Veel mannen in de bios deze weken: een man alleen tussen de rotsen, in een opvallend afwisselende film van Danny Boyle (127 Hours). En twee door omstandigheden ontstane platonische mannenvriendschappen: een roadmovie over een arbeider en zijn baas in een auto met een dode vrouw en twee vogeltjes (Silent Souls) en een prijswinnende film over een logopedist en een stotteraar (King’s Speech).
King’s Speech – Tom Hooper
Cast: Colin Firth, Geoffrey Rush, Helena Bonham Carter; Release: 17-2-2011
‘De Koning is dood, lang leve de Koning,’ geeft de Britse koningin als eerste reactie op het overlijden van haar man, George V. Hun eerstgeboren zoon, Edward VIII, redt het echter niet lang als nieuwe koning. Hij wil trouwen met een gescheiden vrouw en dat mag niet van de kerk van Engeland, waar hij het hoofd van is. Dus zal zijn jongere broer, George, hem opvolgen. Om meerdere redenen voelt George zich onzeker. Hij is de eerste troonopvolger die aantreedt terwijl de vorige koning nog levend en vooral: populair is. Daarnaast – en dan zijn we bij de kern van de film – is hij onzeker vanwege zijn stotterprobleem. Aangezien in de jaren ’20, ’30 van de vorige eeuw de radio belangrijk wordt, zal hij vaak speeches moeten houden, niet voor kleine groepen, maar voor miljoenen mensen in het hele Britse Rijk.
De film concentreert zich vervolgens op de relatie tussen George (Colin Firth) en zijn logopedist Lionel (Geoffrey Rush). Lionel is een ongeschoolde spraakleraar die er – voor die tijd - ongewone methodes op na houdt. Zo focust hij zich al snel op de oorzaak van het stotteren en volgen er haast psycho-analytische sessies waarbij de onzekerheid van George in verband wordt gebracht met zijn vader. Daarnaast zijn er ook genoeg opvallende stemoefeningen te zien (schelden zonder stotteren, speeches zingen).
Niet voor niets krijgt deze film enorm veel lof en prijzen. Opvallend wel voor een film over de relatie tussen een logopedist en zijn klant. Nu gaat het niet om zo maar een klant, maar de koning van Engeland. Dat scheelt, maar dat maakt ook niet weer alles uit. Het draait in deze film namelijk om de vriendschap tussen de twee mannen en om de onzekerheid van een man onder grote druk. De lof en prijzen zijn vooral terecht vanwege de subtiliteit van het script, de glimlachhumor in combinatie met het drama dat door de hoofdrolspelers goed naar voren wordt gebracht. Niet alleen Firth en Rush zijn voortreffelijk, ook Helena Bonham Carter, Derek Jacobi en Guy Pearce zijn goed. Fuck, fuck, fuck wat een goede film.
Silent Souls – Alexey Fedorchenko
Cast: Igor Sergeyev, Viktor Sukhorukov, Yuliya Aug; Release: 24-2-2011
Aist werkt in een fabriek, maar schrijft liever. Zijn baas vraagt hem om hulp. Aist zegt ja en voor hij het door heeft is hij samen met zijn baas diens zojuist overleden vrouw aan het wassen, aankleden en in de auto aan het leggen. Aist en zijn baas behoren tot de Meri, een Finse gemeenschap in Rusland en bij hen is het gebruikelijk dat de overleden persoon terug gaat naar de plaats waar zij geboren is om daar bij het water gecremeerd te worden. In dit geval hebben Aist en zijn baas een dagenlange autorit voor de boeg – zo lang dat Aist zijn vogels meeneemt in de auto, want er is niemand die ze anders te eten geeft. De autorit geeft de twee mannen – die elkaar niet meer dan oppervlakkig kenden – de gelegenheid nader tot elkaar te komen.
Silent Souls is een film over het leven, de liefde, seks, verdriet en gewoontes rondom de rouwperiode. Zoals vaak bij roadmovies, gaat het hier ook minder om de bestemming en om het uiteindelijke doel, maar staan de gesprekken (en de dingen die verzwegen worden) centraal. Het vertrouwen dat net als de vriendschap groeit gaat gelijk op met de onderhuidse spanning dat het heftige slot zouden kunnen verklaren. Regisseur Fedorchenko heeft in Silent Souls op een mooie wijze een onbekende gemeenschap met zijn rouwrituelen in beeld gebracht en dit verbonden met een melancholische verhaal over vertrouwen.
127 Hours – Danny Boyle
Cast: James Franco; Release: 24-2-2011
Net als Buried van vorig jaar gaat het in 127 Hours ook om een schijnbaar onmogelijke ontsnapping vanuit een benarde positie. In Buried was een vrachtwagenchauffeur (Ryan Reynolds) in een kist onder een Iraakse stad begraven. In 127 Hours komt een bergbeklimmer (James Franco) tussen twee rotsen vast te zitten. In beide films moeten de regisseurs het het grootste deel van de film doen met één locatie. Alhoewel Buried een zeer geslaagde en spannende film is (van een debuterend regisseur), zie je aan alles dat de regisseur van 127 Hours meer ervaring heeft. Danny Boyle gebruikt allerlei filmische, maar ook verhaaltechnische middelen om de kijkervaring divers te maken. Door middel van dromen, herinneringen, flashbacks en fantasieën klimt de bergbeklimmer al vele malen uit de rotsen, terwijl hij vast blijft zitten tot hij met een bot mes zijn arm afsnijdt om werkelijk een einde te maken aan die 127 uur. Inderdaad bevat de film beelden waarvoor je je hoofd afwendt – want zo meevoelbaar en in your face wordt de zelf-amputatie gebracht. Maar het feit dat dit een waargebeurd verhaal is, betekent dat de bergbeklimmer het overleefd heeft (en het verhaal opgeschreven heeft – met één hand). Met andere woorden: even op je tanden bijten en door kijken, want het loopt goed af en de film is een belevenis – misschien niet zo groots als Slumdog Millionaire of Sunshine – maar een echte Boyle-belevenis met een sterke hoofdrol voor James Franco.
In de vorige edities van FILM 2011:
6: Gulliver's Travels