Krentenbrood-rock

Met de dood van Kurt Cobain was de grunge midden jaren negentig over het hoogtepunt van de hype heen. De nieuwe bands die uit de grunge-as herrezen waren rustiger, melodieuzer, niet vies van country-invloeden, maar kende nog steeds een rock-basis. Interessante voorbeelden uit die tijd zijn The Gin Blossoms, Better than Ezra, The Goo Goo dolls, The Jayhawks, The Counting Crows en Live. Alleen die laatste drie hebben nog enig bestaansrecht, alhoewel Live al jaren de finesse heeft verruild voor het grote gebaar. De nieuwe Nederlandse band Skelter lijkt - tien jaar na dato - met deze oude stroming mee te liften.

Van de scooter naar de skelter

Afgaande op de bio-tjes van de bandleden, is Skelter zo’n nieuwe band niet. De namen Roberto Jacketti & The Scooters en The Scene komen meermaals voor. Drummer Jeroen Booy speelde zelfs in beide bands en is daarmee de bekendste van het stel, maar ook de anderen draaien al even mee in bandjesland. Ervaring genoeg en toch duurt het drie jaar voor hun eerste album uitkomt. Het zal vooral door het huidige muziekklimaat komen dat het zolang geduurd heeft. Platenmaatschappijen gaan enkel nog in zee met geheide succesnummers, of de maatschappij moet Excelsior heten. Skelter is echter te mainstream voor Excelsior en ze zijn geen instant succes.
Succes in Nederland hangt namelijk niet alleen van originaliteit of kwaliteit af. Je moet als band ook een beetje een act hebben en opvallen. Of je moet er uitzien als de drie dochters van Tita Tovenaar en met trommels tussen je benen het baby-publiek in begrijpelijke taal toe gaan zingen. Maar dat is niet voor iedereen weggelegd. Skelter en vele andere bands doen het tegenwoordig daarom nog zonder platenmaatschappij.

Krenten uit de rockpap

De debuutcd van Skelter is ouwe jongens krentenbrood-rock met af en toe een uitschieter in originaliteit. Op de kwaliteit van de songs en de arrangementen valt niets aan te merken. Het is dat het woord ‘degelijk’ zo degelijk klinkt, anders zou het een prima predikaat zijn voor de muziek van Skelter. Die degelijke songs zullen het juist live erg goed doen. Tracks als Trashy tragedy, Troubleshooter en 7th suicycle zullen met hun sterke hooks en korte solo’s met gemak het publiek los spelen. Handig daarbij is ook de bescheiden scheur die zanger Robert Tambach opentrekt. Uitschieters zijn toch de minder voor de hand liggende songs. Waar Skelter wat minder op het effect speelt en wat meer de country opzoekt, levert dat prachtige songs op. Zo doet Hold on sterk aan The Gin Blossoms denken, wat geen verwijt maar een compliment is. Hetzelfde geldt voor het Jayhawks-geluid in In the morning.

Een definitief eigen geluid moet nog gevonden worden. Maar Skelter hoeft niet ver te zoeken. Op hun debuutcd staat al een waaier aan geluiden, van voor-de-hand-liggende pakkende rock tot prachtige country-rock. Als ze slim zijn kiezen ze niet, maar zorgen ze dat beide elementen dichter bij elkaar komen. Ik kan natuurlijk concluderen dat ze tien jaar te laat meeliften met een Amerikaanse stroming, maar misschien lopen ze wel voor de band uit en is de melodieuze-rock-revival nog maar net begonnen.

Ricco van Nierop