Herman Verbeeck heeft zijn hart verpand aan Kaas

Na zijn voorstelling Kaas schuift de Vlaamse acteur Herman Verbeeck bij mij aan tafel voor een kort gesprek. Een kwieke zestiger, die niet moe oogt, ook al heeft hij zojuist een avondvullende solo gespeeld. De snor van Laarmans is van Verbeeck zelf, zie ik.
Het gesprek zal, hoe kan het anders, vooral over Elsschot en de zojuist gespeelde voorstelling Kaas gaan.
Tien jaar geleden speelde Verbeeck deze solo bijna driehonderd keer. Met groot succes. Maar Kaas liet hem niet los. 'De tekst van Elsschot is zo gelaagd dat ik voelde, dat ik er nog veel meer uithalen kon,' vertelt hij, na een slokje rode wijn te hebben genomen. ' Kaas smaak je naar gelang je levenservaring hebt opgedaan, omdat je de illusies, de begoochelingen, de ontgoochelingen van het leven kent. Het komische ervan en de tragische kant. Elsschot danste bij alles wat hij schreef op het koord van ironie en humor.'
De voorstelling van Kaas volgt de novelle op de voet, maar er ontbreken een aantal delen. Herman Verbeeck licht toe: 'Ik heb er enkele hoofdstukken uitgehaald, die heel mooi zijn, maar die het niet haalden in de boog van het kaasavontuur. Bijvoorbeeld het sterfbed van zijn moeder. Met spijt in mijn hart, want die scène behoort tot de mooiste bladzijden die Elsschot ooit geschreven heeft. Maar de twintig minuten die dat hoofdstuk in de voorstelling zou duren, zet het zo'n andere toon dan die gevraagd wordt voor het kaasdrama.'

Frans Laarmans uit Kaas is het alter ego van Willem Elsschot. In dit personage heeft hij z'n binnenkant verwerkt. Uiterlijk was Elsschot het tegengestelde van Laarmans: hij was juist een succesvol zakenman, een 'winner'. In de roman Lijmen vertegenwoordigt de hoofdfiguur Boorman, de sympathieke bedrieger, die inspeelt op de ijdelheid van de mensen, de andere kant van Elsschot. Dat Elsschot zo scherp een 'loser' als Laarmans heeft weten te tekenen, komt volgens Verbeeck door de crisistijd, waarin ook Elsschot zijn hart moet hebben vastgehouden omtrent het lot van zijn eigen handelskantoor.

De suggestie dat Kaas -geschreven in 1933- inmiddels gedateerd zou zijn, weerspreekt Herman Verbeeck met klem. 'Omdat hier een man geportretteerd wordt in al zijn kwetsbaarheid, met zijn dromen, zijn angsten en verlangens is het stuk van alle tijden,' betoogt hij. 'Misschien bestaan er geen klerken meer, die de dag doorbrengen staande schrijvend op een Underwood, maar mannen die zich zoals Laarmans laten manipuleren om meer te lijken dan ze zijn, bestaan nog steeds en zullen altijd bestaan. 'Niet alleen de sobere taal van Elsschot maakt het stuk hedendaags', voegt Verbeeck eraan toe, 'ook het drama dat hij beschrijft is van alle tijden. Vergeet niet dat Laarmans een enorme nederlaag ondergaat. Een bittere nederlaag ook. Voor mij is de essentie van Kaas het verlangen naar waardering. Laarmans heeft het kaasavontuur nodig om bij zichzelf te komen. Al waar hij naar verlangde, had hij onder handbereik, maar hij kon het niet zien.'
Dat Kaas nog steeds actueel is, bewijst de belangstelling van de schouwburgen én van het publiek. Tachtig voorstellingen staan genoteerd in deze tweede ronde. En meermaals is de zaal uitverkocht.

Marjon Sarneel