• Artiest: Tinariwen
  • Titel: Tassili + 10:1
  • Label: V2 Records
  • Datum bespreking: 6 December 2011

en hoe krijg je nu verdomme al dat woestijnzand weer van je schone parketvloer voor je vrouw terug tuis komt uit Leeuwarden?


En stel je voor, ineens gebeurt er niets.

Of wel. Ja. Wel. Ge zijt in de stad op zomaar een dag ofnee niet zomaar een dag geen enkele dag is zomaar een dag want de dagen hebben een naam, de dagen en deze dag heette Zaterdag. En ge zijt daar op die dag, op dien zaterdag, in de stad met uw eigenste vrouw en ge loopt voorbij die goeje ouwe Xango en ge peinst Daar ga ik zomaar es binnen kunnen lopen, en in de bakken kijken, en iets kopen misschien, of niks kopen misschien, en dan weder buiten lopen, ja ja dat ga ik kunnen doen en wat peinst ge? Ge doet het ook nog ook.

En dus staat ge daar heel erg werkelijk te wezen in die hele werkelijke Xango en ge zet uw tassen vol boodschappen van de biologiese supermarkt (ziet u hoe ik mij hier net zo gemakkelijk even neerzet als Politiek Juist: in één zin ben ik reeds in de biologiese supermarkt én de wereldmuziekwinkel geweest. u ziet: ik Deug!), ge zet die tas op de grond en ge begint neuzen in die bakken daar.

Maar het is een stroef neuzen, dit neuzen want spontaan ontvlieden u alle wereldmuziezie van wie ge nog seedees zoekt, en ge weet ook niet wat te zoeken in welk kontinent en ge pakt uw tassen op en ge wilt alweder buitenlopen als er MUZIEK begint te weerklinken doorheen de Xangospeakers.

Muziek die ge kent. En muziek die ge toch weer niet kent.

En ge doet iets dat ge normaal nooit doet: ge loopt naar de kassa en ge gaat iets vragen aan die gozer die daar werkt, ja ge gaat heel echtwaar iets vragen aan die Xangogozer (tissun beetje een gekke gozer die niet goed weet wat een normaal antwoord op een normale vraag is maar tis ook geen gozer die per se dood moet ofzo). “Wat is dat voor een muziek die gij daar nu oplegt?” zo luidt die normale vraag.

“Dat,” zo luidt het normale antwoord op de normale vraag, “is de nieuwe van Tinariwen.”

“Ah,” zegt ge, “vandaar dat het me zo bekend voorkwam!” en subiet hebt ge spijt van die opmerking want nu klinkt het net of ge hier per se die ingewijde wilt staan uit te hangen om te verbergen uwen stompzin dat ge Tinariwen niet eens op eigener kracht herkennen wist. Hoe redt gij u hier nu weer uit, hoe gaat gij nu laten blijken dat ge Tinariwen wel echt zoon beetje kent van verre of van nabij.

“Toen ze eenmaal bij Jools waren geweest werden ze misschien een maatje te groot voor hun eigen bestwil maar dit klinkt dan wel weer heel erg goed…” is wat ge uiteindelijk uit uw botten weet slaan bij wijze van redding uit de impasse. En tis raak verdomme, tis nog raak ook:

“Ja de vorige seedees waren wat overgeproduseerd inderdaad. Met hun nieuwste ist terug naar hun roots!” Ge lacht de verkoper ns vriendelijk toe want ge zijt een vriendelijk mens, gij. Koopt ge? Nee. Nu koopt ge niet. Niks niemendal. Naar huis is het nu. Nu is het naar huis.

En stel je voor, ineens gebeurt er iets.

Want ineens komt zomaar binnen, komt zomaar doorheen uw brievenbus: Tassili van Tinariwen, en het is nog wel de dieh-luks edisie, de 10:1-versie, en stel je voor, het zou een vrijdag kunnen zijn, en je vrouw is het godeganzelijke weekend uithuizig want ze moet zo nodig, die moet zo nodig, die moet weer eens nodig. Die moet dan met een vriendin naar Leeuwarden &zo, en dan in een hotel, want zij heeft vriendinnen. En die gaan daar dan ook eten, en sjoppen, helemaal in het verre Leeuwarden, en praten gaan die, misschien wel over u. En gij zit daar maar, in het kot, alleen, zitten te zitten, en van gekkigheid niet meer weten wat te doen (ge hebt al dit geprobeerd, en ge hebt al dat geprobeerd, ge hebt al geprobeerd wat te verpozen, en ge hebt al even op de vloer van uw keuken gezeten, en ge hebt een slok genomen van het een of het ander, en ge hebt gekeken of er mail was voor u en natuurlijk is er geen mail en ge hebt even gewacht of er misschien iemand bij u aan ging bellen maar natuurlijk belt er niemand bij u aan en ge hebt een stukje heen gelopen, en een stukje weer (niet noodzakelijkerwijs dezelfde stukjes, die) – allemaal dwars doorheen uw kamer) komt ge op deez’ lumineuze idee van Tinariwen eens te drajen /

/ en stel je voor, ineens gebeurt er veel: /

want

DE MUZIEK WEERKLINKT

godverdomme

ja

zomaar: uw stereo geeft weer wat er op dat diskje staat: en dan is het ineens (zomaar) de woestijn bij u tuis

(want deze seedee is opgenomen uitdeuren in de tassili n’ajjer woestijn (the most beautiful desert of all, had philippe diolé gezeid over p’sies deze woestijn) in Zuid-Algerije (en Pierre Guyotat zag dat het goed was)

& het rockt weer woestijn

& het rockt weer droog (gortdroger nog dan gortdroog)

& het rockt weer hiepnoties

& al zijn ze met velen, met zun heel erg velen, met zun zo waanzinnig velen, toch bruikt het niet meer dan vokalen en guitaren en handklapjes en perkussie en okee: the dirty dozen brass band iz prezent op één nummertje en op dat nummertje dat Ya Messinagh heet bruikt het duz ook nog een hoorntje ov ietz: n tompet ov n zakz ov twee u kent dat wel (en “ik spreek mijzelf zelden tegen” zeg ik Mira na maar ondanks de “ekstra” instrumenten die breken met de door mij zo geliefde & #8220;kaalheid” van de andere nummers, reken ik Ya Messinagh tòch tot de straffere nummertjes van deze disk)

(en bezijden: ik spreek mijzelf voortdurend tegen. ik maak er mijn dagtaak van. hoedt u voor den mensch die niet twijfelt, hoedt u voor den mensch die iets zeker weet (daar sprak die Terlouw toch godverdomme ineens recht en niet krom) en hoedt u voor den mensch die zichzelve nooit es tegenspreekt)

& ook: niet alleen de dirtydozenbrass’ers zijn te gast, gasten op deze disk zijn er nòg: kyp malone is daar en hij voegt toe: guitaren aan de guitaren, vokalen aan de vokalen en hij doet dat op verscheidene nummertjes, hij doet dat op nummertjes velerlei

& openen mag, openen moet, als gast, Nels Cline door zijn guitaar toe te voegen aan de guitaren van Imidiwan Ma Tenam (niet te verwarren met Imidiwan Win Sahara want tis alleen Imidiwan Ma Tenam dat openen mag)

(((&&& op mijn seedee zat een sticker die zei dat Nels Cline van Wilco-faam was…,,, wat net zoiets is als zeggen dat Ian Fraser “Lemmy” Kilmister de befaamde roadie van Jimmy Hendrix was))) (((mojje trouwens es voor de grap zeggen, tegen hem, tegen Ian Fraser, in suh gesicht bedoel ik, mojje zegguh, es, ajjum ziet, in het park bijvoorbeeld, mojje zeggen, dan, tegen hem, tegen Ian Fraser, segguh: “Hee was jij niet de roadie van Jimmy Hendrix?”)))

(((wat ik zeggen wil is dat Nels Cline verdomme veel en veel meer was dan een lid in dat oetlullige Wilco, dat Nels Cline zèlfs meer is dan oudlid van een van de strafste indierockbandjes onder de indierockzon (Geraldine Fibbers), dat hij zich niet beperkt hoeft weten tot de schaduw van Carla Bozulich (o als ik me alleen maar beperkt zou kunnen weten tot de schaduw van Carla Bozulich…), dat hij ook solo prachtplaten afgescheiden heeft)))

& blaast het warme bloews bij de Tinariwens (want daar hadden we het over ommers) op Tassili? ja vaak

& waait het woestijnerige rock, hier? ja vaak

maar in Tameyawt bijvoorbeeld tokkelt het alleen maar zoon beetje maar ook dan gloeit het

&/of is het gewoon maar sensueel (ja? ja!) als in het reeds genoemde Imidiwan Win Sahara

& Tliaden Osamnat gaat in overdrive! en = ! opwepend! bezwerend! rietmies!

& Djeredjere djeredjeed me djenken aan de beginjaren van UFO. wat de beste jaren waren: oh! zoon nummer als Boogie kbdoelmaar hoe kun je nu niet houden van een nummer als Boogie dat daar regelrecht uit afkomstig was, uit die beginjaren van UFO (het stond op hun twede seedee als ik me niet vergis)

En bij nu peinst ge aan auto’s en luide muziek. En als de seedee af is, schiet de bonusseedee (ut was de dieh-luks versjun weet u nog ?) nog over en sjeesis! die is er niet naast! en dat voor een bonusseedeetje (meestal gevuld met van die outteekjes, u weet, niet goed genoeg voor de “echte” seedee maar weetjewat? we zadelen er die gasten mee op die gek/trouw genoeg zijn om zoon stomme dieh-luks versjun inkl. bonusseedee te gaan kopen van hun goeje geld! maar zulks niet dus, bij Tinariwen):

vier nummers schoon aan de haak, de een prachtiger nog dan de ander: het er niet naast rockende, stevige, droge, afgemeten, onderkoelde, beheerste Djegh Ishilan; het El Huria Telitwar met zijn John Fahey naar de kroon stekende fingerpickin’ stijl (u kunt ook aan een minder lofi versie van OCS denken bijvoorbeeld, of aan Jack Rose (ook hij nu dood) op zijn zwartgalligst); het gekonsentreerde minifeesje dat Kud Edazamin heet en uitsmijter Nak Ezzaragh Tinariwen met zijn sterk naar de voorgrond gemikste vokalen die het nummer –onbedoeld misschien- een creepy touch meegeven.

En dan is het echt af. Zelfs voor de dieh-luks luisteraars. Is het af. Nu. En uw vrouw is nog altijd in Leeuwarden. Rest dus niks anders dan. Weer van vorenafaan loos ja, u had het al geraden.

En inmiddels

en inmiddels

en inmiddels, dus, is deze seedee stief op weg naar de koploperspozisie in de diverse jaarlijstjes (in de een al wat harder dan in de ander) en voor een keer hebben de jaarlijstjessamenstellers hun oren es niet in hun zak zitten!

Waarmede ik maar zeggen wil, met dit alles (met al deze woorden): tot nader order is Tassili gewoon eventjes de beste plaat van 2011, okee?

tim donker