Wie kan het best een verhaal vertellen?

Een meisje (Vi) verwerkt een ingrijpend voorval tot verhaal en leest het voor in de klas. Ze krijgt scherpe feedback: het verhaal is hard, racistisch en ongeloofwaardig. 'Maar het is echt gebeurd,' zegt ze onbegrepen. De docent sluit de discussie met de dooddoener 'Zodra je het opschrijft, wordt het fictie.'
Een verveelde jongen (Scooby) wordt gevolgd door een bevlogen documentairemaker. Later bezoekt hij een voorvertoning van de documentaire over zijn leven. De zaal lacht zich rot om zijn, door de filmmaker sensatiebelust geprojecteerde, misèrabele leven.

In beide verhalen worden twee pubers geconfronteerd met hun eigen leven. De spiegel die hen wordt voorgehouden, heeft te maken met het creëren van verhalen en de reacties die dat oplevert. Regisseur Todd Solondz vertelt beide verhalen in zijn film Storytelling. Behalve bovenstaande overeenkomst, staan de verhalen verder los van elkaar.

Fiction: wat is waar?

Het eerste deel Fiction laat de pretenties van pubers zien. Todd Solondz toont een klas bestaande uit pretentieuze tieners met literaire ambities. Allemaal rich kids die niets meemaken en daar doorleefde verhalen over proberen te schrijven. Vervolgens kraken ze elkaar af met termen uit studieboeken. Vi gaat op een avond met haar literatuurdocent mee naar huis. Dr. Gary Scott (Robert Wisdom) is het cliché van een literatuurdocent: een uitgerangeerde schrijver die hoog in aanzien staat bij de studentjes van 15 waar hij op zijn beurt bot misbruik van maakt. Vi is in totale verrukking en volgt zijn aanwijzingen gedwee, tot het moment dat hij haar opdraagt 'Fuck me nigger' te roepen. Even spartelt ze politiek-correct tegen, maar ze doet uiteindelijk toch wat hij zegt. Tijdens de volgende les, heeft Vi het voorval tot een verhaal omgevormd en leest het voor. Ongeloof en negatief commentaar zijn haar deel, ook van de fucking nigger zelf.

Non-fiction: je verzint het niet

Het tweede deel Non-fiction gaat over Toby Oxman: schoenverkoper, mislukt acteur en eigenaar van een visitekaartje waarop staat 'documentary filmer'. Hij is op zoek naar 'tieners met zorgen' om een documentaire over te maken. De verveelde Scooby Livingston (Mark Webber) is het perfecte slachtoffer voor Toby Oxman. Hij hangt wat high rond, heeft maling aan wat anderen vinden, vertikt het om toetsen te volgen en zich in het familieleven te voegen. Oxman volgt Scooby en het gezin, maar zoekt vooral naar oppervlakkige misère. Hierdoor ziet hij niet het echte drama dat zich in het gezin afspeelt. Dat ze langs elkaar heen leven, maar toch bij elkaar gehouden worden door iets meer dan de muren van het huis. Bij een voorvertoning van de documentaire wordt enorm gelachen om het leed van de familie Livingston. Scooby kijkt toe en schrikt van de weerslag van zijn eigen leven.

Tegenreactie

De documentaire die Toby Oxman maakt, noemt hij American Scooby, een overduidelijke verwijzing naar American Beauty van Sam Mendes. Die film was een uitvergroting van de keerzijde van de Amerikaanse droom geprojecteerd op een uit elkaar vallend gezin. De beroemde scène van de plastic zak in de wind met een 'het leven is vluchtig'-commentaar, wordt haast gekopieerd met een in de wind dwarrelend papiertje. Regisseur Todd Solondz voelde zich misschien wat bekocht door het succes van American Beauty. Solondz maakte rauwere realistischere films als Happiness, Welcome to the Dollhouse over hetzelfde thema. American Beauty werd overladen met oscars, terwijl Solondz' films vooral het commentaar kregen dat ze te makkelijk leedvermaak toonde. Met Non-fiction geeft Solondz een tegenreactie en zet als het ware zichzelf te kijk (zelfs uiterlijk lijkt zijn personage Oxman op Solondz).

Uit balans

De toonzetting van Non-Fiction maakt dat het stuk niet overtuigt. De bedoeling was duidelijk om een reactie te geven op de leedvermaak zoekende documentaire filmer, maar de balans tussen schrijnend portret en humoristische anekdotes is onevenwichtig. Als vader vol verdriet aan het coma-bed van zijn zoon Brady zit, wordt hij ondertussen gehypnotiseerd door zijn jongste, vroegwijze zoon Mikey. Het levert een leuke scène op waarin vader ineens aandacht heeft voor Mikey en een ijsje voor hem koopt. Solondz is er echter niet in geslaagd om met dit soort humoristische scènes de treurigheid van de personages te vergroten. De humor heeft eerder een vervlakkend effect waardoor Non-fiction een verhaal wordt vol knipogen en kwinkslagen met slechts een vage dramatische ondertoon.

Storytelling is een niet geheel geslaagd project. Verhaal één, Fiction, is kort maar overtuigend. Dit is voor een deel te danken aan het goede spel van Selma Blair. Verhaal twee, Non-fiction is te lang, lichtelijk amusant, maar vooral uit balans. Daarnaast is er te weinig overeenkomst tussen beide verhalen om het als geheel te kunnen zien. Solondz had, ondanks de waarde van de aparte verhalen, beter een keus kunnen maken en één verhaal tot gehele film moeten promoveren. Solondz wilde te veel verhalen vertellen. De volgende keer een onsje minder zou geen kwaad kunnen.

Oscar Krieger