt te ver

Door de inbreng van kaboutertjes krijgt dit liefdesgedicht een sprookjesachtig karakter, maar verder zijn het puur de lusten die de woorden voortbrengen. Mooie woorden wat mij betreft. Neem een zin als : ‘onze kleren liggen nog na te hijgen op de vloer’. Of de strofe: ‘dat ik / geen flauw benul van de bestemming heb / is nog tot daaraantoe, maar dat ik zelfs / vergeten ben waar we ooit zijn vertrokken / dat gaat te ver.
Als het geen poëzie was, zou ik zeggen dat het pure poëzie was.

       

Uit het slotdeel:

Surprise, surprise!

We staan gezellig in een kring te kijken
het feestvarken is gevangen in het schijnsel
van het gebak dat nasmeult aan haar voeten
ze lacht en stelt ons een voor een gerust
ze vond het een geweldige verrassing
maar als ik me laat zakken op een krukje
ben ik ineens weer kind, een blonde vrouw
komt met een halfverkoolde taart aanzetten
het is te laat, niets valt nog uit te blazen
ik ben al oud, men trekt mijn kaak omlaag
en schuift een taartstuk nauwgezet naar binnen

Wat ik zo mooi vind aan dit gedicht is dat je het zo voor je ziet – als in een film, om er maar eens een cliché tegenaan te gooien. Vooral de overschakeling van volwassenen naar kind, van nu naar toen, is goed gedaan: door op een krukje te gaan zitten, ben ik ineens weer kind.
Simpel, maar effectief.
Invoelbaar en speels.

En ik hoef deze reeks bijvoeglijke naamwoorden alleen maar aan te vullen om de hele bundel te beschrijven. ‘Als niemand vangt’ van Krijn Peter Hesselink is simpel, maar effectief. Invoelbaar en speels. Associatief, maar waar nodig to the point. Vol van lust, liefde en last.

Ricco van Nierop


Het Woordenrijk is een wekelijks radioprogramma over poëzie bij denhaagfm.com (dinsdag 21:00-22:00). Het programma is een productie van het Haags dichtersgilde en wordt gepresenteerd door Harry Zevenbergen. Elke twee weken leest deRecensent een poëzierecensie voor.
TERUGLUISTEREN: De hele uitzending (inclusief Lou Reed-stuk van Paulina Vanderbilt) beluister je hier. Bovenstaande tekst wordt voorgelezen vanaf de 49e minuut.