print deze pagina

Klassieker in woord en beeld


Regisseur: Ben Sombogaart
Titel: De tweeling
Hoofdrolspeler(s): Thekla Reuten, Nadja Uhl, Ellen Vogel, Gudrun Okras
Datum bespreking: 15-12-2002
 
De Tweeling

In een nacht minstens vier zomers geleden, lees ik in een vaart, sneller dan die van de nachttrein waar ik in zit, het boek De tweeling uit. Veel valt er buiten niet te zien, behalve donkere stations tussen Milaan en Utrecht, dus al mijn aandacht is voor de roman van Tessa de Loo. Een mooi verhaal met oog voor de Duitse kant van de tweede wereldoorlog. En goed geschreven, want mijn ogen sluiten zich niet die nacht.

Nu, aan de vooravond van de filmpremière, vraag ik me af waar het boek ook al weer over ging. Natuurlijk over een tweeling die apart van elkaar opgroeien in tijd van depressie en oorlog. Maar verder? Ik weet nog heel goed waar en wanneer ik het boek las, maar het verhaal navertellen lukt me niet. Ik heb die nacht vast meer slaap gehad dan ik dacht en wat bladzijden overgeslagen terwijl ik naar de donkere buitenwereld keek.

Het komt mooi uit dat ik me niet alles herinner, zo word ik nog verrast door de film. Vooral de wijze waarop de thema’s ‘oud zeer’ en ‘vergeving en verzoening’ verwerkt zijn in het verhaal. De tweeling Anna en Lotte wordt op jonge leeftijd, na de dood van hun ouders, gescheiden. Anna en Lotte groeien in de jaren 30 en 40 op in respectievelijk arm Duitsland en relatief welgesteld Nederland. Brieven die Lotte aan Anne stuurt, worden achter gehouden. Anna wordt dom gehouden. Maar vlak voor de oorlog ontmoeten ze elkaar toch nog een keer. Lotte verkeert met een jood en Anna met een SS-er. Als Lotte daar na de oorlog achterkomt, scheiden hun wegen zich voorgoed. Tot ze elkaar, als oude vrouwen, tegen het lijf lopen in een kuuroord. Dan komen de verhalen, het vergeven en het verzoenen.

Ben Sombogaart heeft van De tweeling een klassieker willen maken. Met de keus voor de roman van De Loo maakte hij een goed begin. Daarin zit al een universeel thema; wat als ik niet hier geboren was, maar aan de andere kant van de wereld (rond 1940 is Duitsland de andere wereld ten opzichte van Nederland). Een thema dat hand in hand gaat met een tweeling als hoofdpersonage. En door deze tweeling uit elkaar te trekken op jonge leeftijd, maak je diepe emoties los; bij personages en publiek. Daarnaast levert de oorlog voldoende klassieke scènes op. Goed van deze film is dat vooral gekozen is voor het persoonlijke drama van de twee zussen. Wat al in het boek aanwezig was (ik heb het er nog eens op na geslagen) is de dubbele ‘point of view’. Een goede vondst van De Loo, om het verhaal van Lotte en van Anna te vertellen. Dit blijft in de film fier overeind, zodat het recht doet aan de belevenissen van slachtoffers van de oorlog, aan beide zijden van de grens.


 

Genoeg ingrediënten voor een klassieke film dus. Dankzij een voortreffelijke cast en mooie vormgeving heeft het ook het gewenste resultaat opgeleverd. Thekla Reuten en Nadja Uhl die de langste tijd in beeld zijn als de jonge zussen, spelen overtuigend. Alleen de oude Lotte gespeeld door Ellen Vogel valt wat tegen. Als nukkige oude vrouw valt ze iets te makkelijk terug op de humoristische kant van die nukkige vrouw. Misschien komt dit wel door de hoeveelheid tekst en spel die de oudere zussen hebben. Het focus van de film ligt rond de oorlog, dus als de zussen jong zijn. Daardoor blijft er voor Ellen Vogel en haar tegenspeelster Gudrun Okras niet veel tijd over om de kijker te overtuigen.

De Tweeling

Het goede spel en het goed doorleefde verhaal, wordt ook nog eens prachtig in beeld gebracht. Klassiek is een stationscène. Lotte komt naar Duitsland en ziet Anna na ruim tien jaar weer terug. Een locomotief rijdt het oude station binnen dat vol staat met mensen met koffers en her en der een soldaat. Om het beeld compleet te maken is er veel stoom van de trein. Lotte, met hoed, klimt uit de trein en zoekt haar zus (zal ze haar herkennen?). En Anna, met dienstmeisjeskledij, staat al even te zoeken, terwijl ze zich had moeten haasten om nog op tijd te komen. Ze zien elkaar niet (is ze wel gekomen?), totdat de menigte in de mist op lijkt te gaan en Anna Lotte ontdekt en Lotte Anna. Ze vliegen elkaar niet direct in de armen maar naderen elkaar tot dichtbij en tasten elkaar af totdat een omhelzing voor een kleine finale zorgt.

Zó klassiek worden ze zelden meer gemaakt. Klassiek in de betekenis van ouderwets, maar ook in de betekenis van gedegen. In Nederland deed het me alleen maar denken aan Karakter, terwijl er internationaal wel wat andere referenties zijn te noemen. De vreemdste daarvan is wel The sound of music. Anna wordt door de pastoor van haar lelijke stiefoom en tante gered en naar het nonnenklooster gebracht. Waar ze in enkele jaren klaargestoomd wordt voor het grote werk; dienstmeisje worden bij de hogere burgerij. Even schoten ‘do, re’ en ‘mi’ door me heen, zo in een ver Duits(talig) land, met de oorlog op komst. Maar gelukkig, in deze film geen kinderschaar en al helemaal geen liedjes.

Oscar Krieger


 
Niets van deze pagina's mag worden overgenomen zonder uitdrukkelijke toestemming van de auteur.
copyright © de Recensent 2000-2002