Vooroorlogs vermaak

Dertien Oscarnominaties voor Chicago en de musical is weer terug van weggeweest. En het werd hoog tijd want de mensen hamsteren plakband, eten aardappelschillen en vrezen een wereldoorlog. Ook in de jaren dertig, de hoogtijdagen van de zang- en dansfilm, was er sprake van internationale spanning en economische crisis. Voor de angstige burger is er blijkbaar geen betere vluchtweg dan die van de musical; puur ongecompliceerd amusement. Laat je wapens staan, schuif gezellig aan, voor Chicago.

Nu is de musical niet geheel verdwenen na de jaren dertig. Het genre kende kleine revivals in de 50’s en de 70’s, maar de laatste 20 jaar waagde zich maar een enkeling (Waters, Allen, Luhrman) aan de musical. Na het succesvolle kleurrijke Moulin Rouge is er nu Chicago, naar een verhaal uit de jaren twintig, een film uit 1942 (met Ginger Rogers) en een musical die vanaf 1975 furore maakt. Rob Marshall brengt het verhaal opnieuw met Renée Zellweger in de rol van de moordzuchtige wannabe star Roxie.

Voorafjes

Roxie wil net zo groot worden als Velma, de ster van Chicago’s nachtleven. Velma (Catherine Zeta-Jones) wordt na een optreden door de politie afgevoerd; ze heeft haar overspelige zus en man vermoord. Roxie vermoordt vervolgens haar minnaar als blijkt dat hij geen manager is. Na deze moordzuchtige voorafjes kan het verhaal beginnen. In de gevangenis ontmoeten groentje Roxie en ster Velma elkaar. Een harde strijd ontstaat, ten eerste om de gunst van topadvocaat Billy Flynn (Richard Gere) en vervolgens om de gunst van de publieke opinie. Met als centrale vragen: worden ze vrijgesproken en worden ze weer sterren, of in andere volgorde. Spanning alom.

Vertier in de vrouwenvleugel

Moordzucht, harde strijd en dat vol spanning. Nou vergeet het maar, want er moet nog heel wat gezongen en gedanst worden. Gek genoeg is dat niet erg, hoe absurd het ook is dat een druppelende kraan in de vrouwenvleugel het intro kan zijn tot een doorleefde murder ballad gezongen door gevangenen één tot en met zes. Of als Billy Flynn tijdens zijn slotpleidooi begint te tappen en zingen. In een goede musical krijgen ze dat voor elkaar door je in de wereld van glitter, glamour en een zielig verhaaltje mee te trekken. En dat is hier gelukt. Marshall kiest voor een theatrale aanpak. De zang- en dansnummers vinden in de fantasie van Roxie plaats, zodat het mogelijk is dat ze vanuit de gevangenis ineens in een nachtclub staat te zingen over haar leed. Je ziet als het ware de decorstukken de gevangenis binnenrijden, de belichting veranderen en de kleding gaan glitteren. En dit soort overgangen zien er op het doek een stuk vloeiender uit dan op een musicaltoneel.

Verrassende vertolkingen

Renée Zellweger verraste mij al in Bridget Jones’ diary, maar doet dat in dit geheel andere genre nog eens dunnetjes over. Niet dat ze zo goed danst, zingt of zelfs maar acteert. Ze overtuigt als naïef meisje dat ineens opportuun haar kansen grijpt en een showgirl wordt. Zo past ze perfect in het musicalgenre. Benieuwd wat ze hierna gaat aanpakken. Catherine Zeta-Jones die hier Velma speelt, doet dat naar behoren, ze danst en zingt goed, maar acteert wat vlakjes. Verrassender is het optreden van Richard Gere, die ooit begon op Broadway. Hij doet het leuk, niet fantastisch, maar hij valt ook niet door de mand. Misschien kan hij zijn in het slop geraakte carrière met deze keuze nog redden. Toch is geen van deze rollen (inclusief die van bijrolspeler John C. Reilly) een oscar waard, of het moet Queen Latifah zijn. Deze rapster vertolkt Big Mama Morton, de corrupte ‘moeder-overste’ van de gevangenis. De dame kan als enige echt heel goed zingen.

Vijandige vergelijking

Het beïnvloeden van de publieke opinie is het thema van Chicago. Geheel aan de Amerikanen besteed deze dagen, lijkt me. De advocaat heeft letterlijk alle touwtjes in handen. Hij zorgt dat Roxie een zielig verhaal ophoudt en dat de pers dat naar de mensen brengt, zodat de rechter niet anders kan dan vrijspreken. In een prachtige song wordt dit uitgebeeld. Roxie zit als buikspreekpop op de schoot van advocaat Billy en een leger aan journalisten zingt in koor haar woorden na. De gehele pers worden als marionetten met touwtjes door Billy Flynn in de hand gehouden. Deze uitgebeelde metafoor kan iedereen op elk moment met gemak invullen. Als ik na het zien van de film, thuis de kranten en de tv bekijk, zie ik Bush als buikspreekpop van Rumsfeld met in het koor de Amerikaanse pers, slaafse wereldleiders die het volk een zwart-wit verhaal voorleggen, vol angst en beloofde bevrijding. Met als hoogtepunt: plakband tegen de vijand! Maar de Amerikanen hebben niet genoeg zelfkritiek om deze vergelijking te maken. Ieder zijn eigen realiteit.

Toch zal Chicago enkele oscars binnenhalen. Oscars zijn namelijk niet alleen een kwaliteitswaardering, maar ook een statement. Deze kwalitatief sterke musical is wat men nodig heeft. Pure amusement als pleister op de wonden, of beter; als plakband op de wonden.

Oscar Krieger