• Evenement: Dichter aan Huis
  • Editie: 2011
  • Verslag: Zondag 25-09-2011
  • Datum bespreking: 27 September 2011

Dichter aan huis 2011
Zondagverslag


Dichter aan Huis bracht afgelopen weekend dichters en lezers bijeen in vijftig Haagse huizen. Dichter en fotograaf Gilles Boeuf bracht de zondag door in vijf van deze huiskamers. Gastvrijdheid, katten en slimme gedichten zijn de centrale thema's van de zondag van Dichter aan Huis 2011. Met aandacht voor Eva Gerlach, Benno Barnard, Maria Barnas, Ester Naomi Perquin en Rutger Kopland.

Lees hier ook het verslag van de zaterdag (met Ozon, Min, Hofman, Schouten en Rawie).

13:00: Eva Gerlach

“ Het is al heel wat als je naar een ding een beetje behoorlijk kunt kijken.”

Het is druk. De enige die totaal niet luistert is de kat. Die ligt heerlijk in de zon op de bank. In ieder huis dat ik vandaag zal betreden zijn katten en van alle huizen is dit huis in de Bankastraat het meest deftige. Mevrouw Gerlach leest zachtjes voor. Haar poëzie is precies en concreet, met altijd weer een licht dreigende sfeer. Er hangen zoveel – mooie – schilderijen aan de muur dat de aandacht steeds naar de muren glijdt en naar de vele boeken in de kasten. Het is heerlijk stil in dit grote, hoge huis. Het enige dat je hoort is de stem van de dichteres.

14:00: Benno Barnard

“ Gedichten zijn altijd veel slimmer dan hun dichter.”

Een strak en modern ingericht huis met kunstwerken van de vrouw des huizes aan de muur. Benno Barnard vertelt informeel veel om de gedichten heen, zo enthousiast dat de gastheer opmerkt: “ jij lijdt aan positieve ADHD.” Hij leest voor uit zijn nieuwe bundel Krijg nou de lyriek. Hij praat over zijn vader, de dichter Guillaume van der Graft, over de brief van Appollinaire die hij van hem heeft georven. Nog mooier: de brief van Rilke! Er ontstaat een levendig gesprek met de toehoorders. Mensen durven vragen te stellen en drinken koffie. Dit is werkelijk dichter aan huis.

15:00: Maria Barnas

“ Ik laat expres de laatste regel weg, merk ik nu, die is niet goed.”

Natuurlijk weer een huis vol boeken en een kat. Een stijlvolle vrouw des huizes die witte wijn schenkt bijgestaan door haar al even stijlvolle dochter. Maria Barnas heeft een breekbare, ontroerende stem. Wellicht heeft ze het niet in zich een routinier te worden, al komt ze later helemaal los wanneer de toehoorders reageren op haar werk. Haar ongekunstelde houding wekt bewondering, hoor ik later in de lift naar beneden.

Ze leest voor uit haar twee verschenen dichtbundels en uit een nog ongepubliceerd manuscript. Wanneer een nieuwe lichting binnenkomt, rukken we ons pas los uit dit appartement met uitzicht over Den Haag.

16:00: Ester Naomi Perquin

“ Ik ben heel behaagzuchtig van aard.”

Voor iemand zoals ik die haar poëzie nog niet kent, werkt haar naam sowieso als lokaas. De dichteres blijkt uit Zeeland te komen en nu in Rotterdam te wonen. Ze heeft een ouderwets gezicht dat doet denken aan een Amerikaanse filmster uit de jaren dertig. Ze draagt voor uit haar tweede bundel, de nieuwe bundel zal in april verschijnen. Het publiek is erg in haar geïnteresseerd, in haar aansprekende poëzie maar ook in haar verleden als gevangenisbewaarder. De salontafel staat ondertussen vol met versnaperingen. Ester Perquin vertelt hoe ze gevangenen hielp met het schrijven van liefdesbrieven. De Hollywood-film gloort aan de horizon met zo’ n verhaal.

17:00: Rutger Kopland

“ Jonge, jonge, moet dit nu? Behoorlijk knus, hoor!”

De heer Kopland zit voorovergebogen te turen in zijn verzamelbundel. Onderuit gezakt in een comfortabel ogende crapaud. Met heel veel gemak en humor praat hij tussen het voordragen door. De toehoorders hebben respect voor deze oudere dichter.

Er mogen ‘ verzoeknummers’ ingebracht worden en een vrouw vraagt om het gedicht “ met een appelboom, ik weet niet meer hoe het heet.” Kopland stribbelt wat tegen omdat hij zelf de kwaliteit van dit gedicht niet meer zo hoog inschat. Het ontlokt hem het citaat hierboven! Steeds vraagt hij of hij nog verder kan, de gastheer roept dat het de laatste sessie is en dat we gerust nog even door kunnen gaan. Buiten schijnt de zon, maar niemand vertrekt graag.

Foto's en teksten: Gilles Boeuf - website