• Titel: Per ongeluk reed ik naar het Zuiden
  • Auteur: Nyk de Vries
  • Uitgever: Philip Elchers (Belcampo-reeks)
  • ISBN: 9789050481113
  • Datum bespreking: 21 Maart 2011

De Sierra hangt in de kont


Vorig jaar ontving Nyk de Vries het Belcampo Stipendium, de prijs van de provincie Groningen voor jong literair Gronings talent. Bij deze prijs hoort de uitgave van een boekje in de Belcampo Reeks, dat in een oplage van 350 genummerde exemplaren verschijnt. Onlangs verscheen het boekje, Per ongeluk reed ik naar het zuiden.

Nyk de Vries schrijft gedichten in prozavorm. Of proza dat qua vorm en geladenheid erg dicht bij poëzie ligt, dat kan ook. Prozagedichten. Laten we het daar maar weer op houden. In dit boekje hangen de taferelen, die in korte stukjes tekst worden neergezet, nauw met elkaar samen. De genummerde teksten met een witte achtergrond vertellen vooral het verhaal van een studententijd in Groningen. De hoofdfiguur rijdt auto en speelt in een band. De ongenummerde teksten op een zwarte achtergrond hangen hier wel mee samen, maar waaieren wat meer uit, in tijd, plaats en personages.

Mooi aan deze prozagedichten zijn de verrassingseffecten. De Vries hanteert een nuchtere verteltoon die de alledaagsheid van het vertelde nog eens onderstreept. De kracht van de teksten zit hem wat mij betreft vooral in de onverwachte wendingen waarmee de ene alledaagsheid met de andere wordt afgewisseld. Zelden wordt er iets opzienbarends gezegd, maar toch schemert er de hele tijd een melancholisch wereldbeeld doorheen, dikwijls onder woorden gebracht met een droog soort humor. De zinnen etaleren onnadrukkelijk de absurditeit van het alledaagse:

Nyk de Vries, foto: Reyer Boxem

[N.B.: Vooral dat ´als in een stripalbum´ vind ik geweldig. Alsof de vraagtekens echt boven de hoofden hangen, niet ongelijk ze die vraagtekens in stripalbums boven hoofden tekenen! Er staat in het boekje trouwens nog een andere mooie stripvergelijking, en ik weet nu al dat ik daar veel aan zal terugdenken. Als de hoofdfiguur een nieuwe outfit heeft gekocht, noteert hij: “ik voelde me als Kuifje in zijn beste albums, vol geestdrift, inzicht en nieuwsgierigheid.” (p. 34).]

Het verhaal is eigenlijk geen verhaal, maar eerder een sfeertekening van een studententijd. Het begint met het relaas over een onorthodoxe rij-instructeur en het behalen van het rijbewijs. Dat fungeert expliciet als beginpunt: “Ik dacht: dit is een begin. Nu kan ik ook op paardrijles.” Het eindigt minder hoopvol, namelijk met een sterfgeval en het relaas van de keer dat de hoofdfiguur merkt dat hij op de verkeerde snelweg zit. Daar tussenin het relaas van vriendschappen, ruzies, en over keuzes die zijn gemaakt.

Op de achtergrond speelt voortdurend de vader mee, deze leent hem bijvoorbeeld zijn auto, en geeft af en toe commentaar op wat er gebeurt. Tussen neus en lippen door wordt gemeld dat de vader inmiddels is overleden:

Thuis bij de elektriciteitscentrale oefende ik met mijn vader in de Sierra. Toen hij er niet meer was om hem te gebruiken, nam ik de auto over. Het was een goeie wagen, al hing hij een beetje in de kont.

(p. 31)

Dat maakt de slottekst (‘Ontwikkeling’) ontroerend. Het verhaalt van een gesprekje tussen de hoofdfiguur en de vader terwijl ze kijken naar een groepje Jehova’s getuigen. Als het groepje om de hoek is verdwenen, blijkt ook de vader verdwenen.

Een fraai boekje kortom, dat jammer genoeg een beetje wordt ontsierd door een paar redactionele slordigheden (‘achterpoten’ waar het om een paard gaat, ‘lichtjaren’ als tijdsaanduiding). Te klein om echt een punt van te maken, te jammer om zomaar te laten passeren. Maar het is het enige dat ik kon vinden om over te zeuren. Want Per ongeluk reed ik naar het zuiden is een erg mooi klein boekje met sfeervolle teksten en rake overwegingen. Nyk de Vries laat ermee zien dat hij terecht is bekroond.

Edwin Fagel