• Artiest: Kim Janssen
  • Titel: Ancient Crime
  • Lable: Snowstar Records
  • Datum bespreking: 7 Maart 2012

en een heel klein beetje winter om ons gek te maken


Ow, bestaan die nog dan? Konseptalbums bedoel ik. In de jaren zeventig (ah! ¿donde estabas tu en el ’77?) struikelde je over die dingen. Je kwam de platenzaak binnen, en de konseptalbums stroomden naar je toe. Ze bleven maar komen, ze bleven maar stromen, ze kwamen, ze gingen, ze zeiden pick me pick me, overal rond je voeten, ze kleefden aan je schenen, je kreeg die krengen amper van je afgeschopt.

Maar ergens gedurende één of ander “ooit” geraakten ze in onbruik, die konseptalbums. Ze werden hopeloos onmodieus. Pompeus, een beetje pretentieus ook en alles verder nog met –eus dat niet mooi is. Doch hier. Doch nu. Doch hier & nu. Geeft het er weer eentje. Ancient crime heet het en het is een werkje van Kim Janssen.

Zetzen u. Nee echt. Het is beter dat u zit. Ga zitten. Ga zitten daar. Deze hier konseptalbum is als volgt. Het speelt zich af in een “oude idyllische school” in een afgelegen dorp in Noordwest-Engeland. Tijdens de winter. Dat ook nog. Een heel klein beetje winter om het af te maken. Een heel klein beetje winter om ons gek te maken. Deze hier konseptalbum moet een miks ween van geschiedenis, mythe, herinnering, oude verzen, nieuwe verzen, arranzjementen (nieuwe). Het hept trompetten. Klarinetten. Bugels. Tuba’s. Een kerkorgel. Een honderdkoppig koor. Echt waar. Daar is het koor. Ga en tel de koppen.

(mij is niet verteld of het koor ook 100 lijven heeft. mogelijkerwijs heeft het koor allenig maar 100 koppen en niet 100 lijven. mogelijkerwijs is dit koor een honderdkoppig monster. mogelijk. maar erg waarschijnlijk acht ik het niet)

Zegt Janssen: “De wereld van Britten en Couperin, treinen, silver birch bomen, valleien, kachels, tapijten, donkere bossen, het strand in het westen, de bergen in het noorden. Een wereld van ambitie, eenzaamheid, disconnectie, verlangen en vriendschap.”

Ik ga nog even verder hoor. Deze hier konseptalbum werd al reizende opgenomen. Het Oriel Quartett te Berlijn. Een drumstel in een verlaten fabriekshal te Groningen. Een traporgel te Almere. Een koor te Utrecht. Er was een huiskameropname te Rotterdam, ook nog.

Ik weet niet hoe het met u zit. Nee. Dat weet ik niet. Hoe dat helemaal zit met u. Maar ik weet wel hoe het met mij zit. En eerlijk gezeid heb ik op grond van de loutere omschrijving van deze hier konseptalbum ruimschoots gegeten, ruimschoots gedronken. Ik peins mij bombast. Ik peins mij de schoorsteen uitrijzende pretensie. Ik peins mij Queen. Ja. Dat is wat ik mij peins. Queen.

(voor al diegenen die geen smaak in hun donder, geen hart in hun lijf, en geen oren aan hun kop hebben: ik gebruik Queen hier & nu & eens & voor altijd uitsluitend pejoratief. De muziek van Queen is de aller aller aller allerwalgelijkste muziek ooit gemaakt. iedereen die actually houdt van die muziek moet dood. vandaag nog. echt waar. geen geintje)

Ik peins me orkesten & koren & drukte & alles over the top en dan nog over the volgende top. Ik peins mij geen middel onbeproefd. Ik peins mij veels te veel herrie om veels te veel niets kracht bij te zetten. Is wat ik mij peins. Is wat ik mij peins alllemaal. Maar ik peins mij dat alleen maar op de omschrijving van deze hier konseptalbum. Dat u dat weet.

Want moest u zo vermetel zijn deze hier konseptalbum in uw speler te stoppen, en te drajen, en te beluisteren, van verre, van nabij, zoals dat gaat met een muziekresensent: ook die laat geen middel onbeproefd om te horen wat hij hoort: weze het close listening, weze het deep listening, weze het headphonelistening: er wordt gelistened, er zal gelistened worden, moest u, dus, waaghalzerig genoeg ween om ONDANKS de omschrijving het konseptalbum metterdaad uit uw speakers te laten stromen dan valt het wel mee allemaal, met dat konsept, met die drukte, met alles over the top en dan nog over the volgende top.

U zult niet horen wat u hoort. U zult niet horen wat u dacht te gaan horen.

Eerstens al kent Ancient Crime niet de zeventigerjarenkonseptalbumspeellengte. Geen dubbel-, trippel of quadrupel-achtige fratsen die u voor de komende vier uur ofzo in uw zetel genageld houden, ik zeg maar wat (en dat ge lang voor het eerste uur ooit schoon op kan zijn, peinst Ja nu WEET ik het wel, NU WEET IK HET VERDOMME WEL, en dat ge dan godverdomme nog acht kanten te gaan hebt). Nee. Ancient Crime vraagt een bescheiden 26 minuutjes en 20 sekondjes van uw tijd en is daarmee om voor u banaan hebt kunnen zeggen.

(probeer het maar es: bah – naaaaaaaan, u gaat hier minstens een half uur mee zoet zijn)

Twedens ligt het konsept er niet zo duimendik bovenop als een, pak m beet, Who dat bijvoorbeeld indertijd deed. Op eigen gelegenheid had ik zelfs nooit boven tafel gekregen dat dit moest gaan over een school nee een oude idyllische school in een dorp nee in een afgelegen dorp in Engeland nee in Noordwest-Engeland tijdens de winter! Waarschijnlijk had ik op eigener gelegenheid alleen maar aan Engeland gepeinsd. En een keer kwam er een trein voorbij geloof ik.

Derdens, en belangrijkstens valt het met die drukte en die bombast hard mee. Er is een zweer van oude folk, en een zweer van barok. Een zweer die ik met landelijkheid zou willen aanduiden, met een stukgebruikt woord als “arcadisch”, misschien met een woord als “pastoraal”. Er is rust, en ademruimte, en kalmte, het wiegt, het is schoon, het is wat prillekens allemaal, eerder nog dan aan de winter dacht ik aan de lente, herhaaldelijk dacht ik aan de lente, ik dacht aan een lente in Engeland, en het is eigenlijk nog een beetje te koud voor met zonder jas maar toch loop je daar met zonder jas, misschien ben je nog een kind, ja dat wel, geen school nee maar toch een kind, welja.

En ik dacht aan Appendix Out, aan Alasdair Roberts, aan Amalgamated Sons of Rest. Die zweer ja. Ja, dat zweertje.

Soms is het een heel klein beetje sakraal, je denkt kerken, je denk kostuumfilms (ik hoop dat u nu niet lacht want ik gebruik kostuumfilms nu net niet pejoratief, niet per se althans). Het zou eeuwen her kunnen zijn, het zou een tijd zijn –misschien- dat er nog rust was, dat er nog tijd was, omdat alles lang duurt als je er per paard en koets heen moet, en daarom heeft niemand haast.

Le dodo ou l’amour au bercau is een pianomotiefje van François Couperin en de piano waarop het gespeeld wordt lijkt ook wel uit die tijd te komen: alsof de muziek niet gemaakt is maar gevonden in ergens een stoffige kelder die al jaren niet door mensen werd betreden.

In enkele nummers kwam de naam Jeff Buckley bij mij op, en Evans House Quartet deed me dan weer aan Pärt denken. Een keer ook dacht ik aan Monteverdi. Hou het gerust op verstilling als u dat blieft.

Dit zijn zo maar eventjes heel erg veel woorden om te zeggen dat Ancient Crime een heel mooi album is, dat het niet hoeft te hebben van zijn ronkende persberichten. Op eigener kracht klinkt het zoveel mojer. Slechts één kleine waarschuwing past hier nog: dit kan makkelijk kapot. Te veel beweging, te veel omgevingslawaai en het is om zeep. Te weinig aandacht? Dan speelt Ancient Crime waarschijnlijk weer eerder op uw irritaasiespier. Te luisteren dus in alle rust, in alle stilte, in diepe kontemplaasie.

De pracht. De warmte. De, okee: verstilling. Een prachtige loot aan de steeds mojer wordende Snowstar-boom.

tim donker