Scenes from a festival II

Met een extravagant bedoeld Ted Langenbach-feestje sloot afgelopen zaterdag het 33ste Film Festival te Rotterdam. Een festival dat ook al heftig begon met Zatoichi, maar ondertussen veel rustige, gedragen, stille, trage, slome, kalme, verstilde en boeddhistische zen momenten opleverde. Alsof de onthaasting heeft toegeslagen in de filmhuisfilm van dit moment. Regisseurs hebben zich gelukkig weer gerealiseerd dat snelheid niet het enige middel is om indruk te maken.

Sublieme rust

Het meest sublieme voorbeeld van rust in film levert Kim Ki-duk met zijn Spring, summer, fall, winter and … spring. Deze Zuid-Koreaanse film vertelt het leven van een jonge monnik die met zijn meester woont op een drijvend tempeltje in een meer. Zoals het jaar voorschrijft is hij een spelend en lerend jongetje in de lente, een verliefde jongeman in de zomer, een man met zorgen in de herfst en een oudere man die zijn meester verliest in de winter. De cirkel is rond als een jongentje bij hem te vondeling wordt gelegd. Hij is zijn oude meester geworden. De simpele rechtlijnigheid, de wijze levenslessen, de uitgebreide beelden van de omgeving zijn drie ingrediënten voor een geheide filmhuishit.

Verstilde beelden uit Rusland en Mongolië

Over filmhuishits gesproken. De populairste film van het festival, La meglio gioventu zal het de komende weken daar ook goed gaan doen. Zes uur Italiaanse soap was mij echter wat te veel van het goede. Dan toch liever afgedwaald naar het Rusland van Andrei Zvyagintsev. In The Return keert een nukkige vader terug naar zijn jonge gezin. Zijn twee jonge tienerzonen reageren verschillend op zijn terugkeer, vooral als hij hen meeneemt naar een eiland. Een naargeestige roadmovie, die het van kale en verstilde momenten moet hebben in combinatie met indrukwekkend spel van de jonge acteurs. Van een geheel andere orde is het ouder-kind-drama The story of a weeping camel over een moederkameel die haar kind verstoot. Deze documentaire toont een mooi beeld van enkele nomadenfamilies in de Mongoolse Gobi-woestijn. Met als hoogtepunt de rituele verzoening tussen moederkameel en kind met behulp van vioolklanken (!). Dat na afloop de regisseurs vertellen dat het hele verhaal van te voren was gepland en dat ze alleen nog de juiste familie met de juiste kameel erbij hebben gezocht, is enigszins een teleurstelling.

De regisseur spreekt; gerommel en een zucht

Na veel voorstellingen in Rotterdam staan de regisseurs van de films de bezoekers te woord. Een groot deel van de zaal loopt weg, waardoor dit vraag- en antwoordspel meestal een rommelig karakter krijgt. Gelukkig voor de meer geïnteresseerden zijn de meeste filmmakers nog jong en enthousiast genoeg om ook in de wandelgangen in debat te gaan. Of natuurlijk in de interviews. Zoals het gesprek tussen scheidend festivaldirecteur Simon Field met Michael Winterbottom die zijn nieuwste project Code 46 komt presenteren. Hij vertelt dat hij niet zo goed overweg kon met hoofdrolspeler Tim Robbins en dat het genre (SF) hem niet uitmaakt omdat het hem om het verhaal gaat. De vragen uit het publiek gaan echter vooral over zijn vorige film In this world. Winterbottom zucht.

Een moment rust in het heftige Oosten

Ook de vechtfilm Zatoichi kent een uitermate rustige opbouw. Het zijn enkel de vechtscènes die het tot actiefilm maken. In de Thaise film Last life in the Universe van Pen-ek Ratanaruang zijn zelfs de actiescènes verstild. De gehele film - die handelt over een suïcidale bibliothecaris - is uitermate mooi gefilmd en bevat een zeer ritmische flow wat de opbouw van scènes betreft. Het is te hopen dat er snel een distributeur opstaat die de film in de Nederlandse bioscopen brengt.

Saai, maar interessant

Switching is een interactieve film,’ zo legt de jonge Deense regisseur Morten Schjodt uit. Tijdens de film gaat een afstandsbediening rond. Om beurten bepalen we wanneer een scène is afgelopen. Soms keert de film terug naar een eerder punt, soms naar nog totaal onbekende scènes. Schjodt: ‘Net als in het echte leven wordt zo een discussie oeverloos herhaald en kom je soms binnenvallen in een totaal nieuwe situatie.’ Interessant idee, goede onderbouwing ook, maar de film die ontstaat onder regie van de kijker, bevat wel erg veel herhaling.
Over herhaling gesproken; de Japanse film The Letter toont ruim een uur een nachtkastje met een mobieltje erop. Deze gaat om de paar minuten af en een hand opent het apparaat om de sms te lezen of te versturen. We lezen mee met de communicatie van 17-jarige Japanners: ‘Heb jij nog wat te melden?’ Minuten later komt er antwoord: ‘Nee, jij?’. Uitermate komisch, maar qua afwisseling wel erg risicovol voor de vermoeide festivalganger. Sasaki Yusuke (net 18) is zeer verbaasd over de volle zaal in Rotterdam die naar zijn homevideootje zit te kijken.

Zweedse Comedytrain

Liesbeth Smit zag namens de Recensent ondertussen Festival Express en wilde van de weeromstuit dat ze die swingende en blijkbaar zo hoopvolle Seventies mee had kunnen maken. Bovendien kwam afgelopen week ook haar uiteindelijke IFFR-favoriet voorbij in de vorm van Four Shades of Brown. Deze onderkoelde Zweeds/Deense productie kost je drie en een half uur. Maar daarna weet je dan ook meer dan je lief is, als het gaat om dierencrematoria, bejaarde goochelacts, overspel, verziekte relatie-verhoudingen en perverse Hara Krishna-vaders die je -zelfs als ze dood zijn- nog vanaf hun lijkkist als een dansend hologram weten te achtervolgen. Na afloop zitten alle verhalen onder je nagels. Bijzonder hilarisch maar na verloop van tijd tegelijkertijd indrukwekkend, dus vertrouw gerust op de uren die de Zweedse Comedytrain Killingganget ("de jongensclub") uittrekt voor dit verhaal. Alle lof ook voor L'Histoire de Marie et Julien. Deze film is tres Francais et tres Rivette, maar uiteindelijk bijzonder mooi. Al is het alleen maar vanwege de -uitgekauwde maar altijd weer ontroerende- gedachte dat de doden je misschien nog best eens onzichtbaar zouden kunnen volgen en helpen vanuit de leunstoel. (Liesbeth Smit)

(Ei)landerig

Net als in Spring, summer… vertelt ook Ballo et tre passi het leven aan de hand van de seizoenen. Het leven op een Italiaans eiland in dit geval. En dat is plezierig, totdat het winter wordt en een oude man onderuit zakt in de badkamer. Toch kent de film een mooi waardig slot. De oude man loopt in het donker over het strand begeleid door alle hoofdrolspelers uit de voorafgaande seizoenen. Hij stapt in een vliegtuig, zwaait nog even en verdwijnt in de nacht. Zo ga je dus dood op een Italiaans eiland. Deze mooie kalme film staat in groot contrast met die andere Italiaanse film over een eiland, simpelweg getiteld L’isola. Eén van de sloomste films die op het festival draaide. Na een half uur verlies ik alle interesse in de kinderen die een beetje helpen met vissen naar elkaar lonken. Wat een ondragelijke traagheid.

Sloom, traag, tragisch

In de categorie sloom en saai vallen ook de Franse uit-de-kast-film Grande Ecole, de winnaar van de filmpersprijs Peep "tv" show (Japanners bespieden Japanners die gaan slapen) en de experimentele Raul Ruiz film Het dak van de walvis. Die laatste regisseur stond centraal op het 33ste IFFR met een hele reeks films. Voor de man in kwestie hoop ik dat ik net de verkeerde film van hem zag, want Het dak van de walvis beloofd weinig goeds. Een antropoloog die in Overschie op zoek gaat naar de metaforische taal van Patagonische indianen. Toen bleek dat de voice-over Nederlands was en niet ondertiteld, liep de zaal al half leeg. Tot slot luisterden er nog drie mensen half slaperig naar het Frans, Duits, Spaans en Nederlands van Willeke van Ammerooy en de andere acteurs die vast ook nooit geweten hebben waar de film over ging.

Nog even snel bijpraten

Omdat niet alle films over rustige kamelen op eilanden gaan, nog even snel de volgende films die de komende maanden in de bioscoop en op de Recensent te bezichtigen zijn. 21 Grams, een heftig drama van de makers van Amores Perros met zeer sterk spel van Penn, Watts en Del Torro. Freakstars 3000, een Duitse Idols voor gehandicapten, kan het gestoorder? Het zuiden, een verwarrend goed drama van Martin van Koolhoven met Monic Hendricks en de ster van Lilja 4ever. Aaltra, een zeer komische roadmovie per rolstoel over twee nukkige Fransen. Noviembre, een vermakelijke fake-documentaire over een Spaanse straattheatergroep. Anatomy de l’enfer, de nieuwe Catherine Breillat (Romance) waarin ze fysiek zo diep gaat, dat ze het verhaal uit het oog verliest. Summer in the golden valley, de terechte winnaar van de Moviezone-award over het leven van jongeren in het huidige Sarajevo. Rick, over de afgestompte zakenman Bill Pullman, die ook nog vader probeert te zijn. The saddest music in the world, een knotsgekke muzikale depressionfilm geschoten in grofkorrelig zwart-wit, met Isabella Rosselini zonder benen.
Tot slot nog drie grote films; School of rock, het stervehikel van Jack Black, dat ondanks clichés, leuk blijft. Lost in Translation, de tweede van Sofia Coppola, die de hooggespannen verwachtingen niet geheel waar maakt en In the cut, een totaal mislukte literair bedoelde erotische thriller van Jane Campion met Meg Ryan. Zucht.

Rotterdam in ruste

Dankzij de vele momenten van rust op het 33ste Film festival, kwam de Late show van Wilfried de Jong als geroepen. De regisseur en hoofdrolspelers van het saaie Japanse Peep ‘TV’ show doen er een gothic modeshow, waarbij ook hun yakuza-tatoos worden getoond, de filmquiz wordt onder veel rumoer gewonnen door De Jongs buurjongen en Chantal Janzen wordt geïnterviewd (zie het stuk over Fighting Fish). Na afloop kan er gedanst worden op muziek van Tom Barman. Zelfs in de lobby van bioscoop Cinerama staat een bandje de late filmbezoekers te vermaken. Hoezo Rotterdam in ruste? Party-organisator Langebach had als slotact zelfs een heuse storm opgetrommeld, die de feest/festivalgangers zaterdagnacht naar huis blies. Die storm is gaan liggen, maar zal ons filmliefhebbers over een jaar weer naar Rotterdam blazen.

Oscar Krieger